C1. Speltheorie

C1.   Speltheorie
Als je financiële keuzes moet maken, weeg je opbrengsten en 
kosten (risico’s) af.

We gaan er vanuit dat iedereen op basis hiervan rationele 
keuzes maakt…
… maar is dat ook zo?

Dit bestuderen we met speltheorie.

Speltheorie: 
Theorie over de manier waarop mensen beslissingen nemen, waarbij ze rekening houden met de mogelijk uitkomst van keuzes van anderen.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolWOvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

C1.   Speltheorie
Als je financiële keuzes moet maken, weeg je opbrengsten en 
kosten (risico’s) af.

We gaan er vanuit dat iedereen op basis hiervan rationele 
keuzes maakt…
… maar is dat ook zo?

Dit bestuderen we met speltheorie.

Speltheorie: 
Theorie over de manier waarop mensen beslissingen nemen, waarbij ze rekening houden met de mogelijk uitkomst van keuzes van anderen.

Slide 1 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Er zijn verschillende soorten spellen:
  • Simultaan of sequentieel

Simultaan spel: 
Spelers nemen gelijktijdig beslissingen.
Sequentieel: 
Spelers beslissen na elkaar.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Er zijn verschillende soorten spellen:
  • Simultaan of sequentieel
  • Eenmalig of herhaald

Simultaan spel: 
Spelers nemen gelijktijdig beslissingen.
Sequentieel: 
Spelers beslissen na elkaar.

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Er zijn verschillende soorten spellen:
  • Simultaan of sequentieel
  • Eenmalig of herhaald
  • Coöperatief of non-coöperatief

Simultaan spel: 
Spelers nemen gelijktijdig beslissingen.
Sequentieel: 
Spelers beslissen na elkaar.
Coöperatief:
De spelers kunnen afspraken maken om hun strategieën te coördineren.

Non-coöperatief:
Iedere speler kiest zijn eigen beste strategie, gegeven de strategie van de ander.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Het bekendste spel is het prisoners’ dilemma 
(gevangenendilemma).

Dit is een simultaan, éénmalig, non-coöperatief spel.

Prisoners’ dilemma:
Een situatie of spel waarin een evenwicht ontstaat waarbij de uitkomst voor beide spelers niet optimaal is.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Korte uitleg van het 'prisoners’ dilemma:





Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Dit zijn de spelvoorwaarden van een prisoners’ dilemma:

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Dit zijn de mogelijke uitkomsten het klassieke prisoners’ dilemma:

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:


Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:


Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:
Dominante strategie:
De keuze die een partij maakt, ongeacht de keuze die de ander maakt.

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
De mogelijke uitkomsten noteer je in een opbrengstenmatrix:

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Als beide spelers hun dominante strategie (best-response 
methode) volgen is de uitkomst: ‘bekennen, bekennen’. 
Dit wordt het Nash-evenwicht genoemd.

Nash-evenwicht:
Die combinatie van strategieën van de spelers die leidt tot een resultaat waarbij geen van de spelers een reden heeft om van strategie te veranderen, gegeven de strategie van de ander.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Het Nash-evenwicht dat is ontstaan door het nastreven van 
individuele belangen (3 jaar, 3 jaar), is echter een 
niet-optimale uitkomst voor het gezamenlijk belang (1 jaar, 1 jaar).








Individuele belang:
Het vooropstellen van het eigen belang in een dilemma.

Niet-optimale uitkomst:
Een uitkomst in een gevangenendilemma die mogelijk voor beide spelers beter zou kunnen, maar niet tot stand komt.


Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Vooral in de situatie van een herhaald spel veranderen 
de sociale regels tussen de spelers.
Bij een herhaald spel is de keuze die je in de eerste ronde 
maakt, van invloed op de keuzes in alle andere rondes daarna. 

Stel dat jij voor jezelf kiest in ronde 1, dan kiest de ander 
ook voor zichzelf in ronde 1. Waarom zou je daar in 
ronde 2 van afwijken?






Herhaald spel:
Spel met meerdere rondes waarbij de acties van de spelers bij voorgaande rondes van invloed kunnen zijn op de te volgen strategie.

Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

C1.   Speltheorie
Stel echter dat je in ronde 1 kiest voor het collectieve belang,
dan zal de ander daar ook eerder voor kiezen, zodat jullie 
in ronde 2 voor het collectieve belang gaan.
 Maar… er hoeft maar één iemand die cirkel te verbreken!

Je bent eerder geneigd om je aan afspraken te houden 
omdat je je reputatie niet op het spel wil zetten.




Reputatieschade:
Verstoring van een relatie tussen spelers in toekomstige onderhandelingen als gevolg van een eenzijdige afwijking van gemaakte afspraken.

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      Onderhandelen en samenwerken
Vaak worden beslissingen niet gelijktijdig maar sequentieel 
gemaakt.

De één reageert op de beslissing van de ander. 
De mogelijke uitkomsten geef je dan niet weer 
in een opbrengstenmatrix, maar in een 
beslissingsboom. Deze kan er zo uit zien:

https://www.youtube.com/watch?v=fkev997uK-g
Beslissingsboom
Een chronologisch overzicht van de mogelijke uitkomsten in een sequentieel spel.

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

           Aan de slag
maak de opgaven op pagina 36

Slide 21 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen