Havo 4 tijdvak 1 t/m 4

Geschiedenis in de bovenbouw
1 / 47
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Geschiedenis in de bovenbouw

Slide 1 - Slide

Wat moet je voor het examen kennen
  • Tijdvakken en kenmerkende aspecten (35%) 
             - Tijdvak 5 t/m 10 + bijbehorende kenmerkende aspecten
             - pagina 82 t/m 201 van Feniks
 
  •     3 Historische contexten (65%)
          - Britse Rijk (1585-1900)
          - Duitsland in Europa (1918-1991)
          - Nederland (1948- 2008)

Slide 2 - Slide

Programma havo 4 

periode 1: opdracht bij tijdvakken 1 t/m 4
periode 2: Tijdvakken 5 t/m 8: Thema Nederland: toets
periode 3: PO Indonesië
periode 4: HC Britse Rijk

Slide 3 - Slide

Deze periode

Maken jullie een praktische opdracht over tijdvak 1 t/m 4.
Geen toets en de stof hoef je niet te kennen voor het examen.
De opdracht wordt beoordeeld met o/v/g

Slide 4 - Slide

Tijdvak 1 t/m 4

Slide 5 - Slide

Tijdvakken en k.a.

  • Tijdvakken helpen je om gebeurtenissen chronologisch te ordenen
  • de kenmerkende aspecten zijn gebeurtenissen/ontwikkelingen uit de geschiedenis.                                                                                                                                            - Bij elk k.a. moet je een voorbeeld kunnen geven van een                                         ontwikkeling of gebeurtenis.                                                                                            - Elk k.a. moet je aan een tijdvak kunnen koppelen.

Slide 6 - Slide

Tijdvak 1
Jagers en boeren

tot 30000 v.C. 

Prehistorie

Slide 7 - Slide

Waarom loopt tijdvak 1 (jagers en boeren) tot plm. 3000 v.C?

Slide 8 - Open question

Kenmerkend aspect:
de levenswijze van jagers en verzamelaars


  • leefden als nomaden
  •  jagen en verzamelen om aan voedsel te komen
  • ongeschreven bronnen

Slide 9 - Slide

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars
A
Nomadisch bestaan
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Bouwen van huizen

Slide 10 - Quiz

k.a. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
  • 10.000 v.C. landbouwrevolutie Vruchtbare Halvemaan
  • 5000 v.C. Limburg
  •  sedentair leven --> landbouwsamenleving
  • sociale organisatie

Slide 11 - Slide

Waarom is de landbouwrevolutie geen echte revolutie.
A
Omdat elders in de wereld nomaden bleven bestaan.
B
Omdat het over landbouw gaat en niet over politiek.
C
Revoluties vonden alleen plaats in de 18e eeuw.
D
De overstap naar sedentair bestaan duurde duizenden jaren.

Slide 12 - Quiz

k.a. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
  • plm. 3500 v.C. stedelijke gemeenschappen aan Tigris en Eufraat
  •  landbouwoverschot --> nijverheid en handel
  • bestuur
  • ontstaan schrift.

Slide 13 - Slide

Noem het (volgens jou) belangrijkste kenmerk van een stedelijke gemeenschap aan de Tigris rond 3500 v.C.

Slide 14 - Open question

Leerdoelen
  • Op pagina 27 staan de leerdoelen van hoofdstuk 1. Bestudeer deze leerdoelen en probeer deze te beantwoorden (antwoorden hoef je niet te noteren). 
  • Bedenk nu 1 toetsvraag bij één van de leerdoelen van pagina 27. 

Slide 15 - Slide

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen

3000 v.C. - 500 n.C. 

Oudheid

Slide 16 - Slide

Het icoon voor tijdvak 2 is een tempel. Voor welke culturen waren tempels kenmerkend?
A
Grieken
B
Grieken en Romeinen
C
Romeinen
D
Voor geen van beiden

Slide 17 - Quiz

k.a. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
  • Griekenland bestond uit stadstaten --> landbouwstedelijke samenleving
  • bestuursvormen: monarchie, tirannie, aristocratie
  • 509 v.C. Atheense democratie
  • filosofen op zoek naar antwoorden --> verstand --> wetenschappelijk denken

Slide 18 - Slide

Weet je het nog? Wat is de Griekse benaming voor een stadstaat.
A
polis
B
demos
C
aristocratie
D
ostracisme

Slide 19 - Quiz

k.a. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. 



