het voltooid deelwoord

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Wat heb jij dit weekend gedaan?

Antwoord met een antwoordzin.  

Ik heb … --> het is al gedaan, we spreken in VT, actie is al gedaan 

= dat noemen we het voltooid deelwoord, want het is al gedaan. 

Naar waar ben je vorig jaar op vakantie geweest?

Welke zin past bij deze foto?

1. Jorn neemt deel aan de wedstrijd.
2. Jorn heeft aan de wedstrijd deelgenomen.

Welke zin past bij deze foto?

1. Marnic loopt snel tijdens de wedstrijd.
2. Marnic heeft snel gelopen tijdens de wedstrijd.

Welke zin past bij deze foto?

1. De houthakker zaagt de bomen om.
2. De houthakker heeft de bomen omgezaagd.

Welke zin past bij deze foto?

1. De houthakker zaagt de bomen om.
2. De houthakker heeft de bomen omgezaagd.

Welke zin past bij deze foto?

1. Steven geeft een nummer in.
2. Steven heeft een nummer ingegeven.

Welke zin past bij deze foto?

1. Steven geeft een nummer in.
2. Steven heeft een nummer ingegeven.

EVEN 

OEFENEN

Vul het voltooid deelwoord in:
Wij hebben een mooie tekening .... (maken).

Vul het voltooid deelwoord in:
Hij is gisteren laat ... (komen).

Vul het voltooid deelwoord in:
Mijn zus heeft haar kamer goed... (poetsen).

Vul het voltooid deelwoord in:
We hebben een nieuwe film ... (zien).

Vul het voltooid deelwoord in:
Jullie zijn te laat ... (vertrekken).

Vul het voltooid deelwoord in:
Ik heb gisteren mijn gsm... (vinden).

Vul het voltooid deelwoord in:
Jullie zijn gisteren naar de zee ... (rijden).