Voeding

Voeding K0219 Gezonde Leefstijl
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Gezonde LeefstijlMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Voeding K0219 Gezonde Leefstijl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning voor dit onderdeel
DEEL 1
  • Terugblik op bewegen
  • Check-in: hoe ver ben je?
  • Wanneer ben je gezond?
  • Voedingsleer
  • Voedingsrichtlijnen
  • Koken Lonneke voor Kroon
DEEL 2
  • Eetstoornissen
  • Voedingshypes
  • Gastles gewichtsconsulent
  • Activiteit Powerwalken
  • Coaching op eindproduct

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

Dit zijn vrij lange video's maar ze springen in op een interessant moment. Je kunt de video ook zelf helemaal kijken.
Deze video stop niet dus je moet hem zelf stoppen wanneer je denkt dat het genoeg is.

Slide 4 - Video

Dit zijn vrij lange video's maar ze springen in op een interessant moment. Je kunt de video ook zelf helemaal kijken. TIP
Wanneer heb je een gezond gewicht?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

BMI en Buikomvangtest
Het berekenen van je BMI (Body Mass Index) geeft een goed indicatie of je een gezond gewicht hebt in combinatie met je lichaamslengte.
In het filmpje van Prof. Dr. Hanno Pijl zag je dat (ernstig) overgewicht leidt tot ontstekingen in het lichaam die dan weer verantwoordelijk zijn voor allerlei kwalen op vroegere of latere leeftijd.
Een gezond gewicht kan dus je leven bepalen en verlengen.

Voor volwassenen van 19 tot en met 69 jaar ligt een gezonde BMI tussen de 18,5 en de 25.

Maar de BMI heeft zijn beperkingen! De BMI gaat uit van een verhouding lichaamslengte en gewicht maar je kunt je voorstellen dat deze ideale verhouding niet opgaat bij babys, jonge kinderen en mensen boven de 70 jaar. Ook kleine mensen, bodybuilders en niet westerse mensen hebben andere verhoudingen en kunnen niet zomaar uitgaan van een gezond gewicht tussen een BMI van 18,5 en 25.

Naast de BMI wordt ook altijd een Buikomvangtest gedaan om te bepalen hoeveel vet er tussen je organen liggen opgeslagen (te veel vetcellen zorgen voor ontstekingen weet je nog?).

Een dietist of huisarts zal nog meer testen doen als hij overgewicht vermoedt zoals bloedruk, vetpercentage, suikerwaarden, etc..

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

BMI zelf berekenen
Bereken je eigen BMI met de formule: 

Voorbeeld André 85kg en 1,79m lang.
In formule 85 : (1,79 x 1,79) = 85 : 3,2041 = 26,5



Lengte2Gewicht
BMI grens
(19-69 jr)
Betekenis
kleiner dan 18,5
Ondergewicht
18,5 tot 25
Gezond gewicht
25 tot 30
Overgewicht
vanaf 30
Obesitas
Naast het gewicht is het voor je gezondheid belangrijk waar het lichaamsvet zit. Vet in en rond de buik is namelijk nadelig voor je gezondheid.

Om te weten of je buikomvang normaal of verhoogd is, meet je je middelomtrek met een meetlint.

Zo meet je de middelomtrek:
Ga rechtop staan. Meet op je blote huid tussen je onderste rib (A) en de bovenkant van je bekken (B). Houd het meetlint niet te strak, adem uit en lees je middelomtrek af.

Uitkomst meting
(16-69 jr)
Man
middelomtrek
Vrouw
middelomtrek
Gezond
kleiner dan 94 cm
kleiner van 80 cm
Verhoogd
94 tot 102 cm
80 tot 88 cm
Te hoog
vanaf 102 cm
vanaf 88 cm

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Introductie tot voedingsleer
Voedingsleer is de wetenschap die zich bezighoudt met de relatie tussen voeding, gezondheid en het lichaam. Het bestudeert hoe voedingsstoffen worden opgenomen, verwerkt en gebruikt voor energie en herstel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom voeding
Bouwstoffen:
water, eiwitten en mineralen
Brandstoffen:
koolhydraten, vetten en eiwitten
Beschermende stoffen:
Vitamines, mineralen, sporenelementen en voedingsvezels

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
De belangrijkste energiebron van ons lichaam.

Er zijn twee soorten koolhydraten:
  1. Enkelvoudige suikers
  2. Complexe koolhydraten

Enkelvoudige suikers zijn snel opneembaar en zitten bijvoorbeeld in fruit en snoep. Deze suikers kunnen de zogenaamde suikerpiek geven waardoor je je heel even energiek voelt. Maar na de suikerpiek volgt de suikerdip (gapen).

