Examentraining II

                                                          Welkom!


Examentraining rekenen
 mbo niveau 4
1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

                                                          Welkom!


Examentraining rekenen
 mbo niveau 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Voorbereiden op het examen
Deze examentraining is de laatste voorbereiding op je deelname aan het examen rekenen. Het examen heeft in totaal 26 opdrachten. Je hebt 120 minuten de tijd om die te maken. Dat is ongeveer 5 minuten per opdracht. Bij het maken van de opdrachten schrijf je je stappen op een rekenblad. Iedere goede rekenstap is een punt waard! Je mag bij je examen gebruikmaken van een online rekenmachine en een rekenkaart.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Wat heb je nodig?
Score
Houd bij het maken van deze training je score bij!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Inhoud examentraining
De examentraining bevat opdrachten bij de lesstof van de volgende domeinen:

1. Grootheden en eenheden
2. Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
3. Verhoudingen herkennen en gebruiken
4. Procenten gebruiken
5. Omgaan met kwantitatieve informatie
Basisvaardigheden


Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Opdracht 1 [4p]
Delano mountainbiket naar het Belgische
Malmedy. Zijn tempo is anderhalf keer zo
hoog als het gemiddelde fietstempo. 

Bereken hoeveel minuten Delano over
de fietstocht doet. Rond je antwoord
af op een heel getal.

Vielsalm 12,3 km
Malmedy 21,4 km
timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions




Bereken hoeveel minuten Delano over de fietstocht doet. Rond je antwoord af op een heel getal.

Slide 6 - Open question

Bepaal gemiddelde fietstempo
15 km per uur

Bereken fietstempo Delano
15 km x 1,5 = 22,5 km per uur [1p]

Bereken aantal min. 1 km
60 : 22,5 = 2,66...min [1p]

Bereken aantal min. 21,4 km
2,66... x 21,4 = 57,06.. min [1p]

Rond af op een heel getal
57,06.. = 57 minuten [1p]

Opdracht 2 [1p]
Delano mountainbiket naar het Belgische
Malmedy. Zijn tempo is anderhalf keer zo
hoog als het gemiddelde fietstempo. Hij
vertrekt om 19:00 uur.

Hoe laat komt Delano aan in Malmedy?
Rond je antwoord af op een heel getal.

Vielsalm 12,3 km
Malmedy 21,4 km
timer
3:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions






Hoe laat komt Delano ongeveer aan in Malmedy?

A
Om 20:00 uur.
B
Om 20:10 uur
C
Om 20:20 uur
D
Om 20:30 uur.

Slide 8 - Quiz

C [1p]

Bepaal gemiddeld fietstempo
15 km per uur [1p]

Bereken fietstempo Delano
15 km x 1,5 = 22,5 km per uur [1p]

Bereken aantal min. 1 km
60 : 22,5 = 2,66...min [1p]

Bereken aantal min. 21,4 km
2,66... x 21,4 = 57,06.. min [1p]

Rond af op een heel getal
57,06.. = 57 minuten [1p]

Opdracht 3 [1p]
Tijdens een reis door Amerika gaat Mo bungeejumpen.
De afstand van zijn val wordt berekend in feet. Een
foot is 0,3048 meter.

Hoeveel meter valt Mo in een minuut?

timer
5:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions






Hoeveel meter valt Mo in een minuut?
A
70 meter per minuut
B
21,336 meter per minuut
C
1280,16 meter per minuut
D
76809,6 meter per minuut

Slide 10 - Quiz

C [1p]

Bereken het aantal feet/sec.
350 : 5 = 70 feet/sec. [1p]

Reken om naar meter/sec.
70 x 0,3048 = 21,336 meter/sec. [1p]

Reken om naar meter/min.
21,336 x 60 = 1280,16 meter/min. [1p]


Opdracht 4 [4p]
Tijdens een reis door Amerika gaat Mo bungeejumpen.
De afstand van zijn val wordt berekend in feet. Een
foot is 0,3048 meter.

Bereken de snelheid in kilometer per uur waarmee
Mo naar beneden valt. Rond je antwoord af op
een heel getal.
timer
3:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions




Bereken de snelheid in kilometer per uur waarmee Mo naar beneden valt. Rond je antwoord af op een heel getal.


Slide 12 - Open question

Bereken de snelheid per ft/sec.
350 : 5 = 70 ft/sec.

Bereken de snelheid in ft/uur
70 × 3600 252000 ft/h [1p]

Reken om naar naar m/uur 
252000 x 0,3048 = 76809,6 m/u [1p]

Reken om naar km/uur
76809,6 : 1000 = 76,8096 [1p] 

Rond af op een heel getal
76,8096 = 77 km per uur [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Opdracht 5 [4p]
Dana gaat met de bus naar de huisarts.
Ze stapt uit bij de rode stip. 

