Bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Mardi 04 novembre 2025

Programma van de les : 

- Vocabulaire A oefenen 

- Grammatica "Het bijvoeglijk  naamwoord"

studygo.com

Lesdoelen:

- Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en wat het doet in het Nederlands maar ook in het Frans

- Ik kan het bijvoeglijk naamwoord aanpassen aan het onderwerp waar het bij staat

- Ik kan de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord goed toepassen

Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord

VORM

 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord. 

	Enk	Mv
Man	-	s
vrouw	e	es

Voorbeeld

C'est une fille marrante

Une fille = vrouwelijk enkelvoud

marrant --> marrante

Bijzondere vormen

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.

Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 

Sportif - sportive

Enkele bijzondere vormen

Vieux - vieille (oud)

Nouveau - nouvelle (nieuw)

beau - belle (mooi)

bon - bonne (goed,lekker)

Blanc - blanche (wit)

De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.

1. voor
2. achter

Voorbeelden:

Il a un chat gris

Ma mère a cinq chats gris

L'éléphant est gros

les éléphants sont gros

Mon chat est rouge

Ma chambre est rouge aussi

Le mur jaune

Les maisons jaunes

Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)

1. rouge
2. rouges
3. rougee
4. rougees

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)

1. vertes
2. verte
3. vert
4. verts

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)

1. francais
2. francaise
3. francaiss
4. francaises

Kies de juiste vorm:
Marianne est (verdrietig)

1. tristee
2. tristes
3. tristees
4. triste

Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)

1. nouveau
2. nouvelles
3. nouvelle
4. nouveaux

Een goed boek

1. Un bon livre
2. Une bonne livre
3. Une livre bonne
4. Un livre bon

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)

1. beaux
2. belles
3. belle
4. beau

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)

1. grande
2. grand
3. grandes
4. grands

De vrouwelijke (enk) vorm van vieux (oud)

1. vieux
2. vieuse
3. vieille
4. vieux

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)

1. bleu
2. bleus
3. bleue
4. bleues

Een mooie jongen

Een mooi meisje

Een interessant boek

Een intelligent meisje (intelligent)

Exercices

- Prends ton livre et ouvre le livre pages 70-71

We gaan met het boek werken.  

Hulp nodig? 

-  Kijk naar de grammatica 16B p.70 en 17A p.71,

- Kijk naar de vocabulaire p.88,

- Ik ben er ook voor jullie. 

C'est fini pour aujourd'hui

Hebben jullie vragen? 

Voor volgende les : 

- Maak de opdrachten af. Je zal alle info op som kunnen vinden.

- Leer de vocabulaire B p. 88

Bonne journée! :)