3 VMBO-KGT H1 I

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

H1 Grammatik I

Voorzetsels met de 3e naamval + persoonlijk voornaamwoord.

Bepaalde voorzetsels zorgen ervoor dat een persoonlijk voornaamwoord van vorm verandert.

Ik ben altijd vrolijk. Met mij kun je altijd lachen.

Door het voorzetsel met verandert ik in mij.

In het Duits gebeurt dit ook! Het persoonlijk voornaamwoord verandert dan van de eerste in de derde naamval.

Voorzetsels die voor een 3e naamval zorgen:

mit, nach, bei, seit, von, aus, zu

met, na, bij, sinds, van, uit, naar

Persoonlijk vnmw 1e naamval

ich

du

er/es/sie

wir

ihr

sie

Sie

Persoonlijk vnmw 3e naamval

mir

dir

ihm/ihr/ihm

uns

euch

ihnen

Ihnen

Dus het voorzetsel zorgt dat het persoonlijk voornaamwoord verandert van de 1e naamval in de 3e naamval:

Ich bin freundlich. Mit mir bekommt man nie ärger.

Du bist krank? Soll ich zu dir kommen?

Ihr habt viele Computerspiele. Kann ich von euch ein Paar ausleihen?

Vertaal naar het Duits:
Ich fahre mit (jullie) ins Krankenhaus.

1. ihr
2. euch
3. sie
4. uns

Vertaal naar het Duits:
Der Trainer holt alles aus (mij) heraus

1. ich
2. mich
3. mir
4. dir

Vertaal naar het Duits:
Kann ich mit (u) mitfahren?

1. Sie
2. sie
3. Ihnen
4. ihnen

Vertaal naar het Duits:
Kommen wir heute Abend zu (jou)?

1. mir
2. dir
3. du
4. dich

Vertaal naar het Duits:
Telefonierst du mit (hem)?

1. er
2. ihm
3. ihn
4. dir