Understatement hyperbool

Welkom bij Nederlands!
Start Maak H5,  Woordenschat, opdr. 1 (pag. 175)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Start Maak H5,  Woordenschat, opdr. 1 (pag. 175)

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS: H5, Woordenschat maken
  • ZF: H5, Woordenschat maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Info
MORGEN ga ik weer huiswerk controleren.
Vergeet niet huiswerk na te kijken!!

Schrijfopdrachten zijn nog niet nagekeken.

PWW = PW H4 & H5.



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

DOEL

VERSCHILLENDE TAALMIDDELEN

HERKENNEN EN BEGRIJPEN



- overdrijving (hyperbool)

- understatement


Slide 4 - Slide

STIJLFIGUREN
gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Slide 5 - Slide

Overdrijving (hyperbool)
Minke schreef met koeienletters.

Minke schreef heel groot.

Slide 6 - Slide

Understatement

Je gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken. 

Je bent een paar pondjes aangekomen.

Slide 7 - Slide

Understatement

Slide 8 - Slide

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Gerard gaat dood van de honger.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Die jongens hebben een glaasje te veel op.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Jouw zusje is aan de stevige kant.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz



Aan de slag!

Je maakt H5, Woordenschat, opdr.

1, 2 & 3 (pag. 175)

Ik wil even samen naar opdr. 2 kijken.

Klaar? Je kunt verder werken.


Denk aan woordenboek!

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 12 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt H5, Woordenschat, opdr. 1, 2 & 3 (pag. 175)

Klaar? Werk verder aan Woordenschat.

Ook klaar? Kijk na.


Huiswerk: H5, Woordenschat,  opdr. 1, 2 & 3.


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide



ZF
  • Je werkt voor jezelf. Je mag fluisterend overleggen.
  • Je weet wat je moet doen.



Je maakt H5, Woordenschat, opdr. 1, 2 & 3 (pag. 175).

Klaar? Werk verder aan Woordenschat.

Ook klaar? Kijk na.


Huiswerk: H5, Woordenschat,  opdr. 1, 2 & 3.



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide

GELEERD?

VERSCHILLENDE TAALMIDDELEN

HERKENNEN EN BEGRIJPEN



- overdrijving (hyperbool)

- understatement


Slide 15 - Slide

Afsluiting


Huiswerk: H5, Woordenschat,  opdr. 1, 2 & 3.

Slide 16 - Slide