‹Return to search

les 05 | VO3 | woordentoets

Nieuw logo
woordentoets
les 5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsWoordenschat+1testMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Lesson by TisTaal by Dutchily E.E.

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Introduction

Woordentoets over de woorden van les 01 en les 02.

Instructions

Les 3 start met een woordentoets over de woordenlijst van les 01-02.
[bron: ‘Rondje Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2021), p. 15]

In deze toets wordt gevraagd naar:
Synoniemen - Tegenstellingen - Omschrijvingen - Gebruik woord in een zin.
De woorden moeten correct zijn gespeld.

De antwoorden zijn in de bijlage van deze les opgenomen.
bron: Handleiding ‘Rondje Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2021), p. 77

Instructions

Items in this lesson

Nieuw logo
woordentoets
les 5

Slide 1 - Slide

Bezoek ook eens onze website
Deze toets gaat over de woorden van les 3 en les 4

Slide 2 - Slide


Geef een correct gespeld synoniem van
leefbaar

Slide 3 - Open question

Antwoord: aangenaam.

Geef een correct gespeld synoniem van
destijds

Slide 4 - Open question

Antwoord: vroeger.

Geef een correct gespeld synoniem van
imposant

Slide 5 - Open question

Antwoord: indrukwekkend.

Geef een correct gespeld synoniem van
de vergunning

Slide 6 - Open question

Antwoord: de toestemming.

Geef een correct gespeld synoniem van
de gevel

Slide 7 - Open question

Antwoord: de voorkant.

Geef een tegenstelling van bewust.

Slide 8 - Open question

Antwoord: onbewust.

Geef een tegenstelling van opruimen.

Slide 9 - Open question

Antwoord: vervuilen.

Geef een tegenstelling van uniek.

Slide 10 - Open question

Antwoord: gewoon.

Geef een tegenstelling van leefbaar.

Slide 11 - Open question

Antwoord: onbewoonbaar.

Geef een tegenstelling van ontspullen.

Slide 12 - Open question

Antwoord: verzamelen.

Omschrijf de betekenis met een grammaticaal correcte formulering van: het riool.

Slide 13 - Open question

Antwoord: een buizensysteem onder de grond voor afvalwater.



Omschrijf de betekenis met een grammaticaal correcte formulering van: verkameren.

Slide 14 - Open question

Antwoord: opdelen in kleine kamers om los te verhuren.

Omschrijf de betekenis met een grammaticaal correcte formulering van: de innovatie.

Slide 15 - Open question

Antwoord: een nieuwe uitvinding of verbetering van iets bestaands.

Omschrijf de betekenis met een grammaticaal correcte formulering van: het restauratieproject.

Slide 16 - Open question

Antwoord: een plan om oude gebouwen op te knappen en te behouden.

Omschrijf de betekenis met een grammaticaal correcte formulering van: de biodiversiteit.

Slide 17 - Open question

Antwoord: de verscheidenheid aan planten en dieren in een gebied.

Maak een zin waaruit de betekenis van
de woorden duidelijk blijkt
met: de woningnood.

Slide 18 - Open question

Bijvoorbeeld: door de woningnood zijn veel mensen op zoek naar een betaalbaar huis.

Maak een zin waaruit de betekenis van
de woorden duidelijk blijkt
met: de vergunning.

Slide 19 - Open question

Bijvoorbeeld: voor het bouwen van een huis heb je een vergunning nodig.

Maak een zin waaruit de betekenis van
de woorden duidelijk blijkt
met: het pand.

Slide 20 - Open question

Bijvoorbeeld: in dat oude pand komt binnenkort een museum.

Maak een zin waaruit de betekenis van
de woorden duidelijk blijkt
met: de fundering.

Slide 21 - Open question

Bijvoorbeeld: de fundering van het gebouw is verstevigd na de aardbeving.

Maak een zin waaruit de betekenis van
de woorden duidelijk blijkt
met: het overzicht verliezen.

Slide 22 - Open question

Bijvoorbeeld: als we allemaal door elkaar rennen, raakt de gymleraar het overzicht kwijt.

Hoe heb je de woordentoets gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

https://www.numo.nl/
bronnen:
https://wordwall.net/
www.lessonup.com
www.bitmoji.com
www.youtube.com
www.freepik.com 
Deze les is gemaakt door TisTaal by Dutchily. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team Dutchily.




Slide 24 - Slide

Bezoek onze website: