Stoffen in huis

Stoffen en materialen
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Stoffen en materialen

Slide 1 - Mind map

Goed voor de relatie. Even samen lachen om de 1 april grappen die de leerlingen ooit uitgehaald hebben.
Ik hoop leerlingen grappen hebben uitgehaald waar ik stofeigenschappen aan kan koppelen. Zoals bijvoorbeeld suiker vervangen door zout.
--> Koppelen aan de leefwereld
Wil je suiker in je koffie?
Op 1 april worden koffiedrinkers vaak in de maling genomen. 
Het suiker in de suikerpot wordt
vervangen door zout. 

Waarom trappen hier zo veel 
mensen in?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stofeigenschappen
Zout en suiker lijken qua uiterlijk best veel op elkaar.
Maar ze verschillen ook op heel veel punten!

Maak eens een lijstje van de verschillen tussen zout en suiker. 
Je mag hiervoor het internet gebruiken.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verschillen tussen
suiker en zout

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

In welke stofeigenschap verschillen cola en sinas?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Kleur, geur en smaak

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In welke stofeigenschap verschillen goud en zilver?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Kleur en geur

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Verzin twee stoffen die
op elkaar lijken maar
verschillen in geur

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Series en films
In series en films maken ze ook gebruik van stofeigenschappen om iets te kunnen vervangen door iets anders.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bijvoorbeeld bij films/series over vampieren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 11 - Video

This item has no instructions

00:56
Wat zouden ze gebruikt kunnen hebben om het bloed mee te vervangen?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Veiligheid
Bij sommige stoffen is het belangrijk om te weten welke stof het is. Dit is bijvoorbeeld zo bij giftige stoffen. 

Op de verpakking van deze stof staat een 
gevarensymbool.

Dit symbool vind je vaak op de verpakking van poetsmiddelen.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid
Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid
Ook is het verstandig om spullen met dezelfde toepassingen bij elkaar te zetten. 

Toepassingen zijn bijvoorbeeld: 
voedingsmiddelen, schoonmaakspullen of medicijnen



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het niet verstandig om poetsmiddel in hetzelfde kastje te zetten als voedingsmiddelen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat kan er fout gaan?
Mijn vriend wil de badkamertegels schoon maken.
Op internet staat dat dit goed gaat met een mengsel van
10 mL bleek, 5 mL schoonmaakazijn en 40 mL water. 
Hij mengt deze vloeistoffen in een leeg waterflesje. 
Er is nog van het mengsel over en daarom zet hij het flesje op het aanrecht neer.  Hij bedenkt dat hij nog boodschappen moet doen en gaat naar de supermarkt. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
  1. Bedenk een proef waarmee je het verschil aan kunt tonen tussen verschillende stoffen. Gebruik hierbij stoffen met verschillende stofeigenschappen. 
  2. Geef aan met welke veiligheidsmaatregelen je rekening moet houden.
  3. Bedenk welke materialen je nodig hebt.
  4. Maak een werkblad voor je klasgenoten, zodat iedereen de proef uit kan voeren. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions