2V Chapitre 1 Passé Composé

Passé Composé
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Passé Composé

Slide 1 - Slide

Opdracht: Sleepvraag
Geef aan welk werkwoord je met het hulpwerkwoord avoir en welke je met het hulpwerkwoord être vervoegd

Slide 2 - Slide

Avoir
Être
parler
arriver
téléphoner
louer
manger
aller
être
monter
avoir
entrer

Slide 3 - Drag question

Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
gagner
B
faire
C
rentrer
D
avoir

Slide 4 - Quiz

Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord avoir ?
A
rester
B
aller
C
regarder
D
entrer

Slide 5 - Quiz

Hulpwerkwoord être --> let op het voltooid deelwoord!!! 
ALLEEN werkwoorden die het hulpwerkwoord être hebben, kunnen een extra uitgang krijgen achter het voltooid deelwoord. Bij vrouwelijk enkelvoud (extra –e), mannelijk meervoud (extra –s) en vrouwelijk meervoud (extra –es).

Slide 6 - Slide

Test jezelf

Slide 7 - Slide

Elle (regarder, passé composé) un film sur Netflix
A
a regardé
B
regardé
C
est regardé
D
est regardée

Slide 8 - Quiz

Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
rentrer
B
être
C
écouter
D
louer

Slide 9 - Quiz

Elles... (rentrer)
(passé composé)
A
sont rentrées
B
sont rentré
C
ont rentré
D
rentré

Slide 10 - Quiz

Ils (envoyer, passé composé)
A
ont envoyé
B
sont envoyés
C
ont envoyés
D
envoyé

Slide 11 - Quiz

Zet in de passé composé:

Il ............. (louer)

Slide 12 - Open question

Zet in de passé composé:

Pierre ............. (chanter)

Slide 13 - Open question

Zet in de passé composé:

Elle ............. (arriver)

Slide 14 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van rentrer = naar huis gaan?
A
rentrer
B
rentré
C
rentru
D
rentri

Slide 15 - Quiz

Onregelmatig voltooid deelwoord
Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord wat onregelmatig is (dus hier vervang je niet de -er door een -é, maar je krijgt een hele andere vorm).

Slide 16 - Slide

Bij welk hulpwerkwoord kun je een extra -e, -s, of -es krijgen achter je voltooid deelwoord?
A
être
B
avoir
C
beide
D
geen van beide

Slide 17 - Quiz

Als je hw être is en je onderwerp vrouwelijk meervoud, welke letter(s) krijg je dan achter je vd?
A
-
B
-e
C
-s
D
-es

Slide 18 - Quiz

Als je hw être is en je onderwerp mannelijk enkelvoud, welke letter(s) krijg je dan achter je vd?
A
-
B
-e
C
-s
D
-es

Slide 19 - Quiz

Als je hw être is en je onderwerp mannelijk meervoud, welke letter(s) krijg je dan achter je vd?
A
-
B
-e
C
-s
D
-es

Slide 20 - Quiz

Als je hw avoir is en je onderwerp vrouwelijk enkelvoud, welke letter(s) krijg je dan achter je vd?
A
-
B
-e
C
-s
D
-es

Slide 21 - Quiz

Nu ken je alle theorie...
Maar kun je het ook toepassen??

Slide 22 - Slide

Zet het werkwoord in de passé composé: Il (heeft gemaakt) ____ un gâteau.

Slide 23 - Open question

Zet het werkwoord in de PC: Lucas et Paul (zijn gegaan) ____ à Paris.

Slide 24 - Open question

Zet het werkwoord in de PC: Les hommes (hebben gehuurd) ____ un appartement.

Slide 25 - Open question

Zet het werkwoord in de PC: Mes parents (monter) ____ le train.

Slide 26 - Open question

Zet het werkwoord in de PC: Ma soeur (heeft gehad) ____ un cadeau.

Slide 27 - Open question

Au Revoir

Slide 28 - Slide