Week 16, les 1, 4m K1 Wiederholung Grammatik

Planung:

Rückblick

Wiederholung Grammatik

Lesen


Montag 4. Dezember 2023
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Planung:

Rückblick

Wiederholung Grammatik

Lesen


Montag 4. Dezember 2023

Slide 1 - Slide

SE Lesen
Wortschatz

Slide 2 - Slide

Zusammengefasst
  • Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de -a die in de stam staat in een -ä
  • Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de lange klinker in een ie en de korte klinker in een i
let op er zijn uitzonderingen ;-(
(geben, nehmen)

Slide 3 - Slide

geben
(stam = geb)
ich gebe
du gibst
er/sie/es gibt

wir geben
ihr gebt
sie geben
Sie geben
nehmen
(stam = nehm)
ich nehme
du nimmst
er/sie/es nimmt

wir nehmen
ihr nehmt
sie nehmen
Sie nehmen

Slide 4 - Slide

Achtung!

  • Alleen bij de 2e en 3e persoon enkelvoud
  • Bij sterke werkwoorden
  • De klinker in het voorvoegsel verandert niet, zoals bijvoorbeeld bij einnehmen, vergessen, fernsehen
  • Let op de uitzonderingen: geben und nehmen

Slide 5 - Slide

Seite 222
Wat is de vertaling van de woorden in de groene kolom?
---------------------------------------
1e onderwerp
3e meewerkend voorwerp
4e lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

Voorzetsels:
3e naamval
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu

4e naamval
bis, ohne, durch, nach, für, um

Geen voorzetsel? Dan zin ontleden
Tabel staat op de toets, de voorzetsels niet!

Slide 7 - Slide

Onderwerp (1e)
wie/wat + gezegde

Ich gebe meiner Mutter ein Geschenk.


(Gezegde = gebe (geef))

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp (4e)
 wie/wat + gezegde + onderwerp


Ich gebe meiner Mutter ein Geschenk

Slide 9 - Slide

Meewerkend voorwerp (3e)
aan/voor wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp


Ich gebe meiner Mutter ein Geschenk.

Slide 10 - Slide

Nadat je de naamval hebt bepaald, moet je kijken of het woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is.
Daarna kun je de juiste vorm uit de tabel aflezen. 

  1. Ich gebe (haar) ____________ ein Geschenk.
  2. Hat er (u) __________ ein Geschenk gegeben?
  3. (Wij) __________ haben ein Geschenk gegeben.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

H: Lesen


Vor dem Lesen:

Ga naar menti.com
Gebruik code: 7237 0005
Geef antwoord op de vraag
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Selbständig arbeiten
Machen:
Aufgabe 42, 43 und 44
Ab Seite 42
Online ist es Teil H Lesen im Thematischer Teil 


Fertig: dann Slim Stampen of Lingua.com (Duits)

Slide 15 - Slide


Machen:
Aufgabe 42, 43, 44

Lernen: 
Lernliste N-D und D-N
Grammatik A & B

Buch und Laptop mitnehmen!

Slide 16 - Slide