Communicatievormen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Programma

Terugblik

Lesdoelen

Non-verbale communicatie

Ruis

Lesdoelen

Je kunt uitleggen wat communicatievormen zijn

Je kunt benoemen wat de impact van verbale en non-verbale communicatie is

Eenzijdige communicatie

Tweezijdige of meerzijdige communicatie

Radioprogramma over de maatschappij 

Toespraak van de minister op tv

De docent geeft instructies voor een opdracht

Begeleidingsgesprek met een zorgvrager

Discussie met medestudent

In een gesprek kun je alleen de ontvanger of de zender zijn.

1. Niet waar
2. Waar

Non-verbale communicatie

Verbale communicatie

glimlachen

weglopen uit een gesprek

Iemand aanspreken

Een boodschap achterlaten op een briefje

iemand negeren

Verbale communicatie

Mondelinge communicatie

Schriftelijke communicatie

Non-verbale communicatie

Communicatie waarbij we geen gebruik maken van taal of woorden

Onderverdeeld in 5 categorieën

Waar valt gebarentaal onder?

1. Verbale communicatie
2. Non-verbale communicatie

Peri-verbaal

De tijd en ruimte waarin een gesprek plaatsvindt

Voorbeelden hiervan?

Para-verbaal

Jouw stem en intonatie

Hoe kun je hier gebruik van maken tijdens je werk?

Infra-verbaal

Geuren, kleuren en vormen hebben invloed op een gesprek

In hoeverre ben je hier bewust van?

Supra-verbaal

Communicatie doormiddel van je uiterlijk

Opdracht

• Bespreek met je medestudent welke supra-verbale communicatie je laat zien.
  
  
• Ziet de ander dat ook? 
  
  
• Bespreek de verschillen.

Pre-verbaal

Communiceren met lichaamstaal

Wat is belangrijker in de communicatie?

non-verbale communicatie

verbale communicatie

Ruis in de communicatie

Extern

Intern

Externe ruis

Interne ruis

Psychologische ruis: Verwachtingen en ideeën over de ander

Semantische ruis: Taal van de ander niet kunnen begrijpen

00:45

Door welke vorm van ruis ontstaat er hier miscommunicatie? Waar merk je dat aan?

00:55

Welke vorm van ruis zorgt hier voor de miscommunicatie?

Afsluiting van de les

Wat is je vandaag bijgebleven?

Wat vond je prettig aan de les?