NN6 H3 - Spelling H1 (2)

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Spelling H1: Trema, apostrof, accent en cedille 
Toets Lezen H1, 2 bespreken

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrof, accenten en cedilles moet gebruiken.
  • weet je wat je goed en minder goed gedaan hebt bij jouw toets Lezen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk H3F
Woensdag 2 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10

Maandag 21 november:
Toets Spelling (ww) H1-3



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk H3E
Donderdag 3 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10

Dinsdag 22 november:
Toets Spelling (ww) H1-3




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een trema? Begin je antwoord met: Je gebruikt een trema in een samenstelling als ...

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Welk woord is met een trema
(plaats alleen een woord met trema):
aorta - beinvloeden - dieten

Slide 9 - Open question

beïnvloeden, diëten 
accent grave
A
décolleté
B
crèche
C
enquête

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: decolleté
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: crêpe
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 16 - Slide

This item has no instructions



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van tijd
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht deze les
Maak de volgende opdrachten:
  • H1 Spelling: opdr. 1 t/m 4 en 6 t/m 10

De eerste tien minuten werk je zelfstandig (dus in stilte!). Daarna mag je zachtjes samenwerken met degene naast je. 

Klaar?
Lezen in je leesboek, vat de theorie samen.
timer
15:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Toets bespreken
Wat viel op?
  • leerwerk tekststructuren niet op orde.
  • Geen kernzinnen aangestreept op teksten; daardoor geen goed zicht op het onderwerp.
  • Leerlingen lezen niet de hele tekst door maar nemen het eerste uit de alinea('s) / tekst als antwoord. Vaak staat het juiste antwoord iets verder
  • Leerlingen antwoorden onvolledig. Als de tekst vier antwoorden geeft, noteren leerlingen er slechts twee. Ze lezen niet door.
  • Signaalwoorden zijn niet geleerd.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Toets bespreken
Bekijk zelfstandig hoe je jouw toets gemaakt hebt en vul het toetsanalyseformulier in. 






Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk H3F
Woensdag 2 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk H3E
Donderdag 3 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10




Slide 22 - Slide

This item has no instructions