Complexe koolhydraten worden langzaam door het lichaam opgenomen en geven een veel gelijkmatigere suikerafname aan het lichaam. Deze suikers zitten in bijvoorbeeld volkorenproducten en peulvruchten.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Eiwitten
Eiwit is een voedingsstof, net als koolhydraten en vet.
Eiwit levert energie calorieën (energie) en aminozuren. 

Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen. Een ander woord voor eiwit is proteïne.

Bijna alle voedingsmiddelen bevatten eiwit.

Plantaardige bronnen waar eiwitten in zitten zijn:
  • brood
  • granen, zoals volkorenpasta en couscous
  • peulvruchten, zoals kikkererwten, bruine bonen, kidneybonen, sojabonen en linzen
  • tofu en tempé
  • noten


Dierlijke bronnen waar eiwitten in zitten zijn:
  • vlees
  • vis
  • gevogelte, zoals kip
  • melk(producten)
  • kaas
  • eieren

Goed om te weten: Vlees is het rijkst aan eiwit: 20 tot 30%. Vis scoort ook goed.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Vet is een bron van energie, vitamine A, vitamine D, vitamine E en essentiële vetzuren.

Er bestaat onverzadigd en verzadigd vet. Vet in voedingsmiddelen bestaat altijd uit een combinatie van beide. Het vervangen van verzadigd vet door onverzadigd vet verlaagt het LDL-cholesterol. Een te hoog LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten en kan leiden tot hart- en vaatziekten

Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het dus van belang producten met veel verzadigd vet te vervangen door producten met veel onverzadigd vet.

Daarnaast is het goed om zo weinig mogelijk transvet te nemen. Transvet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte ongeveer net zo veel als verzadigd vet, maar geeft een hoger risico op hart- en vaatziekten.


Onverzadigde vetten vindt je in olijfolie, noten en vis.
Verzadigde vetten vindt je in vlees en boter.

Onverzadigde vetten zijn gezond voor je en hoef je dus niet te vermijden. Verzadigde vetten daarintegen moet je matig gebruiken. Een aparte categorie vetten zijn de transvetten. 

Transvetten zijn een type onverzadigde vetzuren. Onverzadigd vet is over het algemeen goed voor de gezondheid, maar transvet niet. 

Transvetten komen van nature voor in melk en vlees van koeien, schapen en geiten. Vroeger zaten door het productieproces transvetten ook in harde margarines, frituurvetten en bak- en braadvetten, maar die zijn er door aanpassingen in het productieproces in Nederland nu vrijwel geheel uit. 

Dat heeft te maken met de scheikundige structuur: de keten van een transvetzuur is inflexibeler, hierdoor kan het lichaam dit type vet moeilijker verwerken.
LDL vervoert cholesterol via het bloed naar de rest van het lichaam, waar het bijvoorbeeld nodig is voor het herstellen van beschadigingen in weefsels. Maar bij een teveel aan LDL-cholesterol, kan dit blijven plakken in de binnenwand van bloedvaten. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Mineralen
Mineralen zijn voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in ons eten en drinken. We hebben mineralen nodig voor een normale groei en ontwikkeling, en een goede gezondheid. Mineralen leveren geen energie. Mineralen die je lichaam maar weinig nodig heeft heten spoorelementen.

De mineralen en spoorelementen die je lichaam nodig heeft worden essentiële mineralen en spoorelementen genoemd. Er bestaan aanbevelingen voor hoeveel hiervan je elke dag nodig hebt.

Welke mineralen je lichaam nodig heeft zijn:
  • Calcium (Ca)
  • Chloride (Cl)
  • Fosfor (P)
  • Kalium (K)
  • Magnesium (Mg)
  • Natrium (Na)


De spoorelementen die je lichaam nodig heeft zijn:
  • Chroom
  • Fluoride
  • IJzer
  • Jodium
  • Koper
  • Mangaan
  • Molybdeen
  • Selenium
  • Zink


In Nederland komen mineralentekorten bijna niet voor. Een teveel aan bepaalde mineralen kan schadelijk zijn voor de gezondheid. De gemiddelde Nederlander krijgt te veel natrium binnen via zout.
Ca
Melkproducten, soja, zalm, groeten
Stevigheid botten
P
Vis, gevogelte, vlees, granen, ei, zaden, noten
Bouwstenen DNA
K
Citrus, vis, noten, groenten, bananen, aardappelen
Vochthuishouding
Na
Zout, zeewier, vis, schelpdieren, ontbijtspek
Vochthuishouding

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vitamines
Vitamines krijg je in kleine hoeveelheden binnen via je eten en drinken. Dat wisselt van enkele microgrammen tot tientallen milligrammen. Vitamines leveren geen energie. Het lichaam kan vitamines niet, of niet genoeg, zelf aanmaken. Daarom staan ze bekend als essentiële (onmisbare) voedingsstoffen.

