2.11 uitnodiging/email

uitnodiging
Je krijgt in je leven heel wat uitnodigingen.
En zelf ga je die ook versturen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

uitnodiging
Je krijgt in je leven heel wat uitnodigingen.
En zelf ga je die ook versturen

Slide 1 - Slide

soorten uitnodigingen
Voor allerlei gebeurtenissen.
Waar we het fijn vinden dat meer mensen erbij zijn.
Zodat we samen kunnen vieren.
Maar ook soms samen herdenken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

uitnodiging
Een uitnodiging geeft aan:
WAT
WAAROM
WAAR
WANNEER
WIE

Slide 4 - Slide

wel op een uitnodiging
niet op een uitnodiging
de datum
het adres
hoe laat het begint
hoe laat het eindigt
waarom 
wie er
allemaal
komen
hoe laat het OV vertrekt

Slide 5 - Drag question

wat heb je nodig voor een uitnodiging?
A
een taart
B
een adres
C
drankjes
D
hapjes

Slide 6 - Quiz

waarom nodig je mensen uit?
A
om taart te eten
B
om te kletsen
C
om te spelen
D
om iets te vieren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Een email schrijven

Slide 9 - Slide

Dit zijn emailadressen:
vil@almerecollege.nl
saskia@ziggo.nl
m.schothuis@gmail.com
mjansen@okan.be

Slide 10 - Slide

Aan:
Schrijf hier het emailadres van de persoon aan wie jij wilt mailen

Slide 11 - Slide

CC.
Als andere mensen de mail ook moeten lezen, typ je hier hun mailadressen

Slide 12 - Slide

Onderwerp
Hier typ je waar je mail over gaat.




Slide 13 - Slide

verzenden
Als je hierop klikt dat stuur je de mail weg. 

Slide 14 - Slide

email schrijven
aanhef: Hallo, Lieve, Beste, Geachte + naam

boodschap: wat wil je vertellen

afsluiting: groeten + jouw naam

Slide 15 - Slide

Wat is een goed emailadres?
A
vil&almerecollege.nl
B
vil.almerecollege@nl
C
vil@almerecollege.nl
D
vil.almerecollege.nl

Slide 16 - Quiz

Wat moet je typen bij 'onderwerp'?
A
waar je email over gaat
B
groetjes
C
het emailadres van iemand
D
jouw telefoonnummer

Slide 17 - Quiz

Welke woorden kun je typen als aanhef?

Slide 18 - Open question

Wat typ je als afsluiting?

Slide 19 - Open question

Welk woord is GEEN aanhef?
A
Hoi
B
Beste
C
Geachte
D
Groetjes

Slide 20 - Quiz

Een vriend/vriendin is jarig. Je stuurt een mail om hem/haar te feliciteren. Schrijf de mail (aanhef, boodschap en afsluiting)

Slide 21 - Open question

Je gaat nu een email schrijven
Een klasgenoot is ziek.

Slide 22 - Slide