spelling klas 2 module 2

BEGINTAAK
(worden) je ook gek van die online lessen?
A
word
B
wordt
1 / 38
next
Slide 1: Quiz
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BEGINTAAK
(worden) je ook gek van die online lessen?
A
word
B
wordt

Slide 1 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • begin bij het eind 
       (Wat gaan we leren?)
  • dagdoel 1: waar staan jullie?
      (0-meting)
  • dagdoel 2: ik kan de PV in de TT en de VT goed schrijven
  • huiswerk: mk opdracht 1 en 2

Slide 2 - Slide

begin bij het eind
•    Kan ik de PV in TT en VT schrijven
•    Kan ik het VD van sterke en zwakke werkwoorden goed schrijven.
•    Weet ik hoe ik een BN afgeleid van een werkwoord moet schrijven
•    Kan ik de SPIEKTRUC  goed gebruiken.
•    Kan ik het meervoud van ZN goed schrijven
•    Weet ik hoe ik getallen tot twintig in een gewone tekst moet schrijven
•    Weet ik hoe ik samenstellingen schrijf
•    Ik weet wanneer ik een trema of een koppelteken moet gebruiken

Slide 3 - Slide

dagdoel 1: 0-meting (waar staan jullie?)
  • doel: ik weet waar jullie staan
  • je maakt de 0-meting voor dagdoel 2
  • maak opdracht 1 en 2
  • quiz

Slide 4 - Slide

Ik (verzwikken) mijn enkel.
(zonnebaden) je zus de hele dag?
(grazen) de ezel?
timer
2:00
Tekst

Slide 5 - Open question

Op haar verjaardag (trakteren, vt) Daan en Tom op snoep.
Op de feesttaart (branden, vt) 15 kaarsjes.
Het meisje (lusten, vt) wel drie mokkapunten.

timer
2:00

Slide 6 - Open question

dagdoel 2: ik kan de pv in de TT en de VT schrijven
  • ging de 0-meting goed?
  • maak opdracht 1 en 2 zelfstandig (geluid uit)
  • vind je het moeilijk?
  • blijf erbij... we maken samen een begin met opdracht 1 en 2
  • huiswerk voor vrijdag: mk 1 en 2

Slide 7 - Slide

A. Word je ook gek van die online lessen?
B. Wordt je ook gek van die online lessen?
A
word
B
wordt

Slide 8 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • nakijken opdracht 1 en 2
  • checken of we ons vorige dagdoel hebben bereikt: ik kan
 de pv in de TT en VT goed schrijven
  • nieuw dagdoel:ik kan het VD  en het TD op de juiste manier schrijven
  • huiswerk: mk opdracht 3 en 4

Slide 9 - Slide

  • gooi
  • loopt
  • beloof
  • vind
  • rijd
  • bouw
  • wil
  • belooft
  • bloedt
  • brandt aan
  • mis
  • raakt
  • vind
  • barst
  • draai
  • loop
  • vindt
  • beantwoordt
  • maak
  • geef
  • wordt
  • vindt
  • verft
  • verblindt
  • beantwoordt
  • wordt

Slide 10 - Slide

  • reed
  • zag
  • brak
  • pakte
  • knaagde
  • bonsde
  • durfde(n)
  • schrok
  • verkleedde
  • trapte
  • miste
  • bloosden
  • mistte
  • installeerde
  • verloofde
  • stopte
  • hechtte
  • verhuisden
  • wachtte
  • slikte
  • verbrandde
  • zakte
  • dweilde
  • beefde
  • kampeerden
  • waaide
  • volbracht
  • ondervond
  • verging

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

nieuw dagdoel: ik kan het VD goed schrijven
voltooid deelwoord:
  • sterke werkwoorden: lopen-gelopen, zingen-gezongen, brengen- gebracht

  • zwakke werkwoorden: verhuizen- verhuisd, dweilen - gedweild, verven- geverfd
  • XTC-KOFFIESHOP
  • verhuizen- verhuiz- verhuisd
  • dweilen- dweil- gedweild
  • verven- verv - geverfd

Slide 13 - Slide

nieuw dagdoel: ik kan het TD goed schrijven
tegenwoordig deelwoord:
hele werkwoord + D
rennend, fietsend, lopend, zingend, werkend

Slide 14 - Slide

aan de slag!
maak opdracht 3 en 4 voor volgende week maandag
huiswerk komt ook in Magister
fijn weekend!

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
  • afsluiten werkwoordspelling: quiz
  • nieuw dagdoel: ik kan het meervoud van het ZN goed schrijven
  • korte instructie
  • huiswerk: maken opdracht 6

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

meervoud van: bureau, piano, fee, industrie, olie, kloof, politicus

Slide 18 - Open question

aan de slag!
  • maken opdracht 6
  • kijk goed naar je theorie
  • alvast een fijn weekend!