Hoewel het lichaam vitamines in principe niet zelf kan maken, zijn er een paar uitzonderingen:
  • Kleine hoeveelheden vitamine K maak je aan in de darm.
  • Het lichaam zet voorlopers van vitamines uit de voeding om, zoals de provitamine A (carotenoïden) in vitamine A en provitamine D in vitamine D. In geval van vitamine D gebeurt dat in de huid onder invloed van zonlicht.
  • Het lichaam kan zelf niacine (vitamine B3) aanmaken uit het aminozuur tryptofaan.

Er zijn 13 stoffen die de naam vitamine hebben.
Vitamines zijn in te delen in vitamines die in vet oplosbaar zijn en vitamines die in water oplosbaar zijn.

Vetoplosbare vitamines:
  • Vitamine A
  • Vitamine D
  • Vitamine E
  • Vitamine K

Wateroplosbare vitamines:
  • Thiamine (vitamine B1)
  • Riboflavine (vitamine B2)
  • Niacine (vitamine B3)
  • Pantotheenzuur (vitamine B5)
  • Vitamine B6
  • Biotine (vitamine B8)
  • Foliumzuur (vitamine B11)
  • Vitamine B12
  • Vitamine C


Deze vitamines haal je vooral uit producten die vet bevatten, zoals oliën en vetten, vis, vlees, noten en melk(producten).
Deze vitamines haal je uit groente, fruit, brood en volkorenproducten, noten, peulvruchten, vlees, vis en melk(producten).



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor vitamines
Vet oplosbaar
Belangrijk voor
Vitamine A
Goede werking van de ogen en het afweersysteem
Normale groei
Gezond houden van de huid
Vitamine D
Opname van calcium uit de voeding
Behoud van sterke botten en tanden
Goede werking van de spieren en het afweersysteem
Vitamine E
Bescherming van cellen tegen beschadiging (antioxidant)
Vitamine K
Goede bloedstolling
Behoud van sterke botten
Water oplosbaar
Vitamine B
Vrijmaken van energie uit de voeding
Gezond houden van de huid
Goede werking van de hartspier, zenuwen en hersenen
Goede werking van het afweersysteem
Aanmaak van witte en rode bloedcellen
Vitamine C
Bescherming van cellen tegen beschadiging (antioxidant)
In stand houden van de weerstand

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voedingsrichtlijnen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voedingsadvies Gezondheidsraad 2015

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Het advies is om iedere dag uit elk vak de aanbevolen hoeveelheden te eten en volop te variëren.
Daarnaast is het advies om de consumptie van voedingsmiddelen die niet in de Schijf van Vijf staan te beperken.
Eten volgens de Schijf van Vijf verkleint de kans op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en sommige soorten kanker én je krijgt de voedingsstoffen binnen die je nodig hebt.

De Schijf van Vijf helpt je ook om duurzamer te eten doordat je veel varieert, je niet meer eet dan je nodig hebt, minder (rood) vlees eet en vaker kiest voor (seizoens)groente, noten en peulvruchten.
Dit soort keuzes kunnen je milieudruk met wel een derde verlagen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel en wat mag ik eten per dag?
Vrouwen
18 tot 50 jaar

  • 250 gram groente
  • 2 porties fruit (200 gram)
  • 4-5 bruine / volkoren boterhammen
  • of ander volkorenbrood
  • 4-5 opscheplepels volkoren graanproducten
  • of 4-5 aardappelen
  • 1 portie vis / peulvruchten / vlees / ei 
  • 25 gram ongezouten noten
  • 2-3 porties zuivel
  • 40 gram kaas
  • 40 gram oliën en vetten
  • 1,5-2 liter kraanwater / koffie / thee
Mannen
18 tot 50 jaar

  • 250 gram groente
  • 2 porties fruit (200 gram)
  • 6-8 bruine / volkoren boterhammen
  • of ander volkorenbrood
  • 4-5 opscheplepels volkoren graanproducten
  • of 4-5 aardappelen
  • 1 portie vis / peulvruchten / vlees / ei
  • 25 gram ongezouten noten
  • 2-3 porties zuivel
  • 40 gram kaas
  • 65 gram oliën en vetten
  • 1,5-2 liter kraanwater / koffie / thee

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Handige hulpmiddelen op de app store

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Koken in lokaal VX011

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Thema Voeding 2
Eetstoornissen
Voedingshypes
Gast gewichtsconsulent
Volgende keer

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Coaching op eindproduct

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Eetstoornissen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is een eetstoornis?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Eetstoornissen
Een eetstoornis is een psychische aandoeningen gekenmerkt door verstoord eetgedrag en/of inadequaat compensatiegedrag (braken, laxeren).​ Eetstoornissen hebben ernstige gevolgen voor zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid.

De meest voorkomende eetstoornissen zijn:
  • Anorexia nervosa: 
  • Boulimia nervosa: 
  • Eetbuistoornis:

De minder voorkomende eetstoornissen zijn:
  • Pica:
  • Orthorexia Nervosa:
  • ARFID:

Mensen met een eetstoornis blijven dit zo lang mogelijk ontkennen, vragen niet snel om hulp, voelen zich vaak schuldig en stellen vaak hoge eisen aan zichzelf (perfectionistisch).
Gekenmerkt door gewichtsverlies of ondergewicht en een afwijkend eetpatroon, vaak gepaard met een sterke angst om dik te worden.​
Terugkerende episodes van eetbuien gevolgd door inadequaat compensatiegedrag zoals braken of laxeren.​
Wordt ook Binge Eating Disorder genoemd. Terugkerende eetbuien zonder compensatiegedrag, wat vaak leidt tot overgewicht.​
Het eten van niet eetbare stoffen
Obsesief bezig zijn met gezond eten.
Avoidant Restrictive Food Intake Disorder
Niet eten van bepaalde voedingsmiddelen door kleur, geur of textuur.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken anorexia
  • Duidelijk ondergewicht (BMI < 17)
  • Enorme angst om aan te komen
  • Sterk negatief oordeel over jezelf,
    lichaamsvorm en gewicht
  • Je doet alles om af te vallen
  • Veel minder eten
  • Overmatig sporten of bewegen
  • Voedsel zo snel mogelijk uit lichaam
    verwijderen. Plaspillen, laxeren, braken

Alhoewel iedereen bij het woord eetstoornis gelijk denkt aan anorexia nervosa, is anorexia in werkelijkheid de minst voorkomende eetstoornis.

In Nederland hebben ongeveer 5.600 vrouwen anorexia nervosa, dat is 0,3 op de 1.000 vrouwen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken boulimia
  • Zorgen over het gewicht. Bang om aan te komen
  • Paniek als je te veel eet (voor je gevoel)
  • Wekelijks, dagelijks of meerdere keren per dag onbeheersbare vreetbuien
  • Schade van eten goedmaken door te braken, laxeerpillen te gebruiken of plaspillen
  • Maaltijden overslaan, extreem lijnen en veel sporten.
  • Minder positief zelfbeeld over jezelf en je lichaam
  • Vaak een "normaal" gewicht
  • Slecht gebit door het braken

Totaal hebben in Nederland ongeveer 22.000 mensen boulimia. Dit is echter nog maar het topje van de ijsberg omdat boulimia aan de buitenkant slecht zichtbaar is. 

Slechts 6% van de mensen met boulimia is onder behandeling en daarmee is boulimia nervosa ook een hele eenzame ziekte.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Kenmerken eetbuistoornis
  • Wekelijks, dagelijks of meerdere malen per dag last van onbeheersbare eetbuien
  • Je eet vaak in korte tijd, grote hoeveelheden voedsel, snoep of snacks
  • Tijdens deze eetbuien ben je de controle over jezelf kwijt
Kenmerken van onbeheersbare eetbuien zijn:
  • Je eet vaak veel sneller dan normaal
  • Je eet door totdat je een onaangenaam vol gevoel hebt
  • Je eet alleen of in het geheim uit schaamte
  • Na de eetbui walgt je van jezelf, je voelt jezelf schuldig of somber
  • Je lijdt onder het hebben van je eetbuien
  • De eetbuien worden niet gecompenseerd zoals bij boulimia

In Nederland heeft 1% van de mensen last van eetbuistoornis (binge eating disorder). 1% lijkt misschien weinig, maar dat zijn wel 180.000 mensen. 

Net als bij boulimia houden heel veel mensen die lijden aan eetbuistoornis hun probleem geheim.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Voedingshypes

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Welke voedingshypes ken jij of gebruik je op dit moment?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Weet waar je goede informatie over voeding kunt vinden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Gastles gewichtsconsulent

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Thema Alcohol
Gast drugsverslaving
Volgende keer

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Coaching op eindproduct

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Blanco tekst

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Twee panelen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Foto links

Slide 43 - Slide

This item has no instructions