Hart en bloedsomloop

   Hart en bloedsomloop                
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

   Hart en bloedsomloop                

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

De student kan benoemen wat de functies zijn van het hart en de bloedsomloop;
De student kan de diverse onderdelen benoemen van het hart;
De student kan de verschillen benoemen tussen de grote en kleine bloedsomloop
De student kan de functies benoemen van de slagaders, haarvaten en de aders.


Slide 2 - Slide

Functie van het hart en
de bloedsomloop

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Stroomrichting in het hart

Slide 5 - Slide

Linker kamer
Rechter kamer
Linker boezem
Rechter boezem

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Wat is de functie van hartkleppen?
A
Verder duwen van het bloed
B
Scheiden van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed
C
Zorgen dat bloed niet terug kan stromen
D
Regelen van de stroomsnelheid van het bloed

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

                   Bloedsomloop
In de grote bloedsomloop zijn de 
slagaders zuurstofrijk, in de kleine 
bloedsomloop zijn ze zuurstofarm. 
Voor de aders geldt het omgekeerde.

In de haarvaten verandert het bloed 
van samenstelling. 

Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er met het bloed in de haarvaten van de darmen?
A
Er worden gifstoffen uit het bloed gehaald.
B
Er komen voedingsstoffen in het bloed.
C
Er wordt koolstofdioxide uit het bloed gehaald.
D
Er komt zuurstof in het bloed.

Slide 13 - Quiz

Kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop heeft slechts één functie
- gaswisseling van zuurstof en koolstofdioxide. 

Dit is echter wel van levensbelang; 
geen kleine bloedsomloop = geen zuurstof in het lichaam 
                                                                                                          = geen leven.  




Slide 14 - Slide

Functies van de grote
bloedsomloop

Slide 15 - Mind map

Grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop:
- Brengt zuurstof en voeding naar de weefsels/ organen.
- Haalt koolstofdioxide en andere afvalstoffen op uit de weefsels/ organen. 
- Neemt opgenomen voedingsstoffen mee uit de darmen.
- Brengt afvalstoffen naar de lever en de nieren. 
- Brengt hormonen van de hormoonklieren naar de rest van het lichaam. 
- Brengt antistoffen uit de lymfeklieren naar de plek van de infectie. 
- Verdeelt de warmte over het lichaam. 


Slide 16 - Slide

Zitten er in bloedvaten ook kleppen? Zo ja, in welke bloedvaten?
A
In de slagaders
B
In de aders
C
In de haarvaten
D
In geen enkel soort bloedvaten

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wanneer je bij iemand de pols voelt, wat voel je dan precies?
A
Het uitrekken van de slagaderwand
B
Het uitrekken van de aderwand
C
Het sluiten van de hartkleppen
D
Het sluiten van de kleppen in de aders

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wanneer je onder narcose gaat, wordt je beademd. Je hart blijft echter zelf doorkloppen. Hoe komt dit?
A
Ademhaling wordt aangestuurd door de hersenen; de hartslag niet.
B
Het deel van de hersenen dat hartslag regelt is niet gevoelig voor de narcose.
C
Ademhaling wordt niet aangestuurd door de hersenen; de hartslag wel.
D
In de narcose zit een medicijn dat je hartslag gaat regelen.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Wat zijn de kransslagaders?
A
Bloedvaten met zuurstofrijk bloed in de huid.
B
Bloedvaten met zuurstofrijk bloed op het hart.
C
Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de buikholte.
D
Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de schedelholte.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Een arteriële bloeddrukmeting levert 2 waarden op, bijv. 125 / 83.

Wat is de medische naam voor het eerste getal?
A
Diastolische bloeddruk
B
Systolische bloeddruk
C
Primaire bloeddruk
D
Secundaire bloeddruk

Slide 28 - Quiz

Wat is de 'systole'?
A
De fase waarin de hartkamers samentrekken.
B
De fase waarin de hartkamers ontspannen.
C
De fase waarin de slagaderwanden samentrekken.
D
De fase waarin de slagaderwanden ontspannen.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

The end

Slide 31 - Slide

Evaluatie lesdoelen
De student kan benoemen wat de functies zijn van het hart en de bloedsomloop;
De student kan de diverse onderdelen benoemen van het hart;
De student kan de verschillen benoemen tussen de grote en kleine bloedsomloop
De student kan de functies benoemen van de slagaders, haarvaten en de aders.

Slide 32 - Slide