EHBO brandwonden

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EHBOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag: brandwonden

Slide 2 - Slide

Lesdoelen



  • Je kunt minimaal 3 oorzaken van een brandwond benoemen
  • Je weet de kenmerken van verbranding
  • Je weet minimaal 2 gevolgen van brandwonden
  • Je weet wanneer je professionele hulp moet inschakelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Oorzaken
Zonverbranding
Hete vloeistofverbranding
Contactverbranding
Vuur / vlamverbranding
Verbranding door elektriciteit
Chemische verbranding
Geen wond, ontstekingsreactie van de huid
Blaar/zeer pijnlijke wond bv thee
Blaar/zeer pijnlijke wond heet voorwerp
Wond door een (steek)vlam
Wond door inwerking elektriciteit
Wond door een chemische stof

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is een brandwond
Een brandwond is een beschadiging van de huid

Slide 7 - Slide

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 8 - Slide

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk (oppervlakkig beschadigd), soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glanzende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, rood-witte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel, wit (gekookt), beige tot zwart (verbrand) van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 9 - Slide

1e graads brandwond

Geen blaar of wond, dus de huid is niet stuk
Soms wat opgezwollen
Rood en/of roze
Droog
Prikkelend tot pijnlijk

Slide 10 - Slide

Oppervlakkige 2e graads

Glanzend rood, roze
De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid
Nat
Blaren
Zeer pijnlijk
Voelt soepel

Slide 11 - Slide

Diepe 2e graads
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond
Rood/wit
Nat
Blaren
Pijnlijk
Voelt soepel

Slide 12 - Slide

3e graads
Opperhuid en lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel
Wit, beige tot donkerbruin
Droog, leerachtig
Nauwelijks pijnlijk
Is stug

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Doel eerste hulp bij brandwonden=
Uitbreiding en besmetting voorkomen

Slide 17 - Slide

Je moet brandwonden behandelen met lauw water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is het allerbelangrijk bij een brandwond?
A
Brandwonden zalf smeren
B
Sieraden af doen
C
Een pleister er op plakken
D
Koelen met water

Slide 19 - Quiz

Als je hete thee of koffie over je arm krijgt kun je brandwonden krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Verbrandingen kunnen eerstegraads, tweedegraads of derdegraads zijn.
Welke symptomen horen bij eerstegraads brandwonden?

A
De huid is rood en dikker dan normaal
B
De brandwond doet geen pijn
C
De huid is verkoold
D
Er zitten blaren op de huid

Slide 21 - Quiz

Door te lang in de zon liggen kun je 1e graads brandwonden krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Symptomen als roodheid en blaren, zijn een teken van een _________________ verbranding.
A
1-graads
B
2e-graads
C
3e-graads

Slide 23 - Quiz

Hoelang moet je een brandwond koelen?
A
15
B
10
C
5
D
19

Slide 24 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads?
B
2e graads?
C
3e graads?

Slide 25 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 26 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 27 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 28 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 29 - Quiz