Havo 4 tijdvak 1 t/m 4

Geschiedenis herhalen 1 t/m 4
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Geschiedenis herhalen 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Wat moet je voor het examen kennen
  • Tijdvakken en kenmerkende aspecten (35%) 
             - Tijdvak 5 t/m 10 + bijbehorende kenmerkende aspecten, SE 1 H 1t/m 6

             
 
  •     3 Historische contexten (65%)
          - Britse Rijk (1585-1900)
          - Duitsland in Europa (1918-1991)
          - Nederland (1948- 2008)

Slide 2 - Slide

Tijdvak 1 t/m 4

Slide 3 - Slide

Tijdvakken en k.a.

  • Tijdvakken helpen je om gebeurtenissen chronologisch te ordenen
  • de kenmerkende aspecten zijn gebeurtenissen/ontwikkelingen uit de geschiedenis.                                                                                                                                            - Bij elk k.a. moet je een voorbeeld kunnen geven van een                                         ontwikkeling of gebeurtenis.                                                                                            - Elk k.a. moet je aan een tijdvak kunnen koppelen.

Slide 4 - Slide

Tijdvak 1
Jagers en boeren

tot 3000 v.C. 

Prehistorie

Slide 5 - Slide

Waarom loopt tijdvak 1 (jagers en boeren) tot plm. 3000 v.C?

Slide 6 - Open question

Kenmerkend aspect:
de levenswijze van jagers en verzamelaars


  • leefden als nomaden
  •  jagen en verzamelen om aan voedsel te komen
  • ongeschreven bronnen

Slide 7 - Slide

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars
A
Nomadisch bestaan
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Bouwen van huizen

Slide 8 - Quiz

k.a. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
  • 10.000 v.C. landbouwrevolutie Vruchtbare Halvemaan
  • 5000 v.C. Limburg
  •  sedentair leven --> landbouwsamenleving
  • sociale organisatie

Slide 9 - Slide

Waarom is de landbouwrevolutie geen echte revolutie.
A
Omdat elders in de wereld nomaden bleven bestaan.
B
Omdat het over landbouw gaat en niet over politiek.
C
Revoluties vonden alleen plaats in de 18e eeuw.
D
De overstap naar sedentair bestaan duurde duizenden jaren.

Slide 10 - Quiz

k.a. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
  • plm. 3500 v.C. stedelijke gemeenschappen aan Tigris en Eufraat
  •  landbouwoverschot --> nijverheid en handel
  • bestuur
  • ontstaan schrift.

Slide 11 - Slide

Noem het (volgens jou) belangrijkste kenmerk van een stedelijke gemeenschap aan de Tigris rond 3500 v.C.

Slide 12 - Open question

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen

3000 v.C. - 500 n.C. 

Oudheid

Slide 13 - Slide

Het icoon voor tijdvak 2 is een tempel. Voor welke culturen waren tempels kenmerkend?
A
Grieken
B
Grieken en Romeinen
C
Romeinen
D
Voor geen van beiden

Slide 14 - Quiz

k.a. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
  • Griekenland bestond uit stadstaten --> landbouwstedelijke samenleving
  • bestuursvormen: monarchie, tirannie, aristocratie
  • 509 v.C. Atheense democratie
  • filosofen op zoek naar antwoorden --> verstand --> wetenschappelijk denken

Slide 15 - Slide

Weet je het nog? Wat is de Griekse benaming voor een stadstaat.
A
polis
B
demos
C
aristocratie
D
ostracisme

Slide 16 - Quiz

k.a. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. 



  • Plm. 750 v.C. ontstaan Rome
  • Door veroveringen uitbreiding tot machtig rijk
  • 1e eeuw V.C. --> keizerrijk
  • strak georganiseerd, Pax Romana
  • romanisering 

Slide 17 - Slide

Was Caesar een Romeinse keizer?
JA
Nee

Slide 18 - Poll

k.a. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • 500- 323 v.C. klassieke periode Griekse stadstaten
  • Romeinen zagen Griekse bouwkunst als voorbeeld
  • Grieks-Romeinse mengcultuur         --> klassiek 

Slide 19 - Slide

Het paleis (stadhuis) op de Dam heeft vele klassieke elementen. In welke eeuw is het paleis gebouwd?

