Gesprekken 2.4 Werkoverleg

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Resultaten van de toets Taalverzorging hfd. 3 bespreken.


2.4 Gesprekken Werkoverleg - Theorie in Nu Nederlands
                                                             - Opdracht vanuit school



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lichaamstaal - Werkoverleg
Je lichaamstaal bestaat uit:

  • je houding
  • je mimiek
  • je gebaren
  • oogcontact

Slide 4 - Slide

Een werkoverleg voeren
Hoe doe je dat?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Filmpje van een werkoverleg
Daarna volgen er vragen (let op de namen!)

Met de kennis over hoe je een werkoverleg moet voeren, krijgen jullie straks de opdracht een werkoverleg te voeren (beoordeling O/V)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Wie leidt het gesprek?
A
Robin
B
Lieneke
C
Mandy
D
Sam

Slide 11 - Quiz

Is er een agenda bij dit werkoverleg?
A
Ja, die wordt aan het begin van de vergadering voorgelezen.
B
Min of meer, de voorzitter noemt wat hij wil bespreken en waarom.
C
Nee, de voorzitter valt gelijk met de deur in huis.

Slide 12 - Quiz

Wat voor werkoverleg is dit waarschijnlijk?
A
een dagelijks werkoverleg.
B
een wekelijks werkoverleg.
C
een maandelijks werkoverleg.

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van het overleg?
A
Problemen op het werk oplossen.
B
Werk verdelen en plannen.
C
Besluiten nemen over werkomstandigheden.

Slide 14 - Quiz

Waarover zijn afspraken gemaakt?
Mandy werkt de uitzendkrachten in
Lieneke werkt dinsdag op de afdeling reparatie.

Slide 15 - Slide

Hoe wordt het werkoverleg afgesloten?
A
Met het verdelen van taken.
B
Met een rondvraag.
C
Met het maken van een besluitenlijst.

Slide 16 - Quiz

Opbouw van een werkoverleg

Slide 17 - Slide

De opdracht
  • Werk in een groepje van drie.
  • Je krijgt de opdracht van je docent.
  • Lees eerst de opdracht.
  • Bereid de opdracht met elkaar voor: Wie is wie? Welke taken zijn mogelijk? Wat staat er op de agenda? Wie notuleert?
  • Start het overleg.
  • De notulist schrijft op Wie wat gaat doen
  • Vul achteraf de checklist Werkoverleg en lever die bij bij in.
  • Lever ook de notulen in.

Slide 18 - Slide

Wat heb je
deze les geleerd?

Slide 19 - Mind map

Volgende week:
In groepjes een klachtgesprek voeren

Slide 20 - Slide