Cours du mardi 22 juin T1A

Bonjour T1A
mardi 22 juin 
12.00 - 12.40
Lokaal 1L
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour T1A
mardi 22 juin 
12.00 - 12.40
Lokaal 1L

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Tes objectifs

Ik heb geoefend voor de toets
Programma
- herhaling passé composé en bijvoeglijk naamwoord
- kahoot vocabulaire CH5
- kruiswoordraadsel / décrire quelqu'un







Slide 2 - Slide

De passé composé
Wanneer gebruik je de passé composé?

Hoe maak je de passé composé bij werkwoorden die eindigen
op -er? 
                                
Bijvoorbeeld: de passé composé van het werkwoord manger: Hier soir, j'ai regardé un match de foot


Slide 3 - Slide

De passé composé
Wanneer gebruik je deze tijd?
De passé composé gebruik je om te vertellen dat je iets hebt gedaan. Bijvoorbeeld: Wij hebben televisie gekeken
Hoe maak je de passé composé?
Je maakt de composé met een vorm van 'avoir' + een voltooid deelwoord: Nous avons regardé la télévision
Hoe maak je het voltooid deelwoord van werkwoorden op -er?
Je haalt 'er' af van het werkwoord en voegt er dan 'é' aan toe:  'manger'= mangé (mang + é)



Slide 4 - Slide

Passé composé: manger
J'           ai             mangé
Tu         as            mangé
Il            a              mangé
Nous   avons    mangé
Vous    avez      mangé
Ils          ont         mangé

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
                                        De gele fiets
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 
Waar past het zich op aan?
Welke vormen heb je in het Frans?

Slide 6 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Waar past het bijvoeglijk naamwoord zich aan?
Het past zich aan aan het zelfstandig naamwoord
Welke vormen van het zelfstandig naamwoord heb je in het Frans?
Bijvrouwelijke zelfst. nmwrd komt een e en in het meervoud een s
Mannelijk                                                               Vrouwelijk
Enkelvoud :   Le garçon est petit                 Enkelvoud:   La fille est petite
Meervoud:    Les garçons sont petits        Meervoud:   Les filles sont petites


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Keuze
Kruiswoordraadsel
Décris une personne

Slide 9 - Slide

Qu'ai-je appris?

Slide 10 - Slide

De toets van periode 4
Vocabulaire en de phrases clés van Hoofdstuk 5.
Grammatica: de passé composé (p. 45).
Grammatica: de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (blz. 45).
Grammatica: de werkwoorden avoir en être (p. 160).
Hoe moet ik mij thuis hier op voorbereiden?
Leer de woordjes beide kanten (F<->N) en gebruik quizlet of slim stampen.
Check of je al je opdrachten hebt nagekeken
Check Powerpoints en of Lessonups voor herhaling grammatica.
Grandes Lignes online > audio en video voor uitleg grammatica.
Grandes Lignes online > Bilan (D-toets)















Slide 11 - Slide