9.0 / 9.1 Oorzaken Eerste Wereldoorlog

1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Weet je al wanneer de Eerste Wereldoorlog plaatsvond?
A
1870-1871
B
1914-1918
C
1940-1945
D
1860-1865

Slide 3 - Quiz

Weet je waar de eerste wereldoorlog het meest bekend om is?
A
D-day
B
Bombardementen op steden
C
Het gebruik van de atoombom
D
Het vechten in loopgraven

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er allemaal in de eerste helft van de 20e eeuw (1900-1945)?

Slide 5 - Mind map

Noem een positief en een negatief gevolg van de moderne wereld rond 1900.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat is een positief gevolg van de industriële revolutie
A
sneller vervoer
B
werken in de fabriek
C
wonen in de stad
D
moderne wapens

Slide 8 - Quiz

Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
Hieronder worden de structurele oorzaken en de aanleiding (incidentele / directe oorzaak) besproken

Slide 9 - Slide

 Frans-Duitse oorlog (1871)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

 Frans-Duitse Oorlog 
Gevolgen Frans-Duitse oorlog:
  • De Duitse staatjes gaan samen 1 land vormen 
  • Frankrijk raakt belangrijk industriegebied kwijt 
  • Machtsverhoudingen Europa veranderen 
  • Frankrijk wil wraak 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is een economische oorzaak van de competitie tussen de Europese grootmachten begin 20e eeuw?
A
nationalisme
B
wapenwedloop
C
de industrialisatie
D
voedselproductie

Slide 14 - Quiz

Geef aan welke van de twee beweringen juist is:
I. Frankrijk en Engeland voelen zich bedreigd door Duitsland, omdat Duitsland een groot koloniaal rijk heeft.
II. Frankrijk en Engeland voelen zich bedreigd door Duitsland, omdat Duitsland een sterke industrie heeft.
A
Bewering I en II zijn allebei juist.
B
Bewering I en II zijn allebei onjuist
C
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.

Slide 15 - Quiz

Competitie en strijd tussen naties is 'natuurlijk selectieproces'.
culturele voorliefde voor vertoon van uniformen wapens etc. Het leger heeft veel status en invloed in de samenleving

Slide 16 - Slide

Eenwording van Italië
Onder leiding van Garibaldi
werd in 1861 het koninkrijk
Italië
uitgeroepen.
Eenwording van Griekenland
Nationalisme trof ook andere staten 
zoals de stichting van Griekenland 
in 1830
Het Ottomaanse Rijk
Het Ottomaanse rijk
bleef een multi-etnische staat
maar kon het nationlisme van 
andere etniciteiten niet onderdrukken. 
Oostenrijk-Hongarije
Een multi-etnische staat (veelvolken staat)
dat bestond uit Hongarije,
Tsjechië en Kroatië
België
België werd in 1830 onafhankelijk
en kreeg daarbij een liberale
grondwet. 
Duitsland
Duitsland bestond uit verschillende losse staatjes
die zich samen verenigden in de Duitse bond. 
Maar de nationalisten en de liberalen wilden graag een Duitse eenheid. Een natie en een natiestaat

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is een culturele oorzaak van de toenemende spanningen tussen de Europese grootmachten begin 20e eeuw?
A
Geloof
B
Nationalisme
C
militarisme
D
wapenwedloop

Slide 20 - Quiz

Sleep de juiste landen naar het juiste bondgenootschap
Triple Alliantie
Triple Entente
Frankrijk
Duitsland
Groot-Brittannië
Oostenrijk-Hongarije
Rusland
Italië

Slide 21 - Drag question

Met welk begrip kun je het verschijnsel wereldoorlog verklaren
A
Modern imperialisme
B
Burgerslachtoffers
C
Twee fronten oorlog
D
Bondgenootschappen

Slide 22 - Quiz

Welke oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog herken je op de prent?

Slide 23 - Open question

Multi-etnische staat -> natiestaat

Slide 24 - Slide

Nationalisme
  • Soms leefde één volk verspreid over meerdere staten of verschillende volken samen in multi-etnische staten zoals Oostenrijk-Hongarije, Rusland en het Ottomaanse rijk.  

Slide 25 - Slide

De zieke man van Europa
  • In Europa was er nog een zesde grote mogenheid die in de 19e eeuw in verval raakte, het Ottomaanse Rijk.(Huidige Turkije is daarvan een overblijfsel)
  • Het Ottomaanse Rijk was een multi-etnische staat. Dit maakte het bestuur erg moeilijk.
  • De Serviërs en Bulgaren wilden bijvoorbeeld onafhankelijk worden van de Ottomanen.
  • Rusland vergrootte zijn macht ten koste van het Ottomaanse rijk.
  • Hierdoor moest de Ottomaanse sultan steeds meer macht inleveren.
De Ottomaanse sultan Abdoel Hamid II kijkt toe hoe de Oostenrijkse keizer Frans-Jozef en de Bulgaarse tsaar Ferdinand delen van zijn rijk overnemen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide