5. El aspecto físico

¡Buenos días!
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • De verslaggever

  • El aspecto físico

  • Los deberes
Cancún, badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatan

Slide 2 - Slide

De verslaglegger van klas W1A
Bedenk tijdens de les 3 vragen. 

Deze 3 vragen mag je aan het eind van de les stellen aan je klasgenoten.

Zorg dat de vragen te maken hebben met het lesdoel van vandaag.
LesdoelIk kan het uiterlijk van iemand beschrijven.

Slide 3 - Slide

Vamos a leer

Slide 4 - Slide

2.1    el aspecto físico
Wanneer gebruik je delgado, guapo? En wanneer delgada, guapa?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

El aspecto físico
Als je een mindere eigenschap omschrijft dan zet je er in het Spaans "un poco" voor.

- Es un poco guapo
Hij is een beetje knap.

- Es un poco alta. 
Zij is een beetje lang.  

Slide 8 - Slide

2.1    el aspecto físico
Wanneer gebruik je delgado, guapo? En wanneer delgada, guapa?
Hij/zij is dik.
Hij/zij is knap.
Hij/zij is jong.
Hij/zij is oud.
Hij/zij is kaal.
Het zijn bijvoeglijk naamwoorden. Als ze iets zeggen over een jongen dan gebruik je de mannelijke vorm (o). Als ze iets zeggen over een meisje dan gebruik je de vrouwelijk vorm (a). 

El chico guapo. (de knappe jongen)
La chica guapa. (het knappe meisje)

Slide 9 - Slide

Hij/zij heeft grote ogen
Hij/zij heeft blauwe ogen
Hij/zij heeft groene ogen
Hij/zij heeft zwarte ogen
Hij/zij heeft bruine ogen
Hij/zij heeft donker haar.
Hij/zij heeft kastanjebruin haar.
Hij/zij heeft krullen.
Hij/zij heeft lang haar.
Hij/zij heeft kort haar.
PELO RUBIO
Rubio zegt iets over pelo. Pelo is mannelijk (eindigt op een o). 

CARMEN ES RUBIA
Rubia zegt nu iets over Carmen. Carmen is een meisje, dus vrouwelijk.

Slide 10 - Slide

Hij/zij heeft een kleine mond.
Hij/zij heeft een grote neus.
Hij heeft een baard.

Slide 11 - Slide

Describe físicamente las siguientes personas
Maak gebruik van dit schema
Schrijf zinnen in je schrift.

Slide 12 - Slide

Describe físicamente las siguientes personas
Susana: Es delgada. Tiene los ojos azules.
Rebeca: Es joven. Tiene el pelo largo.
Teresa: Es delgada. Tiene el pelo rubio. 
María: Es mayor. Tiene el pelo canoso. Tiene los ojos pequeños. 
Juan: Es joven. Tiene el pelo corto. Tiene el pelo castaño. Tiene los ojos grandes. 
José: Es gordo. Tiene el pelo corto. Lleva gafas.

Slide 13 - Slide

De verslaglegger van W1A...
Vraag 1: ____________________


Vraag 2: ____________________


Vraag 3: ____________________

Slide 14 - Slide

Los deberes

Leren: woordenschat 2.1 el aspecto físico.
miércoles, 19 de mayo,  tercera hora

Slide 15 - Slide