Beschrijf de route naar de praktijk. Maak
daarbij gebruik van de juiste richting-
aanduidingen, windrichtingen en
herkenningspunten.  
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions



Beschrijf de route naar de praktijk. Maak daarbij
gebruik van de juiste richtingaanduiding,
windrichting en herkenningspunten.



Slide 15 - Open question

Voorbeeldantwoord

Bij de rode stip gaat Dana 
naar linksZe loopt in oostelijke richtingZe steekt 2 keer over

Aan het eind van de Loosdorpstraat gaat Dana 
naar rechtsZe loopt in zuidelijke richtingDe praktijk bevindt zich rechts

Correct gebruik richtingen[1p]
Correct gebruik windrichtingen [1p]
Correct gebruik herkenningspunten [1p]
Route is goed te volgen [1p]


Opdracht 6 [1p]
De Millingenstraat is opgebroken.

Hoe bereikt Dana de Loosdorpstraat?
timer
3:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions





De Millingenstraat is opgebroken.
Hoe bereikt Dana de Loosdorpstraat?
A
Ze gaat twee keer naar links en daarna twee keer naar rechts.
B
Ze gaat een keer naar links en daarna drie keer naar rechts.
C
Ze gaat twee keer naar rechts en daarna twee keer naar links.
D
Ze gaat een keer naar rechts en daarna drie keer naar links.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Opdracht 7 [1p]
Lina en Mae huren samen de tweede etage
van een studentenhuis. Ze overwegen om 
in slaapkamer 1 laminaat te leggen.

Voor hoeveel vierkante meter moeten
Lina en Mae laminaat kopen?




timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions






Voor hoeveel vierkante meter moeten Lina en Mae laminaat kopen?
A
10 m2
B
14 m2
C
18 m2
D
22 m2

Slide 19 - Quiz

[1p]

Bereken de opp. van kamer 1 en 2
3,9 x 3,6 = 14,04 m2 [1p]

Schat de opp. van kamer 2
1,8 x 2 = 3,6 m2 [1p]

Bereken de opp. van kamer 1
14,04 - 3,6 = 10,44 m2 [1p]


Opdracht 8 [3p]
Lina en Mae huren samen de tweede etage
van een studentenhuis. Ze besluiten om in 
slaapkamer 1 en 2 laminaat te leggen. Die
wordt verkocht in pakken voor 5 m2 aan
vloeroppervlak.

Bereken hoeveel pakken laminaat Lina en
Mae moeten kopen. Rond je antwoord
naar boven af. 






timer
3:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions




Bereken hoeveel pakken laminaat Lina en Mae moeten kopen.
Rond je antwoord naar boven af.

Slide 21 - Open question

Bereken de opp. van kamer 1 en 2
3,9 x 3,6 = 14,04 m2 [1p]

Bereken aantal pakken laminaat
14,04 : 5 = 2,88 pakken [1p]

Rond naar boven af
2,88 = 3 pakken [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Opdracht 9 [1p]
Mevrouw Lopez wil een plantenbak kopen.

Wat is de inhoud van deze bak in dm3?
 

timer
5:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions






Wat is de inhoud van de bak in dm3?
A
90 dm3
B
900 dm3
C
9000 dm3
D
90000 dm3

Slide 24 - Quiz

D [1p]

Bereken de inhoud in cm3
80 x 45 x 25 = 90 000 cm3 [1p]

Reken om van cm3 naar dm3
90 000 : 1000 = 90 dm3 [1p]

Opdracht 10 [4p]
Mevrouw Lopez kan bij het tuincentrum potgrond
kopen in zakken van 40 liter.

Bereken hoeveel zakken mevrouw Lopez moet
bestellen als ze 6 plantenbakken koopt. Rond
je antwoord naar boven af.

 


80 x 45 x 25 cm
timer
5:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions




Bereken hoeveel zakken mevrouw Lopez moet bestellen als ze 6 plantenbakken koopt. Rond je antwoord naar boven af.

Slide 26 - Open question

Reken om van cm3 naar dm3
90 000 : 1000 = 90 dm3

Reken om van dm3 naar liter
90 dm3 = 90 liter[1p]

Bereken totaal aantal liters
90 x 6 = 540 liter [1p]

Bereken het aantal zakken
540 : 40 = 13,5 zakken [1p]

Rond je antwoord af
13,5 = 14 zakken [1p]

Opdracht 11 [4p]
Mounir is dol op vanille. In zijn nieuwe recept
voor muffins gebruikt hij zuivere vanillesuiker.

