Naamvallen + persoonlijk voornaamwoord

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Was werden wir heute machen?

- Prüfung

- Lernbox 1 besprechen

- Grammatik E wiederholen

- Grammatik F besprechen

- Aufgabe 31 besprechen

- Aufgabe 32 zusammen

- Hausaufgaben

Wat betekenen de volgende woorden:
das Alter, gemütlich, irgendwie, die Klamotten, trotzdem?

Welk stappenplan gebruik je om de naamval te bepalen?

Tot welke naamval horen de voorzetsels: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

Tot welke naamval horen de voorzetsels durch, für, ohne, gegen, um?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

Welke naamval heeft geen vaste voorzetsels?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

Welke 3 werkwoorden horen bij de 1e naamval?

Welke 3 werkwoorden horen bij de 3e naamval

Welke 3 werkwoorden horen bij de 4e naamval?

Welke functie hebben de 1e, 3e en 4e naamval in de zin?

Welke persoonlijke voornaamwoorden kennen we in het Nederlands?

Grammatik F: het persoonlijk voornaamwoord & vragend voornaamwoord "wie"

Seite 46 im Textbuch 

Het vragend voornaamwoord "wie"

1e naamval: wer

3e naamval: wem 

4e naamval: wen 

Aufgabe 31 besprechen 

Sie bleibt heute Abend bei IHM
Welke naamval en waarom?

Könnten Sie MIR mal helfen?
Welke naamval en waarom

Für IHN tut sie alles.
Welke naamval en waarom?

IHR seid immer ganz nett.
Welke naamval en waarom?

Hausaufgaben

Für Freitag den 29. Januar: 12.00 Uhr!

- Aufgabe 32 + 34 t/m 36 Online auf Malmberg!

Als je nog niet af hebt ook voor vrijdag 12 uur: 

Opdrachten 30, 31, 39 via Malmberg

Opdracht 22+23 in Word en inleveren via bronnen (zie planner)

Niet af om 12.00 uur? Onvoldoende in je lijst voor deelname!

Vielen dank für euere Aufmerksamkeit und bis nächste Woche