Test je kennis

Test je kennis
1 / 32
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Test je kennis

Slide 1 - Slide

Wat is een expeditieafdeling?
A
Militaire opslagplaats
B
Bedrijfsmagazijn
C
Hier worden de goederen geplaatst die verzendklaar zijn
D
Parkeerplaats

Slide 2 - Quiz

Wat is crossdocking?
A
Producten worden niet opgeslagen maar direct verzonden naar de klant
B
Producten worden één dag opgeslagen in het magazijn
C
Producten worden per vliegtuig vervoerd.
D
Dit woord bestaat niet in de logistiek

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van crossdocking?
A
Vermindering van opslagkosten
B
Vertraging in het verzendproces
C
Langer opslaan van goederen
D
Snelle doorvoer van goederen naar de eindbestemming

Slide 4 - Quiz

Wat is een duurzame verpakking?
A
Een verpakking die lang meegaat.
B
Een verpakking die goedkoop is.
C
Een verpakking die milieuvriendelijk is.
D
Een verpakking die veel afval produceert.

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen consumentenverpakking en distributieverpakking?
A
Een consumentenverpakking is groter dan een distributieverpakking.
B
Een consumentenverpakking is bedoeld voor eindgebruikers, terwijl een distributieverpakking wordt gebruikt voor het transporteren van producten.
C
Een distributieverpakking is bedoeld voor eindgebruikers, terwijl een consumentenverpakking wordt gebruikt voor het transporteren van producten.
D
Een consumentenverpakking is bedoeld voor het transporteren van producten, terwijl een distributieverpakking wordt gebruikt voor eindgebruikers.

Slide 6 - Quiz

Wat is track en trace?
A
Een methode om de inhoud van een pakketje te scannen.
B
Een speciale manier om pakketjes te verpakken.
C
Een methode om de locatie van een pakketje te volgen.
D
Een manier om het gewicht van een pakketje te meten.

Slide 7 - Quiz

Dit behandelingsetiket betekent:
A
Wijnglazen
B
Avondje zoep'n
C
Breekbaar
D
Deze kant boven

Slide 8 - Quiz

Sleep de gevarensymbolen naar de juiste betekenis
Ontvlambaar
Explosief
Giftig
Schadelijk voor milieu

Slide 9 - Drag question

THT is.....
A
Te Gebruiken Tot
B
Tijd Houd Tot
C
Tot Houdbaar Tijd
D
Tenminste Houdbaar Tot

Slide 10 - Quiz

krimpfolie
Span
banden
Sealen
Omsnoeren

Slide 11 - Drag question

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 12 - Quiz

Onderaan bedrijfskolom - hoog in waarde
Tweede in bedrijfskolom - iets meer waarde
Bovenaan bedrijfskolom - laag in waarde

Slide 13 - Drag question

Een expediteur...
A
Zorgt voor het verplaatsen van goederen
B
Zorgt voor het verzenden van goederen
C
Zorgt voor de administratieve afwerking en btw van goederen
D
Zorgt voor verzending en de administratie van goederen

Slide 14 - Quiz

De goederenstroom beheersen van de klant terug naar de producent.
De goederenstroom beheersen van het bedrijf
naar de klant. Dit proces is vooral gericht op verkoop.
De goederenstroom beheersen binnen het bedrijf. Dit proces is vooral gericht op productie.
Materiaal management
Fysiek distributiemanagement
Retourstromen

Slide 15 - Drag question

In de bedrijfskolom gaat de informatiestroom
A
Alleen van boven naar beneden
B
Twee kanten op
C
Alleen van beneden naar boven

Slide 16 - Quiz

Extra diensten bij verzendklaar maken: VAL/VAS  (sleep term bij juiste beschrijving)

