EF workshop Mentoren

EXECUTIEVE FUNCTIES
1 / 35
next
Slide 1: Slide
studieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

EXECUTIEVE FUNCTIES

Slide 1 - Slide

Wat gaan we dit uur doen?
  • Wat zijn EF?
  • Welke EF zijn er en wat doen ze?
  • Wat zie je als een leerling zwakke EF heeft?
  • Casus
  • Hoe signaleer je zwakke EF?
  • Hoe kan je een groep trainen tijdens de les?
Welkom!

Slide 2 - Slide

Executieve Functies zijn denkprocessen in onze hersenen die ons gedrag reguleren .
Ze zorgen voor effectief, doelgericht en sociaal gedrag.
Mensen met gedragsstoornissen hebben vaak zwakke EF
Wat zijn executieve functies?

Slide 3 - Slide

Wat is je grootste ergernis als docent aan gedrag/werkhouding van leerlingen?

Slide 4 - Mind map

0

Slide 5 - Video

Kun je een paar executieve
functies noemen?

Slide 6 - Mind map

Er zijn 11 executieve functies:
  • Plannen
  • Timemanagement
  • Werkgeheugen
  • Organisatie
  • Metacognitie
  • Responsinhibitie
  • Emotieregulatie
  • Volgehouden aandacht
  • Taakinitiatie 
  • Doelgericht gedrag
  • Flexibiliteit

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Plannen
  • Een plan maken en kunnen beslissen wat het belangrijkst is. 
  • Bedenken wat je nodig hebt voor je werk en dat verzamelen voor je begint.


Slide 9 - Slide

Timemanagement
  • Tijd inschatten, kunnen verdelen en deadlines halen.
  • Je goed bewust worden en leren omgaan met tijd


Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Werkgeheugen
  • Informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
  • Bewust zijn van hoe je geheugen werkt.


Slide 12 - Slide

Werkgeheugen

Slide 13 - Slide

Langetermijngeheugen

Slide 14 - Slide

Werkgeheugen
Een oefening
Je ziet zo meteen een aantal cijferreeksen. er verandert steeds een cijfer. 
Kijk goed naar de getallen en beantwoord de vraag

Slide 15 - Slide

Kijk goed naar de getallen

Slide 16 - Slide


Welk getal is anders?
A
84
B
39
C
51
D
20

Slide 17 - Quiz

Kijk goed naar de getallen

Slide 18 - Slide


Welk getal is anders?
A
17
B
40
C
12
D
45

Slide 19 - Quiz

Kijk goed naar de getallen

Slide 20 - Slide


Welk getal is anders?
A
20
B
52
C
9
D
22

Slide 21 - Quiz

Organisatie
  • Informatie en materialen kunnen ordenen.
  • Weten waar alles staat (opgeslagen) en goed kunnen opruimen.

Slide 22 - Slide

Metacognitie
  • Een stapje terug doen om je jezelf en de situatie te overzien.
  • Kennis over de eigen kennis.

Slide 23 - Slide

Responsinhibitie
  • Goed nadenken voordat je iets doet of zegt.
  • Je goed kunnen inhouden of stoppen wanneer nodig.

Slide 24 - Slide

Emotieregulatie
  • Emotie en gedrag kunnen controleren.
  • Leren omgaan met tegenslagen of teleurstellingen.
  • Rustig kunnen blijven.

Slide 25 - Slide

Volgehouden aandacht
  • Aandachtig blijven.
  • Afleiding negeren.
  • Langere concentratie kunnen afdwingen bij jezelf.

Slide 26 - Slide

Taakinitiatie
  • Op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
  • Een juiste werkplek kunnen vinden / creëren. 

Slide 27 - Slide

Doelgericht gedrag
  • Je eigen doelen kunnen bepalen.
  • Je eigen doelen kunnen behalen.
  • Doorzetten.

Slide 28 - Slide

Flexibiliteit
  • Flexibel omgaan met veranderingen of tegenslag. 
  • Tegen iets onverwachts kunnen en niet in paniek raken bij iets onverwachts.

Slide 29 - Slide

Kun je executieve
functies trainen?
A
JA
B
NEE
C
Een paar
D
1 soort!

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
Boeken/Spullen
Te laat komen
Niet aan het werk gaan
Druk gedrag

Wat zie je als een leerling zwakke EF heeft?:

Slide 31 - Slide

Welke (mentor) leerling heb je nu in je hoofd?
Bespreek in kleine groepjes je mentorleerling die je nu in je hoofd hebt.
  • Wat valt op
  • Welke EF is/zijn zwak
  • Wat kan je doen om te trainen?
Casus:

Slide 32 - Slide

Als eerste de punten uit de vorige slide
Een gesprek/vragenlijst (zijn beschikbaar)

Hoe signaleer je zwakke EF?

Slide 33 - Slide

Hoe EF trainen tijdens de les?
  • Beeld en geluid
  • "Chunken"
  • Korte, duidelijke instructie
  • Doelen duidelijk maken
  • Leerlingen bewust maken van EF en  trainen.
ABC methode
  • A = Antecedent: gedrag veranderen door de omgeving aan te passen.
  • B = Behavior (gedrag): het gedrag zelf aanpassen.
  • C = Consequenties: gedrag veranderen door sancties en/of beloningen

Slide 34 - Slide

Vragen?

Slide 35 - Slide