§ 9.4 Voortplanting

§ 9.4 Voortplanting
Bij de meeste organismen zijn twee individuen nodig voor voortplanting. Zaadplanten kunnen zich voortplanten met behulp van bloemen. Maar veel zaadplanten kunnen ook een deel van zichzelf laten uitgroeien tot een nieuwe plant.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

§ 9.4 Voortplanting
Bij de meeste organismen zijn twee individuen nodig voor voortplanting. Zaadplanten kunnen zich voortplanten met behulp van bloemen. Maar veel zaadplanten kunnen ook een deel van zichzelf laten uitgroeien tot een nieuwe plant.

Slide 1 - Slide

Planten kunnen alleen ongeslachtelijk voortplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Kan deze plant geslachtelijk voortplanten? En ongeslachtelijk ?
A
Geslachtelijk
B
Beide
C
Ongeslachtelijk

Slide 3 - Quiz

Dit is een voorbeeld van ....
A
ongeslachtelijke voortplanting door stekken
B
ongeslachtelijke voortplanting door enten
C
geslachtelijke voortplanting door stekken
D
geslachtelijke voortplanting door enten

Slide 4 - Quiz

Dit is ongeslachtelijke voortplanting door...
A
enten
B
bollen
C
uitlopers
D
wortelstokken

Slide 5 - Quiz

De ..........................
dient vaak voor het aanlokken van insecten.
A
bloemkroon
B
bloemkelk

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de stamper?
A
Het beschermen van de bloem.
B
Het ontvangen van stuifmeel voor bevruchting.
C
Het transporteren van water en voedingsstoffen.
D
Het regelen van de opening en sluiting van de bloem.

Slide 7 - Quiz

Welk onderdeel van de bloem bevat de eicel?
A
De stempel.
B
De zaadbeginsels.
C
De kroonbladeren.
D
De meeldraden.

Slide 8 - Quiz

Welke onderdelen van een bloem hebben vaak mooie, opvallende kleuren?
A
De kelkbladeren
B
De stamper
C
De kroonbladeren
D
De meeldraden

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de kelkbladeren?
A
Productie van nectar.
B
Opvangen van zonlicht.
C
Bescherming van de bloemknop.
D
Verspreiding van stuifmeel.

Slide 10 - Quiz

In welke van de genummerde bloemdelen vindt mitose plaats?
A
alleen in 1 en 5
B
alleen in 1 en 3
C
alleen in 3 en 5
D
in alle delen

Slide 11 - Quiz

In welke van de genummerde bloemdelen vindt MEIOSE plaats?
A
alleen in 1 en 5
B
alleen in 1 en 3
C
alleen in 3 en 5
D
in alle delen

Slide 12 - Quiz

De kernen van de cellen in de kroonbladeren van de bloem bevatten elk 24 chromosomen.
Hoeveel chromosomen bevatten de kernen van de cellen bij Q in deze doorsnede helmknop?
A
6
B
12
C
24
D
48

Slide 13 - Quiz