SO HS. 2 Steden paragraaf 2.1. t/m 2.3

SO HS. 3 ´Steden´
- Dit SO bestaat uit 30 vragen
- Je krijgt 30 minuten om de vragen te beantwoorden
- Succes!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO HS. 3 ´Steden´
- Dit SO bestaat uit 30 vragen
- Je krijgt 30 minuten om de vragen te beantwoorden
- Succes!

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste volgorde van wijken van buiten naar binnen in een moderne westerse stad?
A
suburbs, CBD, oude woonwijken
B
suburbs, CBD, oude woonwijken
C
suburbs, oude woonwijken, CBD
D
CBD, oude woonwijken, suburbs

Slide 2 - Quiz

Sleep deze 5 steden naar de goede plek
Moskou
Sao Paolo
Shanghai
New York
Tokyo
Los Angeles
Lagos

Slide 3 - Drag question

Welke kenmerken uit de zinnen horen bij een stad?

A De plaats moet minstens 50 000 inwoners hebben.
B Er staan heel veel gebouwen op een klein gebied.
C Het merendeel van de beroepsbevolking werkt niet in de landbouw.
D De plaats moet stadsrechten hebben.
E Het centrum is omringd door stadsmuren.
F De stad heeft een groot aantal belangrijke voorzieningen.

A
B, C, F
B
B, C
C
A, B, C, F
D
B, D, E

Slide 4 - Quiz

Welk gedeelte van een moderne westerse stad zie je op de achtergrond?
A
Suburbs
B
CBD
C
Primate city
D
Koloniale dubbelstad

Slide 5 - Quiz

Hier wonen meer dan 10 miljoen mensen
Het percentage mensen in dat in de stad woont
Trek van het platteland naar de steden
New York, Londen, Parijs, Tokyo
Megastad
Wereldstad
Urbanisatiegraad
Urbanisatie

Slide 6 - Drag question

Wat was voor de meeste mensen GEEN reden om in een suburb te gaan wonen?
A
In suburbs is er meer rust
B
Suburbs zijn kindvriendelijk
C
Suburbs zijn dichter bij het werk
D
Suburbs bieden meer ruimte

Slide 7 - Quiz

Nederland heeft...
timer
3:00
A
Alleen een megastad
B
Alleen een hoofdstad
C
Een hoofdstad en een wereldstad
D
Alleen een wereldstad

Slide 8 - Quiz

De urbanisatiegraad is het hoogst in in?
A
Nederland
B
Roemenië
C
Turkije
D
Nigeria

Slide 9 - Quiz

De urbanisatiegraad is
A
het aandeel plattelandsbevolking dat naar de stad trekt
B
De snelheid waarmee steden groeien
C
Het percentage van de bevolking dat in steden woont
D
De snelheid van ruraal-urbane migratie

Slide 10 - Quiz

Waarin verschilt een megastad van een wereldstad?
A
Een wereldstad is wereldwijd veel belangrijker dan een megastad.
B
Geen enkele wereldstad ligt in Azië en megasteden wel.
C
Een wereldstad heeft meer inwoners dan een megastad.
D
Een megastad heeft meer inwoners dan een wereldstad.

Slide 11 - Quiz

Londen heeft 8,5 miljoen inwoners. Wat voor type stad is het?
A
Hoofdstad + Megastad
B
Wereldstad + Hoofdstad
C
Megastad + Wereldstad
D
Primate city + Megastad

Slide 12 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?

I. Het nadeel van een primate city is dat de rest van het land zich moeilijk kan ontwikkelen.

II. Een hoog geboorteoverschot in een primate city leidt tot een hogere verstedelijkingsgraad.

A
I is juist.
B
II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 13 - Quiz

Zijn de volgende zinnen juist of onjuist?

1 Een hoofdstad is een primate city.
2 In niet-westerse landen zijn geen primate cities te vinden.
3 Vanuit de hoofdstad wordt vaak een land bestuurd.
4 Voor de handel is een wereldstad interessant.

A
zin 1, 2 en 3 zijn juist
B
zin 2, 3 en 4 zijn juist
C
zin 2 en 4 zijn juist
D
zin 3 en 4 zijn juist

Slide 14 - Quiz

Verbind de begrippen met de juiste omschrijving.
CBD
Suburb
Winkelcentrum
Oude woonwijk
Hier woon je niet ver van het centrum
Hier kun je je zakgeld opmaken
Hier kun je lekker wonen
Hier woont vrijwel niemand

Slide 15 - Drag question

Veel steden in ontwikkelingslanden liggen aan de kust. Dat komt door ...
A
de sterke migratie naar de primate city na de onafhankelijkheid.
B
het gunstiger klimaat aan de kust.
C
de kustgebieden die vruchtbaarder zijn dan het binnenland.
D
het koloniale verleden.

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet bij de informele sector?
A
Zelfgecreëerde baan
B
Geen belasting
C
Pensioenopbouw
D
Laag inkomen

Slide 17 - Quiz

Informele sector...
A
Arts
B
Schoenenpoetser
C
Schilder
D
Metselaar

Slide 18 - Quiz

Het urbanisatietempo in Nederland ligt hoger dan het urbanisatietempo in Nigeria
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is het urbanisatietempo
A
Het percentage mensen dat in een stad woont
B
Hoe snel de urbanisatiegraad groeit
C
Hoe snel de verstedelijkingsgraad groeit
D
Het percentage mensen dat op het platteland woont

Slide 20 - Quiz

Mexico-Stad is een voorbeeld van een primate city. Aan welk kenmerk kun je dat het best zien?
A
Deze megastad is acht keer groter dan de tweede stad van het land.
B
Deze stad is het regeringscentrum en alle belangrijke overheidsdiensten zijn er gevestigd.
C
Deze stad is een belangrijke speler in de wereldeconomie.
D
In Groot Mexico-Stad wonen nu al ruim 25 miljoen mensen.

