What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Vr 09-12-22 3.1
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
HA3B
Freitag, 9. Dezember 2022
Slide 2 - Slide
die Planung
Herhalen: grammatik A, voorzetsels
Aufgabe B
Aufgaben
Slide 3 - Slide
Was weißt du noch?
Grammatik A
voorzetsels
4 Fragen
Slide 4 - Slide
Sleep de voorzetsel naar de juiste categorie.
3e naamval
4e naamval
aus
durch
mit
für
nach
ohne
gegen
bei
von
um
seit
zu
Slide 5 - Drag question
Deze voorzetsels horen bij de 3e naamval:
A
aus, bei, in, von, um
B
aus, an, bei, in, für
C
aus, bei, mit, nach, zu
D
an, aus, hinter, seit, in
Slide 6 - Quiz
Deze voorzetsels horen bij de 4e naamval:
A
durch, für, aus, in
B
durch, für, ohne, bis
C
durch, für, ohne, in
D
durch, an, zu, bei
Slide 7 - Quiz
Ich wohne mit meinem Freund zusammen
A
3e
B
4e
Slide 8 - Quiz
Ich wage es nicht gegen ihn zu lügen
A
3e
B
4e
Slide 9 - Quiz
Wir laufen durch ein Dorf
A
3e
B
4e
Slide 10 - Quiz
Wir fahren morgen nach Griechenland
A
3e
B
4e
Slide 11 - Quiz
Grammatica
B:
der/ein schema
Slide 12 - Slide
Der/(M)ein schema
In het Duits heb je verschillende naamvallen.
De 1e (ow), 3e (mv) en 4e (lv)
Hierbij verandert het 'der' of '(m)ein' woord, dit ligt eraan in welke naamval het staat.
Dit kun je bepalen door 1. voorzetsels of 2. zinsontleding
Slide 13 - Slide
Zinnen ontleden
Stappenplan:
1. Wat is het gezegde?
2. Wat is het onderwerp?: (wie/wat + gezegde)
3. Wat is het lijdend voorwerp? (wie/wat + gezegde + ow)
4. Wat is het meewerkend voorwerp?(aan/voor wie/wat + gezegde + ow + lv)
1e naamval: ow
3e naamval: mv
4e naamval: lv
Slide 14 - Slide
Voorbeeld: zinnen ontleden
Voorbeeld: De vrouw geeft de man een hond.
1. Gezegde?= geeft
2. Wie/Wat geeft?= de vrouw = ow = 1e naamval
3. Wat geeft de vrouw?= een hond = lv = 4e naamval
4. Aan wie geeft de vrouw een hond?= de man = mv = 3e naamval
1e: ow
3e: mv
4e: lv
Slide 15 - Slide
Der schema
dies-
jed-
solch-
welch-
all-
deze, dit
ieder, elk
zulk
welk
alle
Slide 16 - Slide
(M)ein schema
ein-
kein-
mein-
dein-
sein-
ihr-
unser-
een
geen
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
euer-
ihr-
Ihr-
jullie
hun
uw
of te wel
alle bezittelijke vnw
Slide 17 - Slide
Aufgaben machen
opdrachten maken
Wa
s (wat
)?
Kapitel 3, Lektion 1: Aufgabe 3, 8 t/m 11
Wie (hoe)?
Online of boek
Hilfe (hulp)?
Buren, docent
Zeit (tijd)?
11:30
An die Arbeit!
Slide 18 - Slide
Voorzetsels
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
More lessons like this
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Klas 3 les 2 schooljaar 2024-2025
July 2025
-
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
January 2022
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
2TL periode 2 les 14
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
3TL periode 1 les 17
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3TL periode 1 les 15 en 16
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3TL periode 2 les 14
July 2025
-
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1