3.5 Afronden


§ 3.5 AFRONDEN

1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


§ 3.5 AFRONDEN

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- Huiswerk bespreken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

Terugblik
Weten we het nog?

* kleiner dan, groter dan?
* decimalen?
* breuken, teller, noemer?


Slide 3 - Slide

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 342619
A
2
B
200
C
2000
D
20000

Slide 4 - Quiz

+
-
x
:
som
verschil
product
quotiënt

Slide 5 - Drag question

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 5 x 2
A
10 : 5
B
5 x 2

Slide 6 - Quiz

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 - 5 + 2
A
10 - 5
B
5 + 2

Slide 7 - Quiz

Welke getal ligt er tussen 4,5 en 4,6
A
4,50
B
4,45
C
4,55
D
4,65

Slide 8 - Quiz

Zet de getallen van klein naar groot.
0,7
0,69
0,71
0,608
0,712
1
2
3
4
5

Slide 9 - Drag question

Hoeveel decimalen heeft het getal?
2
3
4
3,4
2,333
1,5590
0,20

Slide 10 - Drag question

Lesdoel
Je leert afronden op een bepaald decimaal en zinvol afronden. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe moet ik afronden?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Afronden op een heel getal
4,7 wordt
A
4
B
5

Slide 16 - Quiz

Afronden op een heel getal:
5,5 wordt
A
5
B
6

Slide 17 - Quiz

Afronden op 2 decimalen

                 a.     5,7368
                 b.    13,6097
                 c.     0,4378

Slide 18 - Slide

Afronden op 2 decimalen
                      Antwoorden
            a.     5,7368 -->     5,74
            b.    13,6097 -->   13,61
            c.     0,4358 -->    0,44

Slide 19 - Slide

Zinvol afronden
Klas BK1 gaat bootje varen op het IJsselmeer. In 1 bootje kunnen 7 leerlingen. Klas 1G heeft 23 leerlingen. Hoeveel bootjes moet de mentor reserveren?
23 : 7 = 3,2857 bootjes
Moet de mentor nu 3 of 4 bootjes huren?

Slide 20 - Slide

Zinvol afronden
Klas BK1 helpt het schoolfeest voor de brugklassers te organiseren. Tijdens het feest krijgt iedereen 1 zakje chips. Er zijn 119 brugklassers. In een uitdeelzak chips zitten 9 kleine zakjes. Hoeveel uitdeelzakken chips moet klas 1G inkopen?
119 : 9 = 13,222

Slide 21 - Slide

Nu oefenen!

Slide 22 - Slide

Rond af op 1 decimaal:
3,45

Slide 23 - Open question

Rond af op 1 decimaal:
0,34

Slide 24 - Open question

Rond af op 1 decimaal:
0,345

Slide 25 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
0,345

Slide 26 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
0,598

Slide 27 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
1,2333333

Slide 28 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
6,78940

Slide 29 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
12,239876

Slide 30 - Open question

Wat betekent dit teken:

A
is gelijk aan
B
is ongeveer gelijk aan

Slide 31 - Quiz

Einde uitleg...
         Ga actief aan de slag met                 §3.5 Afronden

toets H3 op 16 nov

Slide 32 - Slide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 33 - Slide

Einde uitleg...
En ga actief aan de slag met...
Ga naar lesmateriaal en maak 

3.5 Afronden
Huiswerk voor de volgende les!!!

Slide 34 - Slide