M3a Ecologie

M3a/M3d Ecologie
1 / 148
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 148 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

M3a/M3d Ecologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Thema 6 BS 1 behandelen
- Huiswerk maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Thema 6 Ecologie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

BS 1 Eten en gegeten worden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
- Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Poster 
timer
30:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitleg BS 1

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe maakt een plant glucose?
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose
  2. Zuurstof

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Energie maken


Glucose opslag --> voeding 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Organismen
Eten energie 
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Verbranden energie 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen

  • Pijltje = wordt gegeten door 
    (staat voor de energiestroom!)
  • Alg wordt gegeten door watervlo
  • Vlo wordt gegeten door baars
  • Baars wordt gegeten door reiger
  • 4 schaken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
Weergave van voedselrelaties binnen een gebied. 

Een voedselketen begint altijd met een plant.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De energie verplaatst zich door de voedselketen





         
                producent       -->      consument 1e orde     --> consument 2e orde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Reducenten
  • Al het dode materiaal van organismen worden afgebroken door reducenten.
  • Reducenten zijn bacteriën en schimmels en horen niet bij de consumenten. 
  • Eindproduct: mineralen (in de bodem) -> dit hebben planten nodig bij groei en ontwikkeling.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Thema 6 BS 1 (alles behalve samenvatting en plus)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding).
Tip: De waterkever eet de muggenlarve.
Muggenlarve
Snoek
Kikkervisje
Waterkever
Baars
Algen

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Hoeveel producenten zijn er in deze afbeelding?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Fotosynthese is..
A
Water + koolstofdioxide + licht -> glucose + zuurstof
B
Glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + warmte

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar eten
B
een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens, met elkaar verbonden.
C
Een kringloop van voedsel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Consument 1e orde
B
Producent
C
Reducent
D
Heterotroof organisme

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
de kikker?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Reducent

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Toets nabespreken
- BS 1 herhalen
- BS 2 behandelen
- HW controle

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Toets bespreken

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

BS 1 herhalen
- Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
- Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe maakt een plant glucose?
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose
  2. Zuurstof

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Energie maken


Glucose opslag --> voeding 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Organismen
Eten energie 
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Verbranden energie 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen

  • Pijltje = wordt gegeten door 
    (staat voor de energiestroom!)
  • Alg wordt gegeten door watervlo
  • Vlo wordt gegeten door baars
  • Baars wordt gegeten door reiger
  • 4 schaken

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
Weergave van voedselrelaties binnen een gebied. 

Een voedselketen begint altijd met een plant.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De energie verplaatst zich door de voedselketen





         
                producent       -->      consument 1e orde     --> consument 2e orde

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Reducenten
  • Al het dode materiaal van organismen worden afgebroken door reducenten.
  • Reducenten zijn bacteriën en schimmels en horen niet bij de consumenten. 
  • Eindproduct: mineralen (in de bodem) -> dit hebben planten nodig bij groei en ontwikkeling.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

BS 2
- Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.
- Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Presentatie maken
- Je werkt in tweetallen
- Presentatie inleveren via Teams
- Volgende week presentaties in de klas. 
- Zie werkblad met meer info

Klaar?
Huiswerk BS 2 (alles behalve sam & +)
timer
17:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Ecologie BS 2 - Alles behalve samenvatting en plus

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Voedselpiramide

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Piramide van Biomassa
Elke stap naar boven gaat er energie verloren aan verbranding

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa
Energieverlies

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen de piramides
Deze is altijd piramidevorm!

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Verlies van Energie

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Bij welke piramide is de volgende schakel (naar boven) altijd kleiner?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Een bevolkingspiramide
D
Bij een piramide van een voedselketen

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Piramides van aantallen hebben altijd een piramide vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Welke piramide is de piramide van biomassa?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Presentaties BS 2
- Behandelen BS 3
- Behandelen BS 4
- Enquêtes (zie magister)

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Presentaties BS 2

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen de piramides
Deze is altijd piramidevorm!

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Verlies van Energie

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Bij welke piramide is de volgende schakel (naar boven) altijd kleiner?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Een bevolkingspiramide
D
Bij een piramide van een voedselketen

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Piramides van aantallen hebben altijd een piramide vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Welke piramide is de piramide van biomassa?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 59 - Quiz

This item has no instructions

BS 3  
Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
- Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Maken 
- Bs 3 (alles behalve samenvatting en plus)

Klaar? 
- Vraag opdracht van BS 4 aan docent
timer
15:00

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

BS 4
Biologisch evenwicht

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
- Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven. 
- Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Poster maken
- Zie instructies op het blad
- Werk in tweetallen

Klaar? 
- Enquêtes (zie magister)
- Afmaken BS 3 (alles behalve sam & +)
- Maken BS 4 (alles behalve sam & +)
timer
8:00

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
- BS 3 (alles behalve samenvatting en plus)
- BS 4 (alles behalve samenvatting en plus)

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Herhaling BS 1 t/m 4
- Uitleg BS 5
- Uitleg BS 6

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

BS 5 - Aanpassingen bij dieren

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
- Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Op welke manieren zijn deze dieren aangepast aan hun omgeving? 
timer
3:00

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij waterdieren 

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij waterdieren 
1. Met de kieuwen haalt een vis zuurstof uit het water.
2. De vinnen gebruikt een vis bij het zwemmen.
3. De huid is  bedekt met schubben en een laag slijm -> weinig weerstand tijdens zwemmen.
4. De lichaamsvorm is gestroomlijnd -> weinig weerstand tijdens zwemmen
5. Schutkleuren

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij landdieren

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij landdieren
- Het lichaam dragen op het land gaat veel zwaarder. 
- Dieren op het land hebben daarom stevige poten en een zwaarder skelet. 

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Poten van landzoogdieren
• Een zoolganger loopt op de hele voetzool.
   - Beter evenwicht.
   - Zakt niet snel weg in een zachte bodem.
• Een teenganger loopt op de tenen . 
   - Kan snel lopen. 
• Een hoefganger loopt op de toppen van de tenen.
   - De teen is bedekt met een hoef. 
    - Een hoefganger kan nog sneller lopen.

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij vogels

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Aanpassingen bij vogels
Bij vogels zijn zowel de poten als de snavels aangepast aan hun omgeving. 

Slide 82 - Slide

This item has no instructions

Vogels
Steltlopers, Roofvogels, Zangvogels en Watervogels

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

Steltlopers
Priemsnavel= lange snavel
Lange poten voor ondiep water

soms met zwemvliezen om
 niet door de bodem te zakken

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Roofvogels
Haaksnavel= krom, 
naar beneden gebogen, 
scherpe punt

Poten met klauwen

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Zangvogels
Kegelsnavel (zaden) of
Pincetsnavel (insecten)

Poten met 3 tenen voor 1 teen achter om zich aan takken te kunnen klemmen

Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Watervogels
Zeefsnavel
Zwemvliezen
Waterafstotende veren door speciale olie die ze produceren

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

Meer aanpassingen
Dieren in koude omgeving, meer haar om warmte vast te houden

Dieren in warme omgeving, grote oren om warmte te verliezen


Poolvos
Woestijnvos

Slide 88 - Slide

This item has no instructions

Maken
- BS 5 (alles behalve samenvatting en plus)

Klaar? 
- BS 6 (alles behalve samenvatting en plus)
timer
25:00

Slide 89 - Slide

This item has no instructions

BS 6 - Aanpassingen planten

Slide 90 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Slide 92 - Video

This item has no instructions

Droge omgeving,
welke aanpassingen?

Slide 93 - Slide

This item has no instructions

Droge omgeving

Slide 94 - Slide

This item has no instructions

Droge omgeving
- Kleine bladeren
- Dik waslaagje
- Weinig huidmondjes
- Huidmondjes liggen diep in blad
- Behaarde stengels en bladeren


Slide 95 - Slide

This item has no instructions

Droge omgeving
Vetplanten
- Slaan water op in kleine dikke bladeren.
- Weinig en kleine huidmondjes
Cactussen
- Slaan water op in de stengel.
- Bladeren zijn in vorm van stekels
- Wortels in breedte of juist heel diep


Slide 96 - Slide

This item has no instructions

Vochtige omgeving,
welke aanpassingen?

Slide 97 - Slide

This item has no instructions

Vochtige omgeving,

- Veel huidmondjes
- Huidmondjes dicht aan de oppervlakte
- Bladeren zijn groot en dun
- Dunne waslaag

Slide 98 - Slide

This item has no instructions

Vochtige omgeving
- Lelies:
o wortels zitten vast aan de bodem
o bladeren drijven op het water
o Huidmondjes zitten alleen aan bovenkant



Slide 99 - Slide

This item has no instructions

Licht, welke aanpassingen?

Slide 100 - Slide

This item has no instructions

Klimplanten

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

Aanpassing aan licht
Zonplanten: plek met veel zon


Schaduwplanten: plek met weinig licht
- Vroeg in voorjaar
- Grote dunne bladeren
- Donkergroen -> door veel bladgroenkorrels


Slide 102 - Slide

This item has no instructions

Aanpassing aan licht
Klimplanten
- Hechtwortels of ranken om vast te houden aan muren en andere planten
- Nemen voedingsstoffen op uit de plant waar ze op groeien
- Groeien snel -> hoe hoger hoe meer licht

Slide 103 - Slide

This item has no instructions

Quiz Bs 5 en 6

Slide 104 - Slide

This item has no instructions

Zoolganger
Hoefganger
Teenganger
Loopt op de gehele voetzool
Loopt op de tenen.
Loopt op de top van de tenen.
tenen en nagels zijn vergroeid tot hoef.

Slide 105 - Drag question

This item has no instructions

Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 106 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Slide 107 - Quiz

This item has no instructions

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen

Slide 108 - Quiz

This item has no instructions

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?
A
kraakt noten en harde zaden
B
prikt bodemdiertjes uit de grond
C
verscheurt een prooi
D
zeeft kleine plantjes uit het water

Slide 109 - Quiz

This item has no instructions

Een struisvogel valt onder de groep
A
Loopvogels
B
Steltlopers
C
Roofvogels
D
Zangvogels

Slide 110 - Quiz

This item has no instructions

kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel

Slide 111 - Drag question

This item has no instructions

Is dit een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant, want grote bladeren.
B
Zonplant, want veel gaten.
C
Schaduwplant, want grote balderen.
D
Schaduwplant, want veel gaten.

Slide 112 - Quiz

This item has no instructions

Is een cactus een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant
B
Schaduwplant

Slide 113 - Quiz

This item has no instructions

Welke planten groeien het best op de grond van het bos?
A
zonplanten
B
Schaduwplanten

Slide 114 - Quiz

This item has no instructions

Klimplanten klimmen omhoog naar het licht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 115 - Quiz

This item has no instructions

Waarom hebben de bladeren van een cactus de vorm van een stekel?
A
Zodat de plant minder vocht verdampt
B
Tegen koude nachten in de woestijn

Slide 116 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 117 - Quiz

This item has no instructions

Een plant in een droog gebied heeft vaak
A
Een groot wortelstelsel
B
Een klein wortelstelsel

Slide 118 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 119 - Quiz

This item has no instructions

In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Slide 120 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 121 - Quiz

This item has no instructions

Aanpassingen planten aan een vochtige omgeving
Grote bladeren met veel huidmondjes 

Slide 122 - Slide

This item has no instructions

Aanpassing plant bij een droge omgeving
  • Diepe wortels/breed wortelstelsel
  • Kleine/geen bladeren
  • Waslaagje
  • Haren of stekels tegen de zon
  • Water kunnen opslaan

Slide 123 - Slide

This item has no instructions

Slide 124 - Slide

This item has no instructions

Slide 125 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Thema 7 BS 1 en 2 behandelen
- HW controle

Slide 126 - Slide

This item has no instructions

Thema 7 - Duurzaamleven

Slide 127 - Slide

This item has no instructions

BS 1-De mens en het milieu

Slide 128 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt zes manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
- Je kunt de belangrijkste milieuproblemen, de oorzaken daarvan en mogelijke tegenmaatregelen noemen.

Slide 129 - Slide

This item has no instructions

Slide 130 - Slide

Mensen hebben natuur nodig voor bijvoorbeeld voeding, water, zuurstof, grondstoffen. 

Maar natuur heeft ook ons nodig. Ze hebben zorg, dankbaarheid en respect vanuit ons nodig. 

Maar wij blijven blijven maar consumeren.. 

Consumeren mensen vs planten en dieren. Bij mensen is het nadeliger omdat het meestal te ver gaat en nadelige effecten heeft op ons, vb obesitas. Maar dat is ook omdat we willen overleven. Daarnaast heeft de mens een hogere ego en wil steeds meer. 
Invloeden op natuur
  • Uitputting en vervuiling
  • Oorzaken
       - Overbevolking
       - Manier van leven 
  • Klimaatverandering
  • Afname biodiversiteit 
  • Maatregelen


Slide 131 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 132 - Video

Welke consequenties zijn er bij de verwarming van aarde?
00:54
Hoe ontstaat klimaatverandering?

Slide 133 - Open question

This item has no instructions

02:04
Wie stoot in Nederland broeikasgassen uit?

Slide 134 - Open question

This item has no instructions

03:31
Wat zijn de gevolgen van de opwarming van de aarde?

Slide 135 - Open question

This item has no instructions

04:24
Welke maatregelen kunnen we nemen in Nederland om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan?

Slide 136 - Open question

This item has no instructions

Maken
Thema 7 BS 1 (alles behalve samenvatting en plus)
timer
25:00

Slide 137 - Slide

This item has no instructions

BS 2 - Voedselproductie

Slide 138 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt manieren noemen om een grotere productie van voedsel te verkrijgen.
- Je kunt beschrijven hoe veredeling en DNA-technieken worden gebruikt om de voedselproductie te vergroten.

Slide 139 - Slide

This item has no instructions

Voedselproductie

Slide 140 - Slide

This item has no instructions

3 soorten landbouw
- Akkerbouw en Tuinbouw -> Voedingsgewassen
- Veeteelt -> Landbouwhuisdieren

- Monocultuur -> een soort gewas


Slide 141 - Slide

Monocultuur -> een soort gewas
- Voordeel: makkelijk en snel de bodem bewerken en oogsten -> hoge voedselopbrengst voor lage prijzen
Verhogen van productie door
bescherming tegen ziektes en plagen
Monocultuur
- Nadelen: Grotere kans op plagen en dat alle planten ziek worden
- Oplossing: bestrijdingsmiddelen


Slide 142 - Slide

This item has no instructions

Verhogen van productie door
Bemesting
- Door monocultuur raakt de grond snel uitgeput.
- Door bemesting worden weer mineralen aan de bodem toegevoegd. 
- Stalmest en kunstmest

Slide 143 - Slide

- Nadeel kunstmest: productie en transport kosten veel energie
- Nadeel kunstmest en stalmest: planten nemen niet alle mineralen op. Deel komt in bodem en water terecht -> verzuring -> bomen, planten, dieren worden vatbaar voor ziekten -> biologisch evenwicht raakt verstoord. 
Verhogen van productie door
Bodembewerking
Bodem wordt luchtiger
- Planten planten nemen beter water en mineralen op en wortels kunnen beter groeien. 
- Reducenten krijgen meer zuurstof

Slide 144 - Slide

This item has no instructions

Verhogen van productie door
Kunstmatige selectie 
 

- Selectie van planten of dieren met gunstige eigenschappen (kunstmatige selectie)
- Kruising van twee organismen tot er een combinatie met gunstige eigenschappen ontstaat -> start productie.

Slide 145 - Slide

This item has no instructions

Verhogen van productie door
Verandering van erfelijke eigenschappen


Genetische modificatie
- Erfelijke eigenschappen worden veranderd 
- Planten die bijvoorbeeld tegen een ziekte kunnen



Slide 146 - Slide

This item has no instructions

Op welke manieren kun je grotere productie van voedsel te verkrijgen?

Slide 147 - Open question

This item has no instructions

Maken 
Thema 7 BS 2 (alles behalve samenvatting en plus)

Klaar? -> Thema 6 Afsluiting
HW controle

Huiswerk:
Thema 7 BS 1 (alles behalve samenvatting en plus)
Thema 7 BS 2 (alles behalve samenvatting en plus)

Slide 148 - Slide

This item has no instructions