Eén leerling is de bouwer, de ander is de instructeur.
De instructeur krijgt een voorbeeld (foto of bouwplan) van een eenvoudige brug (bijvoorbeeld van rietjes en tape).
De bouwer mag dit voorbeeld niet zien.
De communicatie:
De instructeur moet alleen met woorden uitleggen hoe de bouwer de brug moet maken.
Ze mogen niet bij elkaar kijken of elkaar helpen met de handen — alleen praten is toegestaan!
Duur: 20 minuten bouwen.
Presentatie:
Elke groep laat hun brug zien. De klas bekijkt hoe goed de communicatie is gelukt door het resultaat te vergelijken met het voorbeeld.