HH H3 Stoffen

HH                                              H3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

HH                                              H3

Slide 1 - Slide

Welke stofeigenschappen zijn er?
Voorbeelden van stofeigenschappen:
  • kleur
  • geur
  • smaak 
  • fase bij kamertemperatuur 
       (vast, vloeibaar of gasvormig)
  • brandbaarheid
  • smeltpunt en kookpunt
  • geleiding
  • dichtheid
  • wel of niet magnetisch

Slide 2 - Slide

Wat is dichtheid?

De dichtheid, of soortelijke massa van een stof is in de natuur- en scheikunde de massa  (in gram) van 1 cm3 van een stof.

Dit betekend dat ieder voorwerp met een volume van 1 cm3  van 
dezelfde stof altijd de zelfde massa heeft.

Slide 3 - Slide

Pictogrammen

Slide 4 - Slide

Dosis
De hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt heet de dosis. Bij een te kleine dosis werken medicijnen niet goed. Bij een te grote dosis kunnen medicijnen schadelijk voor je lichaam zijn.

Slide 5 - Slide

Rekenen met de dosis.
Als voorbeeld nemen we Kwik in drinkwater. Stel dat je twee liter water drinkt op een dag, hoeveel kwik krijg je dan binnen?


2 Liter x 1,0 mg = 2,0 mg kwik.


Dus:
aantal liter * waarde van de stof  = dosis

Slide 6 - Slide

Fasedriehoek

Slide 7 - Slide

Zuivere stof vs mengsel

Slide 8 - Slide

Suspensie
Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof. 

Voorbeelden: sinaasappelsap, verf, melk
Troebel betekent dat je niet door een vloeistof heen kan kijken. Tegenovergestelde van helder. 

Slide 9 - Slide

Oplossing
Een oplossing is een helder mengsel van een vaste stof in een vloeistof. 

Voorbeelden: appelsap, water, spiritus, thee
Helder betekent dat je er doorheen kan kijken, een heldere vloeistof is doorzichtig. Tegenovergestelde van troebel. 

Slide 10 - Slide

Oplossing molecuulweergave

Slide 11 - Slide

Suspensie molecuulweergave

Slide 12 - Slide

Filtreren
Een suspensie heeft allemaal kleine deeltjes in de vloeistof zweven. Deze kun je dmv filtreren er uit halen. 

Voorbeeld: koffie of thee maak je door te filtreren.

Slide 13 - Slide

Filtreren
Als je naar de moleculen kijkt wanneer je aan het filtreren bent ->

Slide 14 - Slide

Indampen
Bij indampen kook je de oplossing waarbij de vloeistof verdampt. De vaste stof die achterblijft op het indampschaaltje is het residu. 

Zo kun je bijvoorbeeld zout uit zeewater halen. 

Slide 15 - Slide

Soorten afval

- Glasafval

- Elektronisch afval

- Oud papier

- Plastic en blik

- GFT (groente, fruit en tuinafval)

- KCA (klein chemisch afval)

- Restafval

Slide 16 - Slide

Klein chemisch afval (KCA)

KCA is huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Het afval bevat bijvoorbeeld lood, kwik, cadmium, chroom of organische oplosmiddelen.

Het moet apart worden ingeleverd bij de chemokar.

Slide 17 - Slide

REP
Lees de tekst 
Zorg dat alle opdrachten gemaakt zijn
Maak de oefentoets
Bekijk de LU

Slide 18 - Slide