In deze fase kunnen er ook nog allerlei extra werkzaamheden plaatsvinden. Logistieke dienstverleners en distributiecentra bieden vaak deze extra dienst aan. Voorbeelden hiervan zijn het bijvoegen van folders of facturen, of het uitvoeren van een laatste kwaliteitscontrole. 
Soms biedt de logistieke dienstverlener extra  diensten aan die niets met de goederenbehandeling te maken hebben. Hierbij kan je denken aan de het opmaken van documenten voor vervoer van gevaarlijke stoffen of documenten voor de douane. Ook uitvoeren van orderadministratie voor de klant kan hierbij horen.
VAL
VAS

Slide 17 - Drag question

HEMA is actief in meerdere bedrijfskolommen.
Ze verkopen namelijk kleding, voeding, huisartikelen, etc.
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallelisatie
D
Specialisatie

Slide 18 - Quiz

Profit-organisatie
Nonprofit-organisatie
Not-for-profit-organisatie

Slide 19 - Drag question

Wat is een stuwadoor?
A
degene die zich bezig houdt met het laden en lossen van containers/ schepen
B
degene die de exportpapieren regelt
C
onderdeel van de douane

Slide 20 - Quiz

Wat is een transporteur?
A
Iemand die goederen levert
B
Iemand van distributie
C
Iemand die producten invoert naar een ander land
D
Iemand die zorgt voor het verplaatsen van goederen

Slide 21 - Quiz

Wat is een AED?
A
Automatische Externe Defecten
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektrische Defibrillator
D
Automatische Eclectische Denkkader

Slide 22 - Quiz

staat wel in de arbowet 
staat niet in de arbowet 
dragen van veilgheidsschoenen
Wanneer je vakantie hebt
hoe laat je op je werk moet zijn
Hoe lang je mag werken

Slide 23 - Drag question

Wat is ergonomie?
A
is het aanpassen van je werkplek, zodat je er goed kunt werken.
B
is het aanpassen van je werk, zoals jouw baas dat wil.
C
is het aanpassen van je werkplek zodat ik mij hier thuis voel.
D
is het snel aanpassen van je werkplek voor feesten of andere gelegenheden.

Slide 24 - Quiz

Ieder bedrijf heeft een ontruimingsplan, ook scholen en kinderopvangorganisaties.
Wat staat er onder andere in een ontruimingsplan voor een kindercentrum?
A
De vluchtroute(s).
B
Wanneer de blusapparaten gecontroleerd zijn.
C
De wijze van ontruimen.
D
Datum van onderhoud van elektrische apparaten.

Slide 25 - Quiz

Wat zijn PBM's
A
Persoonlijke bezorg middel
B
Pitjes bestrijdingen middel
C
Product beschermend materiaal
D
Persoonlijke beschermende middelen

Slide 26 - Quiz

De Arbowet geeft voor gehoorbescherming het volgende aan:
Waar
soms, maar niet altijd
een werknemer is verplicht vanaf 85 decibel gehoorbescherming te dragen

Slide 27 - Drag question

Veiligheid schoenen
gehoorbescherming
milieugevaarlijk
Schadelijk

Slide 28 - Drag question

De MAC waarde zegt iets over
A
Hoeveel er van een stof in een ruimte aanwezig mag zijn
B
De kans dat een stof in een bekend fastfoodketen aanwezig zal zijn
C
De hoeveelheid waarbij de helft van de proefdieren dood gaat
D
Krijg hoger als iemand MAC zegt...

Slide 29 - Quiz

Wat kan een calamiteit veroorzaken?
A
Voetbalwedstrijden, concerten, filmavonden, etc.
B
Boeken, computers, schilderijen, etc.
C
Brand, overstroming, aardbevingen, ongevallen, etc.
D
Bloemen, zonneschijn, blije mensen, etc.

Slide 30 - Quiz

Wat zie je hier?
A
eenmalige distributieverpakking
B
meermalige distributieverpakking
C
eenmalige consumentenverpakking
D
meermalige consumentenverpakking

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide