1A May 16th

English 1A
Please join the class circle with your Textbooks and without your phones!




1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English 1A
Please join the class circle with your Textbooks and without your phones!




Slide 1 - Slide

Today's lesson:
- Grammar explanation (15 minutes)
- Reading Polly (10 minutes)
- Working on Grammar exercises (20 minutes)
- End of the lesson (5 minutes)

Slide 2 - Slide

Lesson goals
- Je kent de regel over lidwoorden.
- Je kent de regel over meervouden.
- Je hebt Polly gelezen.
- Je hebt de opdrachten (deels) gemaakt.

Slide 3 - Slide

Grammar Chapter 3
Onderwerpen:                                                 KGT                    THV
- Vragende voornaamwoorden              blz. 52             blz. 58
- Lidwoorden                                                   blz. 52            blz. 60
- Meervoud                                                       blz. 158           blz. 59

Slide 4 - Slide

Vragende voornaamwoorden

Who?
What?
Where?
When?
Why?
How?
Which?

Deze woorden gebruik je om vragen mee te maken. Ze staan altijd aan het begin van de zin. Bijvoorbeeld:
How old are you? Where do you live?

Lidwoorden

A, an en the zijn de Engelse lidwoorden voor een en het/de.

- Als het volgende woord begint met een klinkerklank in de uitspraak dan gebruik je an.
- Begint een woord met een medeklinker in de uitspraak dan gebruik je a.

- Woorden zoals hour en uniform zijn een uitzondering. Hun spelling wijkt af van de uitspraak.

Slide 5 - Slide

Meervoud (THV, maar voor KGT later!)

De meeste woorden in het Engels krijgen een
-s in het meervoud. Voorbeeld:
One gift, two gifts       /     one photo, two photos

- Als een woord eindigt op -y, krijgt het in meervoud -ies op het einde. Voorbeeld:
One lady, two ladies     /  one pary, two parties

-> maar niet als er een klinker voor staat (a, e, o, u). Dan krijgen ze 'gewoon' -s. Voorbeeld:
One boy, two boys    /     one key, two key

- Als een woord eindigt op een sisklank krijgt het -es in het meervoud. Voorbeeld:
One box, two boxes    /   one glass, two glasses

- Als een woord eindigt op een -f of -fe krijgt het -ves in het meervoud. Voorbeeld:
One leaf, two leaves   /    one wolf, two wolves

- Meer uitzonderingen kan je in je boek lezen

Slide 6 - Slide

What are we going to do?
You are going to read Polly, on your own at your table. You have to read until page 53.

When you're done with Polly, you are going to work on the Grammar exercises. You're going to do this in silence.

Slide 7 - Slide

1. Reading Polly t/m blz. 53

2. Do the exercises:

KGT:
Exercise 1A, B, 3A on p. 76-78 AB
Exercise 32, 34 on p. 74/75 AB

THV:
Exercise 2, 4, 5A on p. 89-91 AB
Exercise 32, 33 on p. 86/87 AB

Time: 35 minutes (see timer)
Help needed? Look in your book or raise your hand
Done? Make a summary about these grammar subjects.
timer
35:00

Slide 8 - Slide

Lesson goals
- Je kent de regel over lidwoorden.
- Je kent de regel over meervouden.
- Je hebt Polly gelezen.
- Je hebt de opdrachten (deels) gemaakt.

Slide 9 - Slide

Homework for Thursday:

KGT:
Exercise 1A, B, 3A on p. 76-78 AB

THV:
Exercise 1, 2, 4, 5A on p. 89-91 AB

Slide 10 - Slide