Slide 19 - Slide

cadeaus, tweeën, industriën, laarzen, medici
A: goed B: fout
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • dagdoel was: ik kan het ZN in het meervoud schrijven
  • nakijken opdracht 6
  • dagdoel checken: quizje
  • nieuw dagdoel: ik weet hoe ik getallen tot twintig in een gewone tekst moet gebruiken
  • korte instructie
  • huiswerk voor vrijdag: maken opdracht 7

Slide 21 - Slide

opdracht 6

  • garages
  • chauffeurs
  • files
  • zomers
  • tiara's
  • slurfen
  • agenda's
  • paraplu's
  • video's
  • muizen
  • lentes
  • camera's
  • kangoeroes
  • staven
  • reparaties
  • oliën
  • bacteriën
  • melodieën
  • abonnees
  • feeën
  •   milieus 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

nieuw dagdoel: getallen tot twintig in een gewone tekst
  • bekijk eerst het instructiefilmpje
  • huiswerk: opdracht 7

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

wat gaan we doen?
  • dagdoel was: getallen in cijfers of woorden
  • nakijken opdracht 7
  • nieuw dagdoel: samenstellingen
  • korte instructie
  • maken opdracht 8
  • bespreken opdracht 8
         
         

           
             
             
                Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
             
             
           

            28
           

           

           
             
               
                  Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
               
             
           

           
           
             
               
                  Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
               
             
           

           
             
               
                  Differentiëer
               
             
             

               
                 
                    Differentiëer
                 
                 
                 

                 
                    Instellingen
                 
               
             
           


           
       
         
           
     
       
       
       
       
       
       
       
         
           
             
           
         
       
     

       
       

       
       
         
             
              stap voor stap
           
         
       

       
       

       
           
       

     
     
     
         
       
       
       
         
           
           
           
             
     
       
       
        Slide
     
     
           
           
           
         
       
     
           

           

           
       
       
         
         
       
     
         

         

         
        akijken opdracht 8

                            
                                
                                    
                                        
        
            
                
        
    
                
                    
                    
                        
                            
    
      
        
 
    
    
    
    
    BEGINTAAK(worden) je ook gek van die online lessen?
    
      
        
        
    
      
    
    

    
      
        
    
      A
      
        word
      
    
 
      
        
    
      B
      
        wordt
      
    
 
      
    
    
 
 
 
      
    
    
    
      
    
 
                        
                    
                
                
                    
                        
                         spelling klas 2 module 2
                    
                
                
                    Nederlands
                
                
                    
                        
                            
                                Leerjaar
                                onderbouw
                            
                        

                    
                
            
        
    

                                    
                                
                            

                            
                       
nieuw dagdoel:  hoe schrijf ik samenstellingen?
korte instructie
huiswerk voor maandag 8 juni: mk opdracht 8

Slide 26 - Slide

opdracht 7: rood = fout
1.    Het artikel is vijftig keer geretweet en 45 keer geliket.
2.    Het artikel is 50 keer geretweet en 45 keer geliket.
3.    De training had 21 deelnemers.
4.    De training had eenentwintig deelnemers
5.    De reddingsbrigade heeft vandaag 7 drenkelingen gered.
6.    Sinds de jaren vijftig worden steeds meer Engelse woorden gebruikt.
7.    Japan telt het grootste aantal honderdjarigen ter wereld.
8.    Schrijf je het getal 1000 in cijfers of in letters?
9.    De schade als gevolg van de hagelbui loopt in de miljoenen.

Slide 27 - Slide

stap voor stap

Slide 28 - Slide

opdracht 8 (samenstellingen)

Slide 29 - Open question

begintaak
Maak van de volgende woorden een goede samenstelling:

zon + paneel
seconde+ wijzer
groente + soep
station + straat

Slide 30 - Slide

wat gaan we doen?

  • begin bij het eind
  • dagdoel: ik weet wanneer ik een trema of een koppelteken moet gebruiken
  • korte instructie
  • maken+ bespreken opdracht 9
  • doel checken: afsluiter
  • huiswerk voor volgende week maandag: maken proeftoets
  • 29 juni: toets spelling


Slide 31 - Slide

begin bij het eind
•    Kan ik de PV in TT en VT schrijven
•    Kan ik het VD van sterke en zwakke werkwoorden goed schrijven.
•    Weet ik hoe ik een BN afgeleid van een werkwoord moet schrijven
•    Kan ik de SPIEKTRUC  goed gebruiken.
•    Kan ik het meervoud van ZN goed schrijven 
•    Weet ik hoe ik getallen tot twintig in een gewone tekst moet schrijven
  • Ik weet hoe ik samenstellingen moet schrijven
  • Ik weet wanneer ik een trema of een koppelteken moet gebruiken


Slide 32 - Slide

dagdoel trema:

  • trema gebruik je in woorden die GEEN samenstelling zijn
  •     voorkomt uitspraakproblemen
  •     plaats het trema op de eerste letter van de volgende lettergreep


co-or-di-na-tor
co-ör-di-na-tor

fo-bie-en
fo-bie-ën

ko-pi-er-en
ko-pi-ër-en

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

aan het werk
  • maak opdracht 9
  • 5 minuten
  • klaar: begin vast aan de proeftoets
  • bespreken opdracht 9

Slide 36 - Slide

antwoorden
1.    zee-eend
2.    x-as
3.    geïnstalleerd
4.    hotel-restaurant
5.    auto-onderdeel
6.    smeuïg
7.    café-eigenaar
8.    btw-tarief
9.    tatoeëren
10.    16-jarige
11.    Ex-vrouw
12.    reünie
13.    @-teken
14.    mevrouw De Vries-Jansen

Slide 37 - Slide

afsluiter
checken:
ik weet nu wanneer ik een trema of een koppelteken moet gebruiken

Slide 38 - Slide