  • Plm. 750 v.C. ontstaan Rome
  • Door veroveringen uitbreiding tot machtig rijk
  • 1e eeuw V.C. --> keizerrijk
  • strak georganiseerd, Pax Romana
  • romanisering 

Slide 20 - Slide

Was Caesar een Romeinse keizer?
JA
Nee

Slide 21 - Poll

k.a. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • 500- 323 v.C. klassieke periode Griekse stadstaten
  • Romeinen zagen Griekse bouwkunst als voorbeeld
  • Grieks-Romeinse mengcultuur         --> klassiek 

Slide 22 - Slide

Het paleis (stadhuis) op de Dam heeft vele klassieke elementen. In welke eeuw is het paleis gebouwd?

Slide 23 - Open question

k.a. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 
  • 1e eeuw v.C. confrontaties Romeinen vs Galliërs en Germanen 
  • bewaking Romeinse limes 
  • Overname Romeinse cultuur
  • 476 val West-Romeinse Rijk
  • Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan --> Byzantijnse Rijk

Slide 24 - Slide

k.a. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. 

  • 1200 v.C. ontstaan jodendom
  • geloof in 1 god
  •  Romeinen veroveren Palestina
  • 1e eeuw ontstaan christendom
  • christenen weigeren Romeinse keizer als god te vereren
  • 391 christendom staatsgodsdienst RR

Slide 25 - Slide

Het geloof in 1 god, noemen we ....

Slide 26 - Open question

leerdoelen
Sla je boek open op pagina 45. Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 27 - Slide

Tijdvak 3
Monniken en Ridders

500-1000

Middeleeuwen

Slide 28 - Slide

Aan keizer Karel de Grote (Frankische Rijk) was een olifant geschonken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

k.a. Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
  • 7e eeuw 
  • Profeet Mohammed 
  •  622 gevlucht uit  Mekka
  • Kaäba heiligdom
  • verovering Mekka
  • Snelle verspreiding 

Slide 30 - Slide

Naast de islam, bestonden al 2 monotheïstische godsdiensten. Welke waren dit?

Slide 31 - Open question

k.a. De vrijwel volledige vervanging in W-Eur van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. 
  • Na val W-RR --> landbouwsamenleving
  • Bescherming landheer
  • horige boeren
  • Domein  --> zelfvoorzienend
  • hofstelsel

Slide 32 - Slide

k.a. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
  • politiek systeem (leenman - leenheer)
  • vazallen zweren trouw
  • uitlenen land
  • verbrokkeling macht 

Slide 33 - Slide

Het feodalisme was een politiek systeem. Wat was het hofstelsel?
A
een cultureel systeem
B
een sociaal systeem
C
een godsdienstig systeem
D
een economisch systeem

Slide 34 - Quiz

k.a. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 
  • Tijdens Romeinse Rijk ontstaan
  • Germaanse volkeren niet christelijk
  • koning Clovis in 496 gedoopt
  • geestelijken nuttig voor bestuur
  • koningen beschermden geestelijken
  • missionarissen  verspreiding christendom

Slide 35 - Slide

leerdoelen tijdvak 3
Sla je boek open op pagina 61. Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 36 - Slide

tijdvak 4
Tijd van steden en staten

1000-1500

Middeleeuwen

Slide 37 - Slide

Welke ontwikkeling zorgde ervoor dat het tijdvak van steden en staten het tijdvak van monniken en ridders opvolgt?

Slide 38 - Open question

k.a. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarsch-urbane samenleving. 

  • 1000 herleving landbouwstedelijke samenleving
  • Landbouw bracht meer op
  • Meer gehandeld
  • Steden komen op --> ambachtslieden & handelaren

Slide 39 - Slide

k.a. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
  • stadsrechten kopen
  •  bestuur in handen van schout en  schepenen
  • Stad trok veel mensen (o.a. horigen) aan

Slide 40 - Slide

Wat is géén hanzestad?
A
Zwolle
B
Kampen
C
Wageningen
D
Zutphen

Slide 41 - Quiz

k.a. Het begin van staatsvorming en centralisatie. 
  • vorsten breiden hun macht uit
  • bestuur vanuit één centraal punt
  • dezelfde wetten en regels
  • ambtenaren
  • Frankrijk 
  • meer politieke eenheid

Slide 42 - Slide

k.a. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 

  • 1054 Oosters Schisma
  • 1075 ruzie paus & keizer
  • investituurstrijd 
  • 1122 oplossing aanstellen geestelijken

Slide 43 - Slide

Is sinterklaas een koning of een bisschop?

Slide 44 - Open question

k.a. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten. 
  • 1080 Constantinopel bedreigd door Seldjoeken 
  • Paus Urbanus II --> kruistocht
  • 1099 inname Jeruzalem 
  • 11e en 12e eeuw diverse kruistochten

Slide 45 - Slide

Einde kenmerkende aspecten en tijdvakken 1 t/m 4

Slide 46 - Slide

leerdoelen tijdvak 4
Sla je boek open op pagina 81. Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 47 - Slide