P6-K1-W1 les 2

Het ondersteuningsproces
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het ondersteuningsproces

Slide 1 - Slide

Stappen in het ondersteuningsproces
  • Tijdens alle stappen in het ondersteuningsproces vindt er afstemming en overleg met de cliënt of zijn netwerk plaats.
  • Je handelt op basis van een vastgestelde behoefte of vraag.
  • Dat gebeurt om de hulp-, zorg- en ondersteuning zo goed mogelijk te laten aansluiten op de wensen en behoeften van de cliënt.
  • Bij vraaggericht werken laat je de regie zo veel mogelijk bij de cliënt.
  • Daarom heeft de cliënt zelf een belangrijke rol in het opstellen van het plan.

Slide 2 - Slide

Stappen in het ondersteuningsproces 

Slide 3 - Slide

Stappen in het ondersteuningsproces 
  1. verzamelen van informatie;
  2. vaststellen van behoeften en problemen;
  3. doelen formuleren;
  4. plan maken;
  5. uitvoeren van de activiteiten volgens planning;
  6. evalueren.

Slide 4 - Slide

Op welke plaat in de cyclus staat 'evalueren'?
A
1
B
4
C
6
D
2

Slide 5 - Quiz

Op welke plaats in de cyclus staat 'vaststellen behoefte'?
A
2
B
5
C
6
D
1

Slide 6 - Quiz

Stap 1: Informatie verzamelen
  • Je probeert je als eerste een goed beeld te krijgen van het functioneren van de cliënt.
  • Stap 1: Informatie verzamelen
  • Je probeert te ontdekken waar iemand behoefte aan heeft en stelt de wensen, behoeften, problemen en mogelijkheden vast.
  • Je kijkt daarbij ook goed naar wat iemand zelf kan: alleen of met de familie, vrienden en buren uit zijn sociale netwerk.
  • Je houdt rekening met andere hulp, zorg of diensten en stemt je bevindingen af met collega’s.

Slide 7 - Slide

Stap 1: Informatie verzamelen
Informatiebronnen:
  • de cliënt zelf;
  • de familie of naasten;
  • andere professionals;
  • observatie;
  • het dossier.

Slide 8 - Slide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen
  • Een behoefte is wat iemand nodig heeft om zich prettig te voelen of om beter te kunnen functioneren.
  • De Amerikaanse psycholoog Maslow beschreef halverwege de vorige eeuw dat een mens verschillende drijfveren en aangeboren behoeften heeft.
  • Die verschillen bij mensen niet zo veel van elkaar.

Slide 9 - Slide

Piramide van Maslow

Slide 10 - Slide

Piramide van Maslow
Fysiologische behoeften
Veiligheid en zekerheid
Sociale acceptatie
Waardering (en erkenning)
Zelfrealisatie 
1e behoefte
2e behoefte
3e behoefte
4e behoefte
5e behoefte

Slide 11 - Drag question

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen
  • In een gesprek stel je vragen om duidelijk krijgen wat de behoeften zijn.
  • Wat wil de cliënt precies als het gaat om:
Wonen, financiën, gezondheid, contacten met anderen, werk, medicijnen, eenzaamheid, verslaving, de verzorging van zichzelf, dagbesteding, omgaan met eigen emoties?

Slide 12 - Slide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen
Soms werk je daarbij aan de hand van een vragenlijst:
  • Wat zijn de wensen en behoeften van de cliënt?
  • Welke hulp of begeleiding heeft hij nodig?
  • Wat wil de cliënt zelf?
  • Op welk vlak wil hij zich ontwikkelen,
  • Welke toekomst ziet hij voor zichzelf,
  • Wat zijn de wensen, mogelijkheden en ambities van de cliënt?

Slide 13 - Slide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen
  • Bij het vaststellen van de behoeften heb je te maken met de ervaring van de cliënt zelf, maar ook met jouw ervaring als professional.
  • Het is belangrijk dat jullie daarin zo dicht mogelijk tot elkaar komen om duidelijke en haalbare doelen te kunnen stellen.
  • Nu je de behoeften in kaart hebt gebracht kun je bepalen welke ondersteuningsbehoeften de cliënt heeft.
  • De ondersteuningsbehoefte geeft aan wat de cliënt nodig heeft om een ‘goede kwaliteit van bestaan’ te bereiken


Slide 14 - Slide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen
  • Je zoekt dus samen met de cliënt zelf, collega’s, andere professionals en mantelzorgers uit welke en hoeveel hulp de cliënt nodig heeft om als persoon te kunnen functioneren in de samenleving.
  • Je geeft ondersteuning op maat.
  • Dat wil zeggen dat je de ondersteuning die je biedt, beperkt tot de hulp die iemand echt nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken.
  • Je doet dus niet meer dan echt noodzakelijk is.

Slide 15 - Slide

Stap 3: Doelen formuleren
SMART doelen Wat was dat ook alweer???
S
M
A
R
T

Slide 16 - Slide

Waar staan de letters in SMART voor?

Slide 17 - Open question

Stap 4: Plan maken
  • In het ondersteuningsplan komen de gemaakte afspraken te staan.
  • Alle betrokken hulpverleners moeten op de hoogte zijn van de afspraken met de cliënt.
  • Jij bent als begeleider verantwoordelijk voor jouw bijdrage aan het ondersteuningsplan.
  • Het is belangrijk dat je in begrijpelijke taal schrijft, zodat alles voor de cliënt en andere betrokkenen duidelijk is.
  • Als het plan klaar is, spreek je met elkaar af op welke manier en wanneer je evalueert hoe het is gegaan.

Slide 18 - Slide

Stap 5: Plan uitvoeren
  • Bij de uitvoering gaat iedereen die betrokken bij het plan is, aan de slag.
  • Als het nodig is, stel je met elkaar de activiteiten bij.
  • Belangrijk voor jou als begeleider is dat je de cliënt in de uitvoeringsfase zo goed mogelijk ondersteunt.
  • Geef regelmatig positieve en stimulerende feedback op het proces: ‘Ik zie dat je op de goede weg zit’ of: ‘Wat fijn dat het u alweer zelfstandig lukt om een potje te koken.’

Slide 19 - Slide

Stap 6: Evalueren
  • Bij de evaluatie kijk je samen met cliënt, collega’s en andere betrokkenen wat de ondersteuning heeft opgeleverd.
  • Door het resultaat te bekijken, kun je achteraf bepalen of je goed hebt gehandeld.
  • Als je met elkaar opmerkt dat je ergens in het proces een verkeerde inschatting hebt gemaakt, kun je daarvan leren voor de volgende keer.
  • Bij de evaluatie stel je met elkaar vast of de kwaliteit van bestaan van de cliënt erop vooruit is gegaan.
  • Of, zoals in bepaalde gevallen: heb je achteruitgang kunnen voorkomen?

Slide 20 - Slide

Stap 6: Evalueren
  • Je evalueert met elkaar de ondersteuningsuitkomsten en op basis daarvan kun je je aanpak bijstellen.
  • Je verzamelt dan weer in samenwerking met alle betrokkenen opnieuw informatie, stelt doelen vast en doorloopt op die manier de cyclus opnieuw

Slide 21 - Slide

Wat is stap 4 uit het methodische stappenplan?
A
Evaluatie
B
Probleem, behoefte en ondersteuningsvraag
C
Plan maken en uitvoeren
D
Beginsituatie vaststellen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Zet in een paar woorden of een zin neer wat je hebt geleerd

Slide 24 - Open question

Waar wil je nog meer uitleg over?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide