Programmeren les 10

1 / 18
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herschrijf dit stroomdiagram naar Python code

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Casten naar string
Een variabele met type string kan altijd getoond worden met print(). Maar wat nou als je een tekst en een variabele van een ander type wil tonen? Zoals in het voorbeeld hiernaast.

Slide 4 - Slide

De variabele verzendkosten is een float maar wil je het kunnen weergeven dan moet het een string zijn.

Dit probleem is op te lossen door de functie str() te gebruiken.

Hiermee cast je de variabele verzendkosten bij het weergeven als een string.

Slide 5 - Slide

Oefening
Maak twee variabelen, met als waarde je voornaam en je achternaam. Zorg ervoor dat je programma de volgende output heeft.
Of gebruik je eigen voornaam en achternaam en kijk wat het programma doet.

Slide 6 - Slide

oplossing

Slide 7 - Slide

Weet je nog dat we bij stroomdiagrammen het gehad hebben over operatoren en dat je een rekensom kan maken hiermee? Hiernaast zie je het stroomdiagram dat we toen gemaakt hebben.

Slide 8 - Slide

Wanneer ik dus de operator + gebruik dan kan ik de waarde van twee variabelen bij elkaar optellen.
Let op: als je de operator + gebruikt bij twee variabelen van het datatype string worden de waarden achter elkaar weergegeven.
Naast de operator + voor het optellen, zijn er in Python nog meer operators.

Kijk maar naar de tabel hiernaast.

Slide 9 - Slide

We hebben het er al over gehad dat we de gebruiker een waarde kunnen laten geven aan een variabele. Dit doen we door het commando input(). Dit werkt goed bij een variabele van het type string zoals we al gemerkt hebben. Hebben we echter een variabele met een getal, dan moeten de input omgezet worden naar een geheel getal of een kommagetal zoals hiernaast

Slide 10 - Slide

Door om de input("Geef een getal") heen int() te plaatsen, wordt de invoer van de gebruiker omgezet naar een geheel getal. Als de invoer van de gebruiker een kommagetal moet worden, dan moet er float() om de input() heen geplaatst worden.


Soms is het nodig dat je de huidige datum en/of tijd gebruikt. Bijvoorbeeld als je een bestelling plaatst in een webshop. Dan wordt opgeslagen op welke datum en op welk tijdstip je de bestelling plaatst.
Om in Python met datum en tijd te kunnen werken, moet een bibliotheek worden geïmporteerd (Engels: library). Een bibliotheek bevat aanvullende informatie voor de programmeertaal. In dit geval over de huidige datum en tijd.

De code voor het toevoegen van een bibliotheek plaatsen we voor de overzichtelijkheid altijd bovenaan in het programma.

Slide 11 - Slide

Als we de huidige tijd en datum willen opvragen via een python programma krijg je wat hiernaast staat.

Standaard wordt de datum- en tijdnotatie volgens de Amerikaanse/Engelse notatie getoond. De datum is yyyy-mm-dd en de tijd is wel de 24-uursnotatie zoals wij die gebruiken uu-mm-ss.


Slide 12 - Slide

Resultaat
Soms wil je niet de volledige datum terug krijgen maar alleen het jaar bijvoorbeeld. Binnen Python kan je de verschillende waarde voor dag, maand en jaar opvragen uit de bibliotheek. Om dat te doen, kan je de code zoals hiernaast noteren.

Slide 13 - Slide

Wanneer je via een website je code uitvoert is het uur waarschijnlijk niet gelijk aan de tijd op je computer. In de wereld zijn er verschillende tijdzones.

De tijd die op repl.it wordt getoond is in de zomer 2 uur eerder dan de tijd in Nederland. In de winter is de tijd 1 uur eerder dan de tijd in Nederland. Dit verschil ontstaat door de zomer- of de wintertijd.

De website repl.it gaat uit van de Western European (Summer) Time zone.
Nederland bevindt zich in de Central European Time Zone.

Hiernaast zie je de verschillende tijdzones

Slide 14 - Slide

Naast het weergeven van de datum en tijd, is het ook mogelijk om er mee te rekenen. Zo kun je bijvoorbeeld het verschil in dagen tussen twee datums berekenen zoals je hiernaast ziet.


De variabelen met de naam datum1 en datum2 zijn van het type datetime. Ze bevatten dus een datum/tijd combinatie. De variabele met de naam verschil is ook van dit type. Deze variabele heeft als waarde het verschil tussen datum2 en datum1.
Dit verschil kun je op verschillende manieren weergeven. Bijvoorbeeld in dagen (days). De uitvoer van deze code zie je hiernaast.

Slide 15 - Slide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 16 - Poll


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Volgende keer
  • Keuzes
  • Operatoren
  • If .. else en elif
  • Herhaling
  • While en for loop

Slide 18 - Slide