Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Zaadplanten planten zich voort met behulp van stuifmeelkorrels en eicellen. Ze kunnen zich ook voortplanten zonder dat bevruchting plaatsvindt.
Slide 3 - Slide
Een nieuwe plant
Een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht. Als bij voortplanting bevruchting plaatsvindt, noem je dat geslachtelijke voortplanting.
Zaadplanten kunnen zich ook voortplanten zonder bevruchting. Een deel van de plant groeit dan uit tot een nieuwe plant. Dit noem je ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 4 - Slide
DNA
Alle cellen van een organisme hebben dezelfde chromosomen in de celkern. Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA. Het DNA bevat de informatie voor alle erfelijke eigenschappen.
Slide 5 - Slide
Celdeling
Als een klein plantje van de bladrand valt en gaat groeien, vindt celdeling plaats.
Bij celdeling worden eerst de chromosomen in de celkern gekopieerd.
Daarna deelt de cel zich in twee dochtercellen.
Elke dochtercel krijgt een complete set chromosomen.
Alle cellen van de nieuwe plant krijgen dus dezelfde chromosomen als de ouderplant.
Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen
precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder.
Slide 6 - Slide
Geslachtelijke voortplanting
bevruchting
versmelting kern zaadcel (stuifmeelkorrel) en kern eicel (zaadbeginsel)
DNA nieuwe plant niet identiek aan ouderplant
Ongeslachtelijke voortplanting
geen bevruchting
nieuwe plant ontstaat uit deel ouderplant, gevolgd door celdeling
DNA nieuwe plant is identiek aan de ouderplant
Slide 7 - Slide
Knollen
Een voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting zijn knollen.
Uit deze knollen groeien nieuwe planten, zonder dat daar bevruchting voor nodig is.
Slide 8 - Slide
Knollen
Knollen zijn verdikte stengels
Slide 9 - Slide
Bollen
Ongeslachtelijke voortplanting door middel van bollen
Slide 10 - Slide
Uitlopers en wortelstokken
Stukken stengel
Bovengronds = uitloper
Ondergronds = wortelstok
Slide 11 - Slide
Uitlopers
Ongeslachtelijke voortplanting door middel van uitlopers
Slide 12 - Slide
Wortelstokken
Ongeslachtelijke voortplanting door middel van wortelstokken
Slide 13 - Slide
Weefselkweek
Slide 14 - Slide
Stekken
Weefselkweek
Slide 15 - Slide
Aan het werk
Maak van basisstof 6.5
Opdracht 1 t/m 8
Opdracht 4 hoeft niet
Slide 16 - Slide
Wat moet je leren voor de toetsweek?
Paragraaf 6.1 t/m 6.5 + paragraaf 6.7
Leer alle begrippen
Leer de afbeeldingen (bijv. bloem, bestuiving, doorsnede stamper, etc)
Maak test jezelf van elke paragraaf
Gebruik de flitskaarten om de begrippen te leren.
Slide 17 - Slide
Kan je nu?
Uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder?
Voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting?