5.2 Blussen

1 / 45
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Uitleg 5.2
  • Vragen over huiswerk
  • Uitleg 5.3
  • Theorie 5.3 Lezen
  • Opdracht 33 t/m 48 maken

Slide 2 - Slide

Vandaag kijken we naar:
- brandvoorwaarden weghalen
- welke blusmethode moet je kiezen
- olie branden blussen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Explosie:
precies de goede verhouding tussen zuurstof en brandstof (en de ontbrandingstemperatuur..)

Slide 5 - Slide

Alle drie tegelijk nodig voor een verbranding:

Slide 6 - Slide

Blussen

Je kunt de:


- Zuurstof afsluiten

- Temperatuur verlagen

- Brandstof weghalen



Slide 7 - Slide

Hoe kun je blussen?

Slide 8 - Slide

Brandstof weghalen
In een bos zijn er "brandgangen"
Als een bosbrand uitbreekt kan je het brandende stuk laten afbranden en de gangen beschermen het bos aan de andere kant ervan
De brandstof raakt op en het vuur dooft

Slide 9 - Slide

Zuurstof wegnemen
Met een blusdeken kan je een brandblussen door de zuurstof toevoer af te sluiten. De vlam maakt de zuurstof op die er omheen zit en gaat dan uit. De zuurstof is op.

Slide 10 - Slide

Warmte wegnemen

Water kan heel veel warmte opnemen
Door water op vlammen te spuiten kan je ze dus doven
Het water neemt de warmte weg en dus stopt het vuur

Slide 11 - Slide

Vanaf hier ga je zelf aan de slag:
De LU is onderdeel van je weektaak, dus die moet ook serieus gemaakt zijn. Je krijgt steeds een filmpje van het blussen van een brand te zien. Geef in de daaropvolgende meerkeuze vraag aan op welke manier de brand geblust is. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Welke voorwaarde werd hier weggehaald?
A
Brandstof weghalen
B
Zuurstof weghalen
C
Temperatuur verlagen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Welke voorwaarde werd hier weggehaald?
A
Brandstof weghalen
B
Zuurstof weghalen
C
Temperatuur verlagen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welke voorwaarde werd hier weggehaald?
A
Brandstof weghalen
B
Zuurstof weghalen
C
Temperatuur verlagen

Slide 18 - Quiz

Hoe zou je brandstof weg kunnen nemen?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Bosbranden blussen

Een bosbrand blussen betekent een andere manier van blussen. 

Slide 21 - Slide

Oliebrand blussen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Huiswerk 5.2
Vragen??

Slide 24 - Slide

Programma
  • Uitleg 6.4
  • Theorie 6.3 Lezen
  • Huiswerk: Opdracht 33 t/m 48 maken

Slide 25 - Slide

H5.3 Verbranding

Slide 26 - Slide

Leerdoelen 5.3
  1. Je weet het verschil tussen een volledige een een onvolledige verbranding.
  2. Je weet wat de reactieproducten zijn  bij een volledige en onvolledige verbranding.

Slide 27 - Slide

Volledige verbranding

Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding

Kenmerken: geen rook, een blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaat water en koolstofdioxide.


Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan andere stoffen.


Slide 28 - Slide

Volledige verbranding

Slide 29 - Slide

Onvolledige verbranding

Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.

Kenmerken:wel rook zichtbaar, een gele vlam = brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaat water, roet en koolstofmonoxide.

Slide 30 - Slide

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
  • voldoende zuurstof
Onvolledige verbranding
  • Onvoldoende zuurstof
  • Andere reactieproducten
Zeer giftig gas!

Slide 31 - Slide

Ontstane oxiden

Slide 32 - Slide

Geef de reactievergelijking voor de onvolledige verbranding van propaan (C3H8). Bij deze onvolledige verbranding ontstaat naast water ook koolstofmono-oxide.

Slide 33 - Open question

Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van
C5H10S

Slide 34 - Open question

Wat ga je nu doen?
  • Theorie 5.3 Lezen
  • Huiswerk: Opdrachten 5.3 online maken
Wat niet af is wordt huiswerk.

Slide 35 - Slide

Aan de slag
We gaan 5.2 lezen en de opdrachten online maken. 

Vorige week was de weektaak 5.1. Heet iedereen die af?


Slide 36 - Slide

Programma
  • Herhaling 5.3
  • Theorie 5.3 Lezen
  • Oefenopdrachten verbranding maken
  • Alle opdrachten afmaken t/m 48

Slide 37 - Slide

H5.3 Verbranding

Slide 38 - Slide

Leerdoelen 5.3
  1. Je weet het verschil tussen een volledige een een onvolledige verbranding.
  2. Je weet wat de reactieproducten zijn  bij een volledige en onvolledige verbranding.

Slide 39 - Slide

Volledige verbranding

Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding

Kenmerken: geen rook, een blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaat water en koolstofdioxide.


Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan andere stoffen.


Slide 40 - Slide

Onvolledige verbranding

Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.

Kenmerken:wel rook zichtbaar, een gele vlam = brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaat water, roet en koolstofmonoxide.

Slide 41 - Slide

Ontstane oxiden

Slide 42 - Slide

Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van
C5H10S

Slide 43 - Open question

Programma
  • Theorie 5.3 Lezen
  • Oefenopdrachten verbranding maken + inleveren
  • Alle opdrachten afmaken t/m 48

Slide 44 - Slide

Wat ga je nu doen?
Alle opdrachten af van 5.1 + 5.2?
Maken opdrachten 5.3 (opdracht 33 t/m 48)

Slide 45 - Slide