Slide 21 - Quiz

Een groep van steden die onderling met elkaar verbonden zijn noem je ...
A
een megastad
B
een wereldstad
C
een stedelijk netwerk
D
een stedelijk gebied

Slide 22 - Quiz

Welke stad ligt in het stedelijk netwerk De Randstad?
A
Eindhoven
B
Zaltbommel
C
Middelburg
D
Rotterdam

Slide 23 - Quiz

Mensen en bedrijven trekken weg naar plaatsen buiten de stad
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Verstedelijkingstempo
D
Verstedelijking

Slide 24 - Quiz

Als gevolg van suburbanisatie, neemt de verstedelijkingsgraad van de stad toe. Is dat juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
C
Hier kun je niks over zeggen

Slide 25 - Quiz

Verbind de begrippen met de juiste omschrijving.
Megastad
Primate city
Hoofdstad
Wereldstad
Stad met meer dan 10.000.000 inwoners
Stad waar meestal de regering zit gevestigd
Deze stad is voor de hele wereld een belangrijk centrum
Deze stad is vele malen groter en belangrijker dan de tweede stad van dat land

Slide 26 - Drag question

Welke stad, als je kijkt naar het soort stad, hoor niet in het rijtje thuis?
A
Parijs
B
New York
C
Amsterdam
D
Londen

Slide 27 - Quiz

Welke woorden op de lege plekken?
In het begin van de 21e eeuw leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in steden; in 1975 was dat nog maar een derde. De Wereldbank verwacht dat de <1> verder gaat en dat in 2050 twee op de drie mensen in een stad wonen. Vooral de arme landen kennen een hoog <2>. In de rijke landen wordt de stedelijke groei geremd door <3>. Volgens de Wereldbank zien Afrika en Azië hun <4> de komende jaren nog sterk stijgen.
A
1 = urbanisatie 2 = verstedelijkingstempo 3 = suburbanisatie 4 = verstedelijkingsgraad
B
1 = suburbanisatie 2 = urbanisatie 3 = verstedelijkingsgraad 4 = verstedelijkingstempo
C
1 = verstedelijkingsgraad 2 = urbanisatie 3 = suburbanisatie 4 = verstedelijkingstempo
D
1 = verstedelijkingstempo 2 = verstedelijkingsgraad 3 = urbanisatie 4 = suburbanisatie

Slide 28 - Quiz

Het verschil tussen een rijk land en een arm land kun je in het CBD zien doordat ...
A
er in een rijk land veel hogere gebouwen staan.
B
er in een rijk land veel meer auto´s rijden en dus meer files zijn.
C
er in een rijk land veel meer werkgelegenheid in de dienstensector is.
D
er in een arm land meer activiteit op straat is.

Slide 29 - Quiz

Waardoor groeit een megastad zo snel?
A
Door de trek van het centrum naar de randen van de stad.
B
Door het verdichten van de krottenwijken.
C
Door de trek van het platteland naar de stad.
D
Door de snelle groei van de formele sector.

Slide 30 - Quiz

Suburbs ontbreken in steden in arme landen. Wat is daarvan een oorzaak?
A
In arme landen is geen urbanisatie
B
In arme landen is geen planning vanuit de overheid
C
In arme mensen zijn niet voldoende rijkere mensen
D
In arme landen wonen alle mensen door elkaar

Slide 31 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I De laatste twintig jaar is de verstedelijkingsgraad in Nederland sterk gestegen.
II Door de industriële revolutie nam de suburbanisatie toe.
A
I is juist
B
II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 32 - Quiz

Het CBD heeft haar woonfunctie praktisch verloren. De voornaamste oorzaak daarvan is dat ...
A
de woningen in verval waren geraakt
B
de woonhuizen in gebruik zijn als kantoren en winkels
C
de grondprijzen hier te hoog zijn om te wonen
D
de mensen zijn weggetrokken naar de suburbs aan de rand van de stad

Slide 33 - Quiz

Arme landen kennen een hoge/hoog ...
A
Verstedelijkingsgraad
B
Verstedelijkingstempo
C
Formele sector
D
Suburbanisatie

Slide 34 - Quiz

Welke stad heeft het meest lage verstedelijkingstempo?
A
London
B
Lagos
C
Shanghai
D
New Delhi

Slide 35 - Quiz

Door het hoge verstedelijkingstempo groeit deze stad razendsnel.
A
Hoofdstad
B
Megastad
C
Wereldstad
D
Dorp

Slide 36 - Quiz

Wat is het verband tussen de verstedelijkingsgraad van een land en het ontwikkelingspeil?
A
Hoe meer ontwikkeld een land, hoe lager de verstedelijkingsgraad.
B
Hoe meer ontwikkeld een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad.
C
Hoe minder ontwikkeld een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad.
D
Hoe minder ontwikkeld een land, hoe hoger het verstedelijkingstempo.

Slide 37 - Quiz

Heeft de VS primate cities?
A
Ja, want New York en Washington zijn de belangrijkste steden
B
Ja, want in New York vindt de meeste economische activiteit plaats (met bv. Wall Street)
C
Nee, want er zijn meerdere belangrijke steden, dus er zijn geen primate cities in de VS
D
Nee, want New York is op wereldniveau niet economisch relevant

Slide 38 - Quiz

Een welvarend land ken een laag verstedelijkingstempo en een lage verstedelijkingsgraad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz