Oefentoets

Toets Thema 4: Sporten
Lees de vragen goed en beantwoord alles zo goed als je kunt!

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toets Thema 4: Sporten
Lees de vragen goed en beantwoord alles zo goed als je kunt!

Slide 1 - Slide

Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele C-vorm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een spier die zich samentrekt wordt korter en dikker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een reden om te sporten = om te ontspannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Met de strekspier in je bovenarm kun je je arm buigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Als je te weinig drinkt tijdens het sporten, heb je kans op uitdroging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een gewricht is een verbinding tussen twee botten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding. De pijl wijst naar het spaakbeen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

In het schema voor verbranding missen twee woorden:
brandstof + 1 --> 2 + energie.
Welk woord hoort op de plaats van 2 te staan?
A
Afvalstoffen
B
Vuur
C
Zuurstof

Slide 9 - Quiz

Welk bot zit er in je bovenarm?
A
Bovenarmbeen
B
Opperarmbeen
C
Bovenarmbot
D
Opperbot

Slide 10 - Quiz

Welke lichamelijke eigenschappen zijn belangrijk bij het kiezen van een sport?
A
concentratie en doorzettingsvermogen
B
geduld en lenigheid
C
lengte en nauwkeurigheid
D
spierkracht en uithoudingsvermogen

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Welk soort gewricht geeft de letter P aan?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 12 - Quiz

Houdt de jongen zich bij manier 1 en 2 aan de regels voor goed tillen?
A
Alleen bij 1
B
Alleen bij 2
C
Bij 1 en 2
D
Bij geen van beiden

Slide 13 - Quiz

Tijdens een wedstrijd van 2016 kwam Annemiek zwaar ten val. Daarbij heeft ze een hersenschudding opgelopen. Door welke functie van het skelet heeft ze geen zwaarder letsel opgelopen?
A
Bescherming geven.
B
Beweging mogelijk maken.
C
Stevigheid geven
D
Vorm geven.

Slide 14 - Quiz

Met welk nummer wordt het heiligbeen aangegeven?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Welk nummer wijst de gewrichtskogel aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 16 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Wat gebeurt er als spier P zich samentrekt?
A
De tenen gaan omhoog
B
De tenen gaan omlaag

Slide 17 - Quiz

Welke eigenschappen zijn lichamelijke eigenschappen en welke zijn karaktereigenschappen? 
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Lichamelijke eigenschappen
Karaktereigenschappen
Lenigheid
Geduld
Uithoudingsvermogen
Lengte
Goed samenwerken

Slide 18 - Drag question

Zet de botten op de juiste plek
Schedel
Heupbeen
Schouderblad
Scheenbeen
Ruggewervel
Knieschijf
Dijbeen
Ribben

Slide 19 - Drag question

Sleep de plekken in je lijf naar het juiste soort gewricht.
Kogelgewricht
Scharniergewricht
Rolgewricht
Onderarm
Schouder
Knie
Vinger
Heup

Slide 20 - Drag question