Slide 20 - Open question

k.a. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 
  • 1e eeuw v.C. confrontaties Romeinen vs Galliërs en Germanen 
  • bewaking Romeinse limes 
  • Overname Romeinse cultuur
  • 476 val West-Romeinse Rijk
  • Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan --> Byzantijnse Rijk

Slide 21 - Slide

k.a. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. 

  • 1200 v.C. ontstaan jodendom
  • geloof in 1 god
  •  Romeinen veroveren Palestina
  • 1e eeuw ontstaan christendom
  • christenen weigeren Romeinse keizer als god te vereren
  • 391 christendom staatsgodsdienst RR

Slide 22 - Slide

Het geloof in 1 god, noemen we ....

Slide 23 - Open question

Tijdvak 3
Monniken en Ridders

500-1000

Middeleeuwen

Slide 24 - Slide

Aan keizer Karel de Grote (Frankische Rijk) was een olifant geschonken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

k.a. Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
  • 7e eeuw 
  • Profeet Mohammed 
  •  622 gevlucht uit  Mekka
  • Kaäba heiligdom
  • verovering Mekka
  • Snelle verspreiding 

Slide 26 - Slide

Naast de islam, bestonden al 2 monotheïstische godsdiensten. Welke waren dit?

Slide 27 - Open question

k.a. De vrijwel volledige vervanging in W-Eur van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. 
  • Na val W-RR --> landbouwsamenleving
  • Bescherming landheer
  • horige boeren
  • Domein  --> zelfvoorzienend
  • hofstelsel

Slide 28 - Slide

k.a. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
  • politiek systeem (leenman - leenheer)
  • vazallen zweren trouw
  • uitlenen land
  • verbrokkeling macht 

Slide 29 - Slide

Het feodalisme was een politiek systeem. Wat was het hofstelsel?
A
een cultureel systeem
B
een sociaal systeem
C
een godsdienstig systeem
D
een economisch systeem

Slide 30 - Quiz

k.a. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 
  • Tijdens Romeinse Rijk ontstaan
  • Germaanse volkeren niet christelijk
  • koning Clovis in 496 gedoopt
  • geestelijken nuttig voor bestuur
  • koningen beschermden geestelijken
  • missionarissen  verspreiding christendom

Slide 31 - Slide

tijdvak 4
Tijd van steden en staten

1000-1500

Middeleeuwen

Slide 32 - Slide

Welke ontwikkeling zorgde ervoor dat het tijdvak van steden en staten het tijdvak van monniken en ridders opvolgt?

Slide 33 - Open question

k.a. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarsch-urbane samenleving. 

  • 1000 herleving landbouwstedelijke samenleving
  • Landbouw bracht meer op
  • Meer gehandeld
  • Steden komen op --> ambachtslieden & handelaren

Slide 34 - Slide

k.a. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
  • stadsrechten kopen
  •  bestuur in handen van schout en  schepenen
  • Stad trok veel mensen (o.a. horigen) aan

Slide 35 - Slide

Wat is géén hanzestad?
A
Zwolle
B
Kampen
C
Wageningen
D
Zutphen

Slide 36 - Quiz

k.a. Het begin van staatsvorming en centralisatie. 
  • vorsten breiden hun macht uit
  • bestuur vanuit één centraal punt
  • dezelfde wetten en regels
  • ambtenaren
  • Frankrijk 
  • meer politieke eenheid

Slide 37 - Slide

k.a. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 

  • 1054 Oosters Schisma
  • 1075 ruzie paus & keizer
  • investituurstrijd 
  • 1122 oplossing aanstellen geestelijken

Slide 38 - Slide

Is sinterklaas een koning of een bisschop?

Slide 39 - Open question

k.a. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten. 
  • 1080 Constantinopel bedreigd door Seldjoeken 
  • Paus Urbanus II --> kruistocht
  • 1099 inname Jeruzalem 
  • 11e en 12e eeuw diverse kruistochten

Slide 40 - Slide

Einde kenmerkende aspecten en tijdvakken 1 t/m 4

Slide 41 - Slide