Nederlands H5 Woordenschat Overdrijving Understatement

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (Woordenschat)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (Woordenschat)

Slide 1 - Slide

Terugblik afgelopen week
Huiswerk af?
Vragen?
Nakijken

Slide 2 - Slide

Mening
Wat je van iets vind
Hoe je over iets denkt
eens/oneens
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.
VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk

Slide 3 - Slide

Argument
Uitleg waarom je iets vind of denkt
signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers
VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk, want dan weet ik zeker dat ik geen geld van mijn vrienden hoef te lenen. 

Slide 4 - Slide

Conclusie
Korte herhaling van de mening en argumenten
Signaalwoorden: dus, concluderend, dat

Slide 5 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je overdrijvingen en understatements herkennen  en begrijpen.

Slide 6 - Slide

Understatement
"Dat is een leuk zakcentje", 
zei de winnaar van de hoofdprijs in de staatsloterij.

Slide 7 - Slide

Overdrijving
Ik sterf bijna van de honger.

Slide 8 - Slide

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Die jongens hebben een glaasje teveel op
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Jouw zusje is aan de stevige kant.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

De toets van H5 barst van de fouten.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

De familie Huntelaar zwemt in het geld.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Wat is een overdrijving?
Je wil iets extra laten opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken.


Het was een doodsaaie film.
We hebben een eeuw moeten wachten op de toetscijfers.
David schreef met koeienletters

Slide 13 - Slide

Understatement
Je gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken.

Hij is niet bepaald intelligent.
Je bent een paar pondjes aangekomen. 
Die Tesla kost een paar centen.

Slide 14 - Slide

Overdrijving of understatement?
De hond van de buren doet zijn behoefte altijd voor onze deur.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 15 - Quiz

Overdrijving of understatement?
We verzuipen in het werk.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 16 - Quiz

Overdrijving of understatement?
Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 17 - Quiz

Overdrijving of understatement?
In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 18 - Quiz

Overdrijving of understatement?
Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 19 - Quiz

Overdrijving of understatement?
Het gaat slecht met het bedrijf en de directie gaat reorganiseren.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 20 - Quiz

Overdrijving of understatement?
Hij heeft een glaasje teveel op.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 21 - Quiz

Overdrijving of understatement?
Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 22 - Quiz

(Huis) werk
Hoofdstuk 5 (Woordenschat blz. 175) opdracht 2, 3, 4, 5, 9, 10

Slide 23 - Slide

Evaluatie
Lesdoelen behaald?
Kun je overdrijvingen en understatements herkennen en begrijpen.
Hoe ging de les? Wat kan er anders?

Slide 24 - Slide