Feit en mening



Feiten, meningen
en nepnieuws



Historische vaardigheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Feiten, meningen
en nepnieuws



Historische vaardigheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen betrouwbaarheid, feit, mening en nepnieuws (R)

  • kun je herkennen en uitleggen of een bron vooral feiten of mening geeft. (T1)

  • kun je beoordelen of een bron betrouwbaar is of niet. (T2)

  • kun je zelf  (nieuws)berichten toetsten op betrouwbaarheid en nepnieuws herkennen.  (I)

Slide 2 - Slide

Feit
  • Een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de echtheid vaststaat.
  • Er is geen discussie over of het waar is of niet. Er zijn bewijzen.
  • Veel mensen accepteren dat het waar is

Slide 3 - Slide

Mening
  • Een persoonlijk gevoel of oordeel over mensen, gebeurtenissen of toestanden.
  • Er is discussie, er zijn andere meningen.
  • Een mening kan veranderen.

Slide 4 - Slide

Nepnieuws
  • Mensen die bewust liegen over iets. Je geeft desinformatie (informatie die niet klopt)
  • Zij willen er geld aan verdienen of de mening van andere mensen beïnvloeden

Slide 5 - Slide

Betrouwbaarheid testen
Controleer de bron aan de hand van vragen:
  1. Wie is de maker van de bron?
  2. Is de maker een ooggetuige of heeft hij de informatie van iemand anders?
  3. Geeft de bron vooral meningen of vooral feiten?
  4. Is de maker van de bron bevooroordeeld?
  5. Wat was het doel dat de maker had met de bron?
  • Leerstof!

Slide 6 - Slide

Juist nu is dit heel belangrijk!

Slide 7 - Slide



Feit of mening?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video


Video

Nepnieuws of niet?
Wat doet de medewerker van de NOS om te checken of het nieuws klopt?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 12 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 13 - Open question