This lesson contains 14 slides, with text slides.
8.55 - 9.15 Kahoot over woordenschat
9.15 - 9.35 Keuzemenu
9.35 - 9.45 Les afsluiten (2 waarheden, 1 leugen?)
Keuze 1: Je gaat opdracht 1 /tm 7 nakijken, je haalt bij mij het antwoordenboek op.
Keuze 2: Je gaat beginnen met startopdracht op blz 58 en maakt opdracht 1, 2 en 3 verder.
Keuze 3: Je gaat leren voor de toets voor morgen. (Maak rijtjes van de woorden of leer de zinnen)
Keuze 4: Je mag de keuzes ook combineren, eerst 1 dan 3
1. Jullie werken alleen fluisterend
2. Heb je een vraag? Steek dan je hand op
3. Heb je alles klaar? Kom dan bij mij
Toets voor morgen. Ken alle woorden met de synoniemen!
Welke is juist?
Hoe heet die film ook alweer die present/recent is uitgekomen?
Het dragen van een riem met gesp is echt een hype/circa.
Hoe kan je de betekenis van een woord in de tekst vinden?
Hoe kan je de betekenis van een woord in de tekst vinden?
1. zoek de betekenis tussen haakjes of komma's in dezelfde zin.
2. zoek de betekenis in de volgende zin, de zin die erna komt.
3. zoek de betekenis in de vorige zin, de zin die ervoor komt.
Wanneer schrijf je een hoofdletter? (2 mogelijkheden)
Horen dit en dat bij de of het?
Horen deze en die bij de of het?
Welk woord bepaalt in het samenstelling of het een de of een het woord is? Bijvoorbeeld in schoolboek of klaslokaal?
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.