Feiten, meningen en nepnieuws



Feiten, meningen
en nepnieuws



Historische vaardigheid
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Feiten, meningen
en nepnieuws



Historische vaardigheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen betrouwbaarheid, feit, mening en nepnieuws

  • kun je herkennen en uitleggen of een bron vooral feiten of mening geeft.

  • kun je beoordelen of een bron betrouwbaar is of niet.

  • kun je zelf  (nieuws)berichten toetsten op betrouwbaarheid en nepnieuws herkennen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mening?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is een feit?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat versta jij onder nepnieuws?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Vraag de leerlingen wat ze zien.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Foto van mensen die op asiel wachten, wordt misbruikt door de media...

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Juist nu is dit heel belangrijk!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Video

Nepnieuws of niet?
Wat doet de medewerker van de NOS om te checken of het nieuws klopt?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Feit
  • Een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de echtheid vaststaat.

  • Er is geen discussie over of het waar is of niet. Er zijn bewijzen.

  • Veel mensen accepteren dat het waar is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Mening
  • Een persoonlijk gevoel of oordeel over mensen, gebeurtenissen of toestanden.
  • Er is discussie, er zijn andere meningen.

  • Een mening kan veranderen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nepnieuws
  • Mensen die bewust liegen over iets. Je geeft desinformatie (informatie die niet klopt)
  • Zij willen er geld aan verdienen of de mening van andere mensen beïnvloeden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaarheid testen
Controleer de bron aan de hand van vragen:
  1. Wie is de maker van de bron?
  2. Is de maker een ooggetuige of heeft hij de informatie van iemand anders?
  3. Geeft de bron vooral meningen of vooral feiten?
  4. Is de maker van de bron bevooroordeeld?
  5. Wat was het doel dat de maker had met de bron?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Echt of nep?
Er volgen twee filmfragmenten. Na ieder filmfragment mag je aangeven of deze echt of nep was.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Echt of nep?
A
Echt
B
Nep

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Echt of nep?
A
Echt
B
Nep

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions