Herhaling hoofdstuk criminaliteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk criminaliteit herhaling

Planning

• Korte herhaling van de afgelopen blok

• Drie vragen per paragraaf

• Leren voor SE

Wat moet je leren voor de toets?

9.1  Wat is criminaliteit?

9.2 Oorzaken van criminaliteit

9.3 NIET IN DE TOETS!!!!

9.4 Opgepakt... en dan?

9.5 De rechtszaak

9.6 repressie en preventie

9.1 Wat is criminaliteit?

Wat moet je weten? 

• Het verschil tussen asociaal en een strafbaar feit.

• Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.

• Criminaliteit afhankelijk van tijd en plaats

• Rechtstaat

• Gevolgen van criminaliteit  (materieel/niet- matriele schade)

Wat is een voorbeeld van een strafbaar feit?

1. Je middelvinger opsteken naar een fietser
2. Voorkruipen in de rij
3. Door rood rijden
4. Iemand laten schrikken

Wat is een kenmerk van een rechtstaat?

1. Iedereen moet zich aan de wet houden
2. De politie kan niet worden gestraft
3. De koning staat boven de wet
4. De een heeft meer rechten dan de ander

Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?

1. Geen id kaart bij je hebben
2. In het donker fietsen zonder licht
3. Mobiel bellen achter het stuur
4. Een winkeldiefstal plegen

9.2 Oorzaken van criminaliteit

Doelen:

• Risicofactoren dat crimineelgedrag vergroot

• Maatschappelijke omstandigheden dat crimineelgedrag vergroot

• Politiecijfers en criminaliteit

Welke risicofactor past bij het voorbeeld:
''John besluit om na afloop van een feest toch zelf te gaan rijden. Inmiddels heeft hij meer dan vijf biertjes op''.

1. Biologische factoren
2. Slechte opvoeding
3. Groepsdruk
4. Alcohol of drugs

Welke oorzaak van criminaliteit hoort bij de volgende beschrijving: ''Als je een biologische stoornis hebt kan je extreem agressief reageren''?

1. Maatschappelijke omstandigheden
2. Biologische factoren
3. Groepsdruk
4. Slechte opvoeding

Welke maatschappelijke omstandigheid past bij het voorbeeld:
''Ricardo merkt dat hij in de Albert Heijn niet zo in de gaten wordt gehouden en besluit een paar Red Bull blikjes te jatten''.

1. Minder sociale controle
2. Slechte leefomstandigheden
3. Minder strenge normen dan vroeger
4. Spijbelen en schooluitval

9.4 Opgepakt... en dan?

Doelen:

• Wat een politie mag doen
• Bureau HALT
• De officier van justitie
• Bijzondere maatregelen

Rechten van de politie

• Fouilleren
• Arresteren
• Huis doorzoeken

Als de Officier van Justitie afziet van verdere vervolging noemen we dat...

1. een proces-verbaal
2. seponeren
3. schikken
4. vervolgen

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?

1. Officier van Justitie
2. Advocaat
3. Politie
4. Rechter

9.5 De rechtszaak

Doelen:

• De belangrijkste personen bij een rechtszaak
• Hoe een rechtszaak verloopt
• Wanneer je door een rechter schuldig wordt bevonden

............opent de rechtszaak

1. De officier van justitie
2. De advocaat
3. De rechter
4. De griffier

Wie is de aanklager is een rechtszaak?

1. De rechter
2. De politie
3. Officier van justitie
4. Het slachtoffer

9.6 Preventie of repressie

Doelen:

• preventie en repressie
• Doel van straffen
• Soorten straffen

Verschillende doelen

1. Afschrikken

2. samenleving veiliger maken

3. wraak
(voor slachtoffers/ nabestaanden)

Criminaliteit verminderen

Twee manieren:

1. Repressie

2. Preventie

Aan de slag!

Wat ga je doen?

Maak de samenvatting in het werkboek. Als je klaar bent ga je leren. 

Bladzijde 188/189