1 havo 02062025

1 / 28
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

But: aan de slag met het bijvoeglijk naamwoord, aan het eind van de les kun je ze gebruiken.

Slide 2 - Slide

Corriger ex. 24 - 26
Page 30

Slide 3 - Slide

Corriger ex. 24a
  1. huisdieren
  2. Lijk je op je huisdier?
  3. Lille

Slide 4 - Slide

Corriger ex. 24b
Bekend
Rocky/Ryan
Rocky is vier jaar, is groot en sportief. Rocky luistert goed en is aardig.
Rocky en Ryan hebben bruin haar en bruine ogen.
Ryan draagt een bril.
Tigrou/Lilly
Tigrou en Lily hebbben rode / rossige haren. Tigrou slaapt veel en is altijd rustig. Tigrou en Lily houden van eten. Tigrou houdt van vis, Lily houdt van chocolade. Tigrou en Lily hebben blauwe ogen.

Slide 5 - Slide

Corriger ex. 24b
Bekend
Speedy/Enzo
Speedy is grappig. Speedy en Enzo huden van chips. Speedy is niet actief/sportief. Enzo en Speedy zijn allebei klein. Enzo en Speedy hebben allebei grijze ogen.

Slide 6 - Slide

Corriger ex. 25a
1 timide
2 content
3 méchant
4 sportif
5 sympa
6 calme
7 drôle
8 triste
9 grand
10 petit

Slide 7 - Slide

Corriger ex. 25b
J’ai un chien, trois chats et quatre poissons.
Ik heb een hond, drie katten en vier vissen.

Slide 8 - Slide

Corriger ex. 25c
  1. sympa, méchant
  2. drôle, sérieux
  3. calme, actif
  4. content, triste

Slide 9 - Slide

Grammaire bijvoeglijk naamwoord
Adjectifs
  • Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande
  • Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes

  • Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
  • Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Slide 10 - Slide

Grammaire
mannelijk enkelvoud
-
vrouwelijk enkelvoud
+e
mannelijk meervoud
+s
vrouwelijk meervoud
+es

Slide 11 - Slide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -e?
Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud. 

rood = rouge 
la maison rouge 

Slide 12 - Slide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -s?
Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud. 

grijs = gris
le souris gris --> les souris gris

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen
mannelijk ev
vrouwelijk ev
mannelijk mv
vrouwelijk mv
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 14 - Slide

Un petit exercice
  1. La maison est grise (gris)
  2. Le chien est petit (petit)
  3. Les chiens sont grands(grand)
  4. Le français est facile (facile) 
  5. La ville Paris est belle (beau)

Slide 15 - Slide

Herhaling
Exercice 30c en 32a

Slide 16 - Slide

Au travail
Exercice 30abde, 31bcd, 32bc
Page 36
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Corriger ex. 30a
  1. grand
  2. grande
  3. différent
  4. différente
  5. embêtant 
  6. embêtante 

Slide 18 - Slide

Corriger ex. 30b

Slide 19 - Slide

Corriger ex. 30d
  1. grand
  2. charmant
  3. géniale
  4. fortes
  5. intelligents 

Slide 20 - Slide

Corriger ex. 30e
  1. bruns
  2. gris
  3. bleu
  4. jaune
  5. noir
  6. rouge
  7. vert
  8. gris

Slide 21 - Slide

Corriger ex. 31b
  1. blonde
  2. petite
  3. jeune
  4. intelligente
  5. russes

Slide 22 - Slide

Corriger ex. 31c
  1. grands
  2. mauvais
  3. difficile
  4. gris
  5. drôles

Slide 23 - Slide

Corriger ex. 32b
  1. belle
  2. nouveaux
  3. vieille
  4. beaux
  5. nouvelle

Slide 24 - Slide

Corriger ex. 32c
  1. Les chats sont noirs
  2. Tes jeans sont bleus
  3. Nos voisines sont charmantes
  4. Nous sommes belles
  5. Vous êtes drôles 

Slide 25 - Slide

Peppa Big
Schrijf de woorden op die je herkent

Slide 26 - Slide

Woordzoeker

Slide 27 - Slide

Les devoirs
Mardi le 9 juin

Apprendre: aantekeningen bijvoeglijk naamwoord. 
Faire: 30abde, 31bcd, 32bc



Slide 28 - Slide