This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Good Morning class!
Use your laptop!
Use your own name!
Take out your notebook and a pen!
PHONES IN YOUR BAG!
Slide 1 - Slide
Past simple
Slide 2 - Slide
Uitleg eindtoets
Je krijgen allemaal een oefenboekje met een paar opdrachten en dan op de toets moeten jullie ook nog een stukje lezen (klein oefenboekje daarvoor volgt zo snel mogelijk)
Slide 3 - Slide
De onderwerp
Past Simple vs Past Continuous vs Present Perfect pag. 3
Modals pag. 7
Adjectives & Adverbs pag. 10
Few & Little pag. 12
Pitfalls pag. 13
Used To pag. 15
Diagnostische toets pag. 16
Slide 4 - Slide
Wat heb jij gisteren gedaan?
Slide 5 - Open question
What do think of when we say 'past'?
Slide 6 - Mind map
Wanneer gebruiken we de past simple?
A
Om over de toekomst te praten
B
Om te praten over afgelopen gebeurtenissen uit het verleden.
C
Om over het heden te praten
D
Om te praten over een gebeurtenis die nog niet is afgelopen uit het verleden.
Slide 7 - Quiz
Past simple
We gebruiken de past simple wanneer we het hebben over acties die in het verleden zijn gebeurd en die klaar zijn.
Example:
I broke a window yesterday.
They were at school last Friday.
Slide 8 - Slide
Past simple vorm
Stam +ed
of onregelmatig
bijv. was/were of went
Slide 9 - Slide
What do you already know?
I was home yesterday.
You were ill last Wednesday.
He was too tired to play the other day
We were up late last night.
They were on holiday last Saturday.
Slide 10 - Slide
Past Simple (was/were)
Use:
To talk about facts in the past or something that happened in the past
Was/ were
Signal words:
yesterday, last day/night/morning/afternoon/evening/year, the other day, five hours ago, in [year]
Slide 11 - Slide
Signaalwoorden past simple
yesterday, last weekend, a minute ago, this morning, a year ago
Alle woorden die aangeven dat iets in het verleden gebeurde.
Slide 12 - Slide
Was/were: The dog ..... in the park alone yesterday.
A
Was
B
Were
Slide 13 - Quiz
Was or were: I ...... in Wales two years ago.
A
Was
B
Were
Slide 14 - Quiz
Was/were: They ...... mad at the driver.
A
Was
B
Were
Slide 15 - Quiz
Was/were: You .... very busy last Friday
A
Was
B
Were
Slide 16 - Quiz
The dog .... in the park alone yesterday. (was/were)