Welke verpakking met vanillesuiker is de
voordeligste aankoop? Licht je antwoord 
toe met een berekening. 
 16 mg          50 mg          30 mg  
timer
5:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions




Welke verpakking met vanillesuiker is de voordeligste aankoop? Licht je antwoord toe met een berekening.

Slide 28 - Open question

Bereken kosten van 1 g Madagaskar
€ 3,95 : 16 = € 0,25 [1p]

Bereken kosten van 1 g Java
€ 8,95 : 50 = € 0,18 [1p]

Bereken kosten van 1 g Mexico
€ 4,95 : 30 = € 0,17 [1p]

Beantwoord de vraag!
Mexico is de voordeligste.

Opdracht 12 [1p]
Mounir baks muffins voor de verjaardag van
zijn dochtertje. Hij heeft 100 mg vanillesuiker
nodig. Bij Madagaskar zijn de verzendkosten
gratis. Bij Java en Mexico betaalt hij € 6,95.

Welk product moet Mounir bestellen als hij
het voordeligste uit wil zijn?
 16 mg          50 mg          30 mg  
timer
5:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions






Welk product moet Mounir bestellen als hij het voordeligste uit wil zijn?
A
Java.
B
Madagaskar.
C
Mexico.
D
Java en Mexico zijn even duur.

Slide 30 - Quiz

A [1p]

Bereken totale kosten Java
100 : 50 = 2 x 8,98 + 6,95 = 24 ,85

Bereken totale kosten Madagaskar
10 : 16 = 6,25 = 7 x 3,95 = 27,65

Bereken totale kosten Mexico
100 : 30 = 3,33 = 4 x 4,95 + 6,95 = 26,75

Beantwoord de vraag!
Java is de goedkoopste. 

timer
5:00
Pauze

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Opdracht 13 [3p]
Omar belegt in goud. Hij verwacht dat de waarde
van zijn investering ieder jaar met 5% zal stijgen.

Bereken wat Omars' investering na drie jaar
waard is als zijn verwachting uitkomt.
timer
5:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions




Bereken wat Omars' investering na drie jaar waard is als zijn verwachting uitkomt. Rond al je antwoorden af op twee decimalen.

Slide 33 - Open question

Bereken de stijging na 1 jaar
900,42 : 100 x 105 = € 945,441 [1p]

Bereken de stijging na 2 jaar
945,44 : 100 x 105 = € 992,71 [1p]

Bereken de stijging na 3 jaar
992,71 : 100 x 105 = € 1042,35 [1p]

Opdracht 14 [2p]
Omar verwacht dat de waarde van zijn investering
ieder jaar met 5% zal stijgen. Hij concludeert dat zijn
investering na drie jaar 15% meer waard zal zijn als
die verwachting uitkomt.

Is die conclusie een juiste? Licht je antwoord toe
in je eigen woorden.







timer
5:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions





Is die conclusie een juiste? Licht je antwoord toe in je eigen woorden.


Slide 35 - Open question

Uitleg in je eigen woorden
Bij een stijging van 5% wordt het bedrag ieder jaar iets hoger. De stijging van 5% wordt jaarlijks over het nieuwe bedrag berekend. Het rendement is dus iets hoger dan 15%. [1p]

Trek een conclusie
De conclusie is niet juist. [1p]

Opdracht 15 [4p]
Na drie jaar is de waarde van Omars' investering
met € 62,13 gestegen.

Hoeveel procent is dat gemiddeld per jaar?
timer
5:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions






Hoeveel procent is dat gemiddeld per jaar?
A
2,3%
B
4,6%
C
6,9%
D
9,2%

Slide 37 - Quiz

A [1p]

Bepaal wat 100% is
€ 900,42 is 100% [1p]
 
Bereken 1% van 900,42
900,42 : 100 = € 9,0042 [1p]

Deel 62,13 door 9,0042
62,13 : 9,0042 = 6,9% [1p]

Deel door 3
6,9 : 3 = 2,3% [1p]

Wat is je score?
35 - 42 punten Je beheerst de lesstof zeer goed.
27 - 34 punten Je beheerst de lesstof goed.
19 - 26 punten Je beheerst de lesstof voldoende.
  0 - 18 punten Je beheerst de lesstof onvoldoende.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions


Laatste tips voor het examen!
  • Lees de teksten goed.
  • Bekijk de afbeeldingen goed. 
  • Schrijf waar mogelijk je rekenstappen op!
  • Geef altijd uitleg als daar om wordt gevraagd.
  • Rond alleen af als daar om wordt gevraagd.  

Slide 39 - Slide

This item has no instructions