5.1 Besluiten en besturen in Nederland

De wereld na 1945
5.1 Besluiten en besturen in Nederland
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

De wereld na 1945
5.1 Besluiten en besturen in Nederland

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
Pak je tekstboek en Cornellschrift
Cijfers hfst. 4
Je maakt je eigen planning voor dit hoofdstuk
Uitleg par. 5.1 

Vragen over cijfers?
Hulp nodig bij de opdrachten van hoofdstuk 5?
Schrijf je in voor KWT!

Slide 2 - Slide

Maak je planning
Je kiest per paragraaf of je een samenvatting van de paragraaf of de opdrachten in de online lesmethode (GWP) maakt.

Bij paragraaf 5.3 en 5.4 kies je één van de vier deelopdrachten. 
Van die paragraaf maak je alleen de opdracht. 

Van de overige paragrafen heb je de opdrachten online gemaakt of een samenvatting of opdracht ingeleverd in CumLaude.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd
  • hoe de Tweede Kamer en de regering tot stand komen en werken
  • hoe lagere overheden tot stand komen en werken

Slide 5 - Slide

Weet je nog?
Wat is een parlementaire democratie? (hfst. 2)

Slide 6 - Open question

Parlementaire democratie 
Parlement = de volksvertegenwoordiging van een land. Door burgers gekozen (door middel van stemmen)
Democratie = het volk beslist

Het volk heeft de macht, maar kiest een parlement dat namens hen bestuurt. 

Slide 7 - Slide

Regering

Slide 8 - Mind map

De regering 
De regering bestaat uit de koning, minister-president en de ministers.
kabinet = de ministers en staatssecretarissen

De regering heeft twee taken:
  • het land besturen
  • wetten maken


Slide 9 - Slide

macht van de koning

Slide 10 - Mind map

De koning heeft geen macht; de ministers zijn verantwoordelijk voor zijn daden en uitspraken. 

Slide 11 - Slide

Parlement
= volksvertegenwoordiging
Bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer --> Staten-Generaal
De regering moet steun hebben van het parlement.

Het parlement heeft twee taken: 
  • controleert de regering 
  • maakt samen met de regering wetten 

Slide 12 - Slide

Een wet maken
Hoe gaat dat? (de korte versie)

--> Voorbeeld Watersnoodramp 1953

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Er werd een plan gemaakt om de dijken te verhogen en andere maatregelen te nemen tegen hoog water.
Om dat uit te voeren was er een wet nodig, die goedgekeurd moet worden.

Slide 16 - Slide

Een wet maken en uitvoeren
Na de watersnoodramp van 1953 maakten ambtenaren plannen om zo'n ramp in de toekomst te voorkomen en  de regering stelde in 1955 de Deltawet op.


Na goedkeuring door de Tweede Kamer (1957) en Eerste Kamer (1958) voerde de regering de wet uit.

Daarna was er alleen nog een handtekening van de koning(in) nodig.

In 1986 opende koningin Beatrix de stormvloedkering in de Oosterschelde. De Deltawerken waren klaar. 

Slide 17 - Slide

Regering en parlement
Het land wordt bestuurd door de regering die bestaat uit het kabinet plus de koning(in). Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen: onderministers. 
 
De regering heeft twee taken:  
  • het land besturen  
  • wetten maken 
 
Het parlement
  • controleert de regering 
  • maakt samen met de regering wetten 

Slide 18 - Slide


Het parlement

  • In Nederland hebben we een parlementaire democratie
    Dit betekent dat de regering steun moet hebben van de door de burgers gekozen volksvertegenwoordiging

  • De Eerste Kamer en Tweede Kamer vormen samen het parlement, ons parlement heet 'de Staten-Generaal'

Slide 19 - Slide

De burgers kiezen de Tweede Kamer, dat noemen we actief kiesrecht
Burgers hebben ook passief kiesrecht
 De Kamerleden van een politieke partij vormen samen een fractie. Parlementsleden hebben parlementaire onschendbaarheid
 
Na de verkiezingen vormen de regeringspartijen een nieuwe regering. Er zijn ook oppositiepartijen
 
Media zijn belangrijk in de politiek voor het doorgeven van informatie tussen politici 
en burgers. Burgers kunnen de politiek beïnvloeden via de media, door 
demonstraties en door contacten met politici. 

Slide 20 - Slide

De regering en het parlement
De regering bestaat uit de koning, de minister president en de ministers.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video


Landelijk

  • De Eerste Kamer wordt indirect gekozen, namelijk:
    De bevolking stemt op de Provinciale Staten → zij stellen de Eerste Kamer samen

  • De Eerste Kamer moet de wetten controleren die de regering heeft opgesteld.
    De Eerste Kamer kan zelf geen wetsvoorstellen doen

Slide 23 - Slide


Landelijk

  • De Tweede Kamer wordt direct door de bevolking gekozen

  • De Tweede Kamer controleert het dagelijks bestuur (de regering), maar kan zelf ook wetsvoorstellen doen

Slide 24 - Slide

De koning heeft geen macht; de ministers zijn verantwoordelijk voor zijn daden en uitspraken. Dit heet ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Waaruit bestaat de regering?
A
De koning en minister- president.
B
De regering bestaat uit de koning, de minister- president en de ministers.
C
De ministers en minister-president.

Slide 28 - Quiz

Welke twee taken heeft de regering?
A
Het land besturen
B
Wetten maken
C
Wetten handhaven
D
Wetten beoordelen

Slide 29 - Quiz

Het parlement controleert de regering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Burgers kiezen (rechtstreeks/ direct) de leden van de
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer

Slide 31 - Quiz

Leg uit wat een fractie is

Slide 32 - Open question

Bij actief kiesrecht kun je jezelf verkiesbaar stellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat is een coalitie
A
onenigheid tussen partijen
B
samenwerking tussen partijen

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

We lezen samen !



Lagere overheden blz. 74

Slide 36 - Slide

Lagere overheden
  • provincies
  • gemeenten
  • waterschappen

Slide 37 - Slide

Er zijn lagere overheden:  
provincies: beslissen bijvoorbeeld over natuurgebieden 
gemeenten: gemeentebestuur gaat over zaken die in 
steden en dorpen spelen. 
waterschappen: door burgers gekozen bestuur dat de waterhuishouding in een gebied regelt 
 
De inwoners van de provincies kiezen de leden van de Provinciale Staten. Die kiezen uit hun midden de Gedeputeerde Staten.  De commissaris van de Koning(in): 
voorzitter van het provinciebestuur. 

Slide 38 - Slide

De gemeenteraad beslist over het gemeentebeleid en controleert het college van burgemeester en wethouders (B en W).  
 
De gemeenteraad benoemt de wethouders en de regering de burgemeester, nadat de gemeenteraad daarover heeft geadviseerd. 

gemeenteraad: door de burgers van de gemeente gekozen vertegenwoordiging 
 
burgemeester en wethouders:  (B en W) dagelijks bestuur van de gemeente 

Slide 39 - Slide

  Huiswerk bij deze les:
Maak van par. 5.1

een samenvatting of
de opdrachten in GWP







Slide 40 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 41 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 42 - Open question