voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Opdracht

Kijk in TEAMS Nederlands 1D, bij het kopje ' bestanden'. Hier staan de antwoorden van de vorige les. Je gaat jouw antwoorden hiermee nakijken! 

Klaar? Dan kun je verder met deze LessonUp.

Herhaling voorzetselvoorwerp (vzv)

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Waarom zou je / aan jezelf/ twijfelen?

1. ja
2. nee

Wat is hier het vzv?
De oppas wachtte op haar oppaskinderen

Wat is hier het vzv?

Ik houd van koekjes

1. houd
2. houd van
3. koekjes
4. van koekjes

Wat is hier het vzv?

Mijn moeder zit op die rode stoel

1. zit op
2. mijn moeder
3. op die rode stoel
4. die rode stoel

Vind je dit nog lastig?

Plan gelijk een FLEX Grammatica! Dan ben je nog op tijd om bij te spijkeren voor de toets!

Boek Nederlands

Bladzijde 152

Maken: opdracht 6 & 7

Je schrijft de opdrachten in je schrift. Je mag samenwerken, maar allebei schrijf je de antwoorden in je schrift.

 

Vind je dit nog lastig?

Plan gelijk een FLEX Grammatica! Dan ben je nog op tijd om bij te spijkeren voor de toets!

Klaar, maar de les nog niet voorbij?

Ga verder met de Leesautobiografie

Tot de volgende keer!