4. schooltaalwoorden 1 t/m 29 oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Nederlands - schooltaalwoorden

1 tot en met 29

oefenen

Leerdoelen

Schooltaalwoorden

• Ik kan het schooltaalwoord schrijven.
• Ik weet de betekenis van het schooltaalwoord.
• Ik kan het schooltaalwoord in een zin zetten.
• Ik kan zelf een zin maken met een schooltaalwoord. 
  

 

Uitleg

We oefenen met de schooltaalwoorden

 

Waarom zijn schooltaalwoorden belangrijk?

1. Schooltaalwoorden zijn moeilijk.
2. Schooltaalwoorden worden vaak gebruikt in de lessen in Entree.
3. Schooltaalwoorden zijn gemakkelijk.
4. Schooltaalwoorden zijn saai.

Welke drie schooltaalwoorden ken je al?

Wat betekent: dankzij?

1. het is belangrijk
2. hevig, sterk
3. één keer
4. er komt meer bij

Wat betekent: eenmaal?

1. het is belangrijk
2. in plaats van
3. iets ergens laten horen of zien
4. één keer

Wat betekent: van belang zijn?

1. het is belangrijk
2. echt, wettig, goedgekeurd
3. iets ergens laten horen of zien
4. met aandacht, met concentratie

Wat betekent: de naald ?

1. zoals iets gewoonlijk gebeurt
2. bladzijde
3. dunne stift met scherpe punt om mee te naaien
4. ongeveer

Wat betekent: behoefte hebben aan?

1. zoals iets gewoonlijk gebeurt
2. één keer
3. vooral, voornamelijk, het meeste
4. iets nodig hebben

Wat betekent: hoofdzakelijk?

1. vooral, voornamelijk, het meeste
2. er komt meer bij
3. ongeveer
4. iets nodig hebben

Wat betekent: afkorting?

1. een woord in het kort
2. zoals iets gewoonlijk gebeurt
3. door of met dank aan
4. iets nodig hebben

Wat betekent: de pagina?

1. een woord in het kort
2. de bladzijde
3. met aandacht, met concentratie
4. iets nodig hebben

Wat betekent: weergeven?

1. iets nodig hebben
2. onderbouwen
3. met aandacht, met concentratie
4. iets ergens laten horen of zien

Wat betekent: de raad?

1. de grootte van iets
2. bladzijde
3. twee heel verschillende dingen
4. een groepje mensen dat advies geeft of leiding geeft

Wat betekent: uitbreiden?

1. zoals iets gewoonlijk gebeurt
2. het gaat echt gebeuren, het is echt waar
3. er komt meer bij
4. het is belangrijk

Welk woord past in de zin?
Doe je boek op op ....... 15

1. i.p.v.
2. blz.
3. ca.
4. d.m.v.

Welk woord past in de zin?
Op Koning Willem 1 College studeren ...... leerlingen van zestien tot twintig jaar.

1. hoofdzakelijk
2. eenmaal
3. aandachtig
4. dankzij

Welk woord past in de zin?
De kleermaker repareert de kleding met ....... en draad.

1. afkorting
2. formaat
3. naald
4. officieel

Welk woord past in de zin?
Doe je boek open op ...... 15.

1. eenmaal
2. naald
3. afkorting
4. pagina

Welk woord past in de zin?
De leerlingen....... vertelt aan de schooldirecteur wat beter kan op school.

1. raad
2. eenmaal
3. naald
4. officieel

Welk woord past in de zin?
Koning Willem 1 College gaat ISK ......... met twee klassen. Er komen twee klassen bij.

1. uitbreiden
2. onderbouwen
3. baseren op
4. samenvatten

Welk woord past in de zin?
Het is ........... dat je genoeg beweegt of sport, want dan blijf je fit.

1. een woord in het kort
2. van belang
3. in plaats van
4. te weinig

Welk woord past in de zin?
De kaart ....... de landen van de wereld ......

1. is van belang
2. heeft behoefte aan
3. geeft weer
4. baseert op

Welk woord past in de zin?
Na de aardbeving hebben de mensen ......... schoon drinkwater.

1. baseren op
2. van belang
3. dankzij
4. behoefte aan

Welk woord past in de zin?
.......... de hulp van mijn buurman is mijn fietsband weer geplakt.

1. gebruikelijk
2. hoofdzakelijk
3. officieel
4. dankzij

Welk woord past in de zin?
Ik heb die jongen maar ........ gezien.

1. eenmaal
2. hoofdzakelijk
3. laatste
4. ongeveer

Welke schooltaalwoorden weet je nu wel?

Geef jezelf een beoordeling. Hoe ging het?

1. niet goed
2. voldoende
3. ruim voldoende
4. goed

Hoe vond je de les?

1. saai
2. oké
3. leuk en leerzaam
4. niet leuk, wel leerzaam

Einde

Bedankt dat je meedeed.

Goed gewerkt!