Grammar recap/revision - 22 mar 3H2

Bij binnenkomst
Zitten volgens plattegrond
Eten en drinken buiten het lokaal
Boeken op tafel + Schrift!
Telefoon meteen in de telefoontas
Wednesday March 22nd - 3H2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij binnenkomst
Zitten volgens plattegrond
Eten en drinken buiten het lokaal
Boeken op tafel + Schrift!
Telefoon meteen in de telefoontas
Wednesday March 22nd - 3H2

Slide 1 - Slide

13:10-14:00
Presentaties en grammatica. 
Wat ik wil dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van de les:
Aan het einde van de les weten leerlingen het verschil tussen wederkerende en wederkerige voornaamwoorden
Aan het einde van de les kunnen leerlingen deze juist invullen in 5 zinnen.

Eigen lesdoel: 
Naar aanleiding van de videobeelden analyse: gebruik van telefoon en eten gebeurt alleen buiten het lokaal. Zodra ze binnen zijn word de telefoon in de tas gestopt en komt er geen eten en drinken binnen.

Bij de deur: Good morning. Als je nog wat wil eten of drinken of je telefoon wil gebruiken doe je dit buiten het lokaal. Als je binnenkomt stop je je telefoon direct in de telefoontas.
Program & Goals
Plan: All the grammar - recap

At the end of the lesson I:
- can give 3 reasons for when not to use 'the'
- know the difference between like and as
- can fill in the correct reflexive and reciprocal pronouns in 4 sentences

Slide 2 - Slide

Alright everybody, good afternoon. Take out your books, a notebook and a pen. Compliment the students who already have their books. Make it go quick. They can do this within 30 seconds because it's all a reminder of what I already said.
Today we will work on all of the grammar. Student, please read out the goals for me.

Interruptions: (-te-grensoverschrijdend gedrag = niet dit systeem gebruiken)
1. naam, verwachting
2. waarschuwing 1
3. verplaatsen (= waarschuwing 2)
4. vertrekken - dit wel echt doen. Als ik dit consequent doe, gebeurt het mogelijk een aantal keer, maar daarna hopelijk niet meer.
Homework
Do: the exam texts at home if you wanted to.

Op de toets: EIGEN WOORDENBOEK MEE


Slide 3 - Slide

until 13:13
Alleen benoemen
On your test:
Hour 1:
Words A-I (geen proverbs en saying)
Stones 16+17
Grammar: Articles (niet pagina 171 vergeten), Like and As, Reflexive and Reciprocal pronouns.
Hour 2:
Exam reading texts. Bring your OWN DICTIONARY.

Slide 4 - Slide

Until 13:14

Theme 6: Grammar
- Articles
- Like and as
- Reflexive and Reciprocal pronouns.

I will pick a student. You pick one of the 3 topics and tell me what you remember about that piece of grammar.

Slide 5 - Slide

Until 13:17
Voorkennis ophalen. Vraag een paar willekeurige leerlingen om 1 van de onderdelen te kiezen en hier iets over te vertellen van wat ze nog weten over dit onderwerp. (3 min)

Grammar - Articles
Wanneer gebruik je geen lidwoord (the)?
4-5 situaties zoek ik.

Slide 6 - Slide

Until 13:21
Specifieke voorkennis vragen over articles.
4 min
Grammar - Articles
Geen lidwoord:
- bij leden van een groep (wel bij hele groep)
- voor en na both, all en most.
- voor titels en 1 persoon die functie uitvoert 
- voor continenten, landen, plaatsnamen (ook als deze voor een organisatie/gebouw worden gebruikt), straten en meren.
Behalve: namen die al een lidwoord hebben (The Netherlands)

Slide 7 - Slide

Until 13:24
Herhalen 
2-3 min
Grammar - Like/As
Wanneer like?

Wanneer as?

Slide 8 - Slide

Until 13:27
specifieke voorkennis 
2 min
Grammar - Like/As
Like en as = vergelijkingen ('net als')
Like: Bij zelfstandig naamwoord en persoonlijke voornaamwoord
She sings like a bird.
As: Bijzinnen en voorzetsels 
We often drink tea, as they do in China
Nooit 'like' voor if en nooit like bij: as ..... as (= dus niet like ... as)

Slide 9 - Slide

Until 13:30
Herhalen
2-3 min
Grammar - Reflexive en Reciprocal pronouns

Wanneer gebruik je reflexive pronouns? (En welke zijn dat)

Wanneer gebruik je reciprocal pronouns? (en welke zijn dat)

Slide 10 - Slide

Until 13:33
Voorkennis specifiek.
3 min
Grammar - Reflexive pronouns
Reflexive pronouns: 'zich, zelf, of zichzelf'. Maar niet bij: wash, shave, dress (behalve bij nadruk). Maak met -self of -selves.
I - Myself                                   they - themselves
You - yourself                          we - ourselves
he - himself                              you - yourselves
she - herself
it - itself

Slide 11 - Slide

Until 13:36
Herhalen

3 min
Grammar - Reciprocal pronouns
Reciprocal pronouns: (over/met/bij) elkaar
Each other bij: 2 personen.
One another bij: meer dan 2

Gebruikt niet bij: marry, meet, hug, kiss. (Dat doe je al samen)

Tip: is het niet elkaar en niet zich/zelf/zichzelf? Dan is het 0

Slide 12 - Slide

Until 13:41
Herhalen 
Totaal: 4 min
Grammar practice
What: Maak de hand-out
How: Je mag samen zachtjes overleggen
Help: De grammatica in je boek/je notities, elkaar, docent.
Time: +/- 15 minuten
Done: Kijk het na en ga dan de Test Yourself maken
Outcome: Dit heb je aan het einde af en nagekeken. Anders extra (straf) werk

Slide 13 - Slide

until 13:55

For Monday:
Do: Finish the handout - heb je al gedaan
Study: -
OP TOETS: EIGEN WOORDENBOEK MEE
Maandag: Test Jezelf maken in de les + laatste kans vragen.

Slide 14 - Slide

At 11:46 I will tell them about this homework and move on to the goals.
Goals
Raise your hand if it's true for you.

- I can give 3 reasons for when not to use 'the'
- I know the difference between like and as
- I can fill in the correct reflexive and reciprocal pronouns in 4 sentences





Slide 15 - Slide

I will ask a student to read out the goals and ask if they have done those things. They give an example 

Students may not put their books away until I am done discussing the goals with them. If they do, they need to grab them again. No exceptions. (Unless I have told them